BPR
Week 1
Lesweek 1 heeft de volgende doelen:
Je weet de hoofdbeginselen van het burgerlijk procesrecht en deze kennis toepassen.
Je weet de belangrijkste actoren binnen het procesrecht.
Je weet het verband tussen materieel en formeel privaatrecht.
Je hebt kennis van de rechtsmacht en bevoegdheid van de rechter en kan deze
kennis toepassen.
Lesstof
Voor lesweek 1 dient u de volgende lesstof te bestuderen:
Hoofdlijnen van Nederlands Burgerlijk Procesrecht
Hoofdstuk I Inleiding
Hoofdstuk II De diverse personen in het burgerlijk procesrecht
Hoofdstuk III Rechtsmacht en bevoegdheid van de rechter
Week 1 opgaven
Aantekeningen:
- De rechtbank, art. 42 RO eerste aanleg absolute competentie sector competentie,
art. 93 sub c Rv
- Sector competentie bestaat uit: sector kanton en sector civiel
- Relatieve bevoegdheid, art. 99 Rv, uitzonderingen art. 100 Rv e.v., ook kijken naar de
algemene voorwaarden
Bij verzoekschriftprocedure:
- Relatieve bevoegdheid, art. 262 Rv.
Bijvoorbeeld:
Baars, Baarsweg 5, 8336 KJ Baars.
- Rechtspraak.nl rechtbanken sector kanton Overijsel, Zwolle ( Werk- en
rechtsgebied rechtbank)
Opgave 1
De uitspraak inzake de gouden ketting (ECLI:NL:RBROT:2018:9596) heb je inmiddels goed
gelezen. Vanuit het perspectief van het burgerlijk procesrecht (BPR) zijn hier ook enkele
vragen over te stellen:
a. Wie zijn in deze zaak de procespartijen? Bijenkorf BV vs. Gedaagde (particulier)
b. Beide partijen hebben een advocaat, is dat in deze procedure verplicht? Het is
een consumentenkoop, art. 93 Rv. Bijenkorf wordt bijgestaan door de gemachtigde
mr. S. van der Kamp en mr. A. Bergers-Hemwood. Nee, een advocaat is bij deze
procedure niet verplicht. Bij kantonzaken kunnen partijen ook in persoon
procederen, art. 79 lid 1 Rv.
, c. De rechter zegt in het vonnis – los van de proceskostenveroordeling twee dingen; 1
ketting teruggeven, of 2 geld bijbetalen. Kan je deze twee opties koppelen aan het
verbintenissenrecht en/of het goederenrecht? Ja, allebei. Er is een verbintenis
gesloten, en er wordt nu geëist dat het overige bedrag bijbetaald wordt,
gerechtvaardigd vertrouwen. Goederenrecht omdat ze eisen dat ze de ketting
teruggeven.
Opgave 2
Fietsenhandel Boucle BV gevestigd in Den Haag vordert van Jan Jansen BV, gevestigd in
Utrecht in rechte betaling van de door Boucle BV aan Jansen BV geleverde racefiets (waarde
€ 3.900,-). Jansen BV verweert zich tegen deze vordering met de stelling dat de geleverde
racefiets niet aan de overeenkomst voldoet en hij derhalve niet gehouden is tot betaling. De
geleverde racefiets is rood, terwijl een groen exemplaar is besteld. Tijdens de gerechtelijke
procedure verneemt de rechter dat de geleverde racefiets wel degelijk groen is, maar de
racefiets heeft wel een aantal technische mankementen. De rechter wijst vervolgens de
vordering tot betaling af. De rechter overweegt dat de racefiets vanwege de technische
mankementen niet aan de koopovereenkomst voldoet. Fietsenhandel Boucle BV is
verontwaardigd. Boucle BV meent dat de rechter zijn boekje te buiten is gegaan.
a. Met welk processtuk moet deze procedure worden ingeleid? Dagvaarding, art. 78
lid 1 en 93 lid 1 Rv. Je kan nakoming vorderen dagvaarden.
b. Welk gerecht is bevoegd van dit geschil kennis te nemen? de rechtbank, art. 15 lid
1 en 42 Wet RO
c. Welke sector is bevoegd van dit geschil kennis te nemen? Sector Kanton (absolute
bevoegdheid), art. 93 sub a Rv, want er is sprake van een gewone koop. Het is geen
consumentenkoop, want het gaat om een BV.
d. Welke rechter is relatief bevoegd? De rechter van de woonplaats van gedaagde,
art. 99 lid 1 Rv, rechtbank Midden-Nederland, dus Utrecht.
e. Mag de rechter op deze manier een beslissing nemen in dit geschil? Nee, art. 23,
24, 25 Rv. De grondslag van de vordering voldoet niet omdat er technische
mankementen zijn, art. 24 Rv. Hij vult hier feiten aan i.p.v. rechtsgronden, art. 25
Rv. De rechter mag ambtshalve de rechtsgronden aanvullen, bijv. iemand zegt
onrechtmatige daad, maar iemand bedoeld eigenlijk wanprestatie. Hij vult in dit
geval echter feiten aan en dat mag niet.
