Natuurkunde hoofdstuk 2 beweging.
2.1 onderzoek naar bewegingen.
Plaats x = het meten van de afstand tot op het startpunt.
(plaats, tijd)-diagram of (x,t)- diagram = een diagram die de plaats van iets in een bepaalde
tijd laat zien.
Verplaatsing (∆x) = de afstand die iets of iemand aflegt tussen 2 punten.
∆ (delta) = een symbool voor een verandering
Afgelegde weg = de afstand in meters die je hebt afgelegd tussen het begin en het eindpunt.
Videometen = een manier om een beweging vast te leggen.
Je filmt een bewegend voorwerp en legt de beweging vast op aantal afzonderlijke beelden.
Daarbij is bekend hoeveel beelden je per seconde maakt. Je kunt dan van elk beeld het
tijdstip berekenen waarop het is gemaakt. Op elk beeld markeer je hetzelfde punt van het
bewegende voorwerp. Als de werkelijke grootte van een voorwerp bekend is, kun jij of de
computer bij elk tijdstip de plaats van het voorwerp berekenen ten opzichte van de plaats op
het eerste beeld.
Spoor = de posities (meestal aangegeven met punten) die een persoon/ding passeert op een
bepaald tijdstip.
Om de plaats van een persoon of ding te bepalen op een tijdstop ga je zo te werk:
Bepaal het tijdverschil tussen twee beelden. Dit volgt uit het aantal beelden er per
seconde is gemaakt.
Bepaal welk beeld bij welk tijdstip hoort.
Bepaal hoeveel cm/m het voorwerp/persoon is verplaatst.
Bepaal de schaal van de foto: hoeveel cm in werkelijkheid komt overeen met 1 cm op
de foto.
Bereken hoeveel cm/m het voorwerp/persoon in werkelijkheid heeft afgelegd.
Stroboscopische foto = de camera maakt met vaste tussenpozen een momentopname en
zet al deze beelden over elkaar heen.
Stroboscoop = een apparaat om een stroboscopische foto maken.
Ultrasoon geluid = is geluid waarvan de frequentie te hoog is om gehoord te worden door
het menselijk oor.
Ultrasone plaatssensor = een apparaat die heel kort een hoge toon uitzend.
Puls = een kortdurende toon van een ultrasonisch geluid.
Een plaatssensor zendt pulsen uit. De tijd tussen twee pulsen is steeds hetzelfde. Met elke
puls wordt de plaats van een voorwerp bepaald. Koppel je de plaatssensor aan een
computer, dan kan een computerprogramma, net als bij videometen, een (x,t)- diagram
tekenen.
Lichtpoortje = een lichtbron en een lichtsensor.
Als een voorwerp tussen de lichtbron en de lichtsensor doorgaat, ontvangt de lichtsensor
geen licht. Heb je het lichtpoortje aangesloten op een timer. Dan meet je met de timer
hoelang de sensor geen licht ontvangt. Uit de lengte van het voorwerp en de gemeten tijd
kun je dan de (gemiddelde) snelheid van het voorwerp berekenen.
, Formules hoofdstuk 2:
Verplaatsing ∆x = xeind -xbegin
Gemiddelde snelheid ∆x
vgem = ∆t
Gemiddelde snelheid (grafisch) ∆x
vgem =( ∆t ) (snijlijn)
Snelheid op tijdstip (grafisch) ∆x
v gem=( ∆t ) (raaklijn)
Verplaatsing eenparige beweging s=vxt
Verplaatsing bij willekeurige beweging s = vgem x t
Oppervlaktemethode m = s x ms-1
Gemiddelde snelheid bij eenparig v eind + v begin
vgem = 2
versnelde beweging
Gemiddelde versnelling ∆v
agem = ∆ t
Gemiddelde versnelling (grafisch) agem = ¿) (snijlijn)
Versnelling op tijdstip (grafisch) ∆v
a = ( ∆t ¿ (raaklijn)
2.2 eenparige rechtlijnige beweging.
Constante snelheid (v) = iets dat op elk moment gelijk is aan de gemiddelde snelheid.
Eenparig rechtlijnige beweging/ eenparige beweging = een beweging langs een rechte lijn
met een constante snelheid.
Steilheid van de grafieklijn in het (x,,t)-diagram = als elke seconde de x evenveel toeneemt.
Steilheid van de grafieklijn in het (x,,t)-diagrama is gelijk aan de snelheid.
De steilheid (helling) bepaal je met behulp van twee punten op de grafieklijn. Kies deze twee
punten zo, dat ze ver uit elkaar liggen en gemakkelijk af te lezen zijn. de invloed van een
afleesfout op de steilheid is dan het kleinst. Met behulp van deze punten bepaalt je ∆x en ∆t.
Snelheid van een auto. Zie boek blz. 58 figuur 2.19
∆x xeind−xbegin 150−0
V =( )= =v= v = 25ms-1
∆t teind−tbegin 6,0−0