Opgave 3
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Compuplanet BV (statutair
gevestigd in Rotterdam) heeft drie computers verkocht en geleverd aan de vennootschap
onder firma Brother VOF uit Den Haag. Brother Vof bestaat uit Hans Hatenboer en Gerrit
Hatenboer, twee broers. De factuur ter waarde van € 1.800, - van Compuplanet BV wordt -
ook na aanmaning - niet door Brother VOF voldaan. Compuplanet BV wendt zich tot uw
juridisch adviesbureau voor juridische bijstand in deze kwestie.
Compuplanet BV vraagt zich in eerste instantie af wie men nu moet dagvaarden?
, a. Wat is een Vof, een natuurlijke persoon, of een rechtspersoon? Een Vof is een
maatschap = een overeenkomst waarin vennoten samenwerken, dus het is een
samenwerkingsverband waar vennoten inzitten. Het is dus geen van beide, geen
rechtspersoon en geen natuurlijke persoon. Er is hier gewoon een overeenkomst
aangegaan.
b. Hoe dagvaard je een Vof? Alle vennoten een dagvaarding sturen:
1) Vof dagvaarden
2) Vennoot A dagvaarden
3) Vennoot B dagvaarden
Hoofdelijk dagvaarden iedereen is aansprakelijk
- Art. 51 Rv.
Opgave 4
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Supertex BV, gevestigd te
Rotterdam, heeft een overeenkomst gesloten met een Duits bedrijf genaamd Altona GmbH
dat is gevestigd te Hamburg. Supertex BV heeft zich op grond van de overeenkomst verplicht
100 dozen T-shirts af te leveren aan Altona GmbH. De aflevering van de T-shirts én de
betaling zullen plaatsvinden in Rotterdam. Supertex BV levert de T-shirts af maar vervolgens
weigert Altona GmbH te betalen. Supertex BV wil een gerechtelijke procedure starten om
zodoende betaling te kunnen afdwingen.
a. Welke rechter(s) is/zijn in deze procedure bevoegd van de vordering kennis te
nemen? Art. 1 EEX Verordening, blz. 2573. Het gerecht van de lidstaat. Er kan in
Nederland (Rotterdam) geprocedeerd worden, art. 7 lid 1 sub a EEX. Waar moet je
overeenkomst worden uitgevoerd. In dit geval zou het in Nederland plaatsvinden.
b. Supertex BV heeft hetzelfde probleem met een Canadees bedrijf genaamd Maple Ltd
gevestigd te Toronto. Welke rechter is nu bevoegd? Art. 6 EEX art. 6 Rv. De
Nederlandse rechter mag procederen. Je gaat dan dus algemeen, art. 2 Rv jo art. 6
Rv.
Opgave 5
Johan is een 46-jarige man die woont in Rotterdam maar werkt in Amsterdam. Johan heeft in
de hoofdstad zijn bedrijf, een supermarkt (eenmanszaak). Een van zijn werknemers is
Dennis, een 20-jarige student aan de hogeschool van Leiden, die woont in Den Haag. Johan is
niet alleen de werkgever van Dennis, hij heeft hem ook nog eens € 2.000, - geleend. Ze
hebben afgesproken dat Dennis het geld uiterlijk op 1 januari 2019 aan Johan zal hebben
terugbetaald. Dit laatste gebeurt niet. Johan stuurt Dennis verschillende aanmaningen maar
dat levert niets op. Nu wil Johan de kwestie aan de rechter voorleggen.
Nadat Dennis de dagvaarding inzake de geldleningskwestie in ontvangst heeft genomen,
verschijnt hij niet meer op zijn werk. Een aantal weken later start Johan een (aparte) tweede
procedure om de arbeidsovereenkomst met Dennis te ontbinden.
Beantwoord voor beide geschillen de volgende vragen:
a. Met welk processtuk moet deze procedure worden ingeleid?
- Geldlening: dagvaardingsprocedure, art. 78 lid 1 Rv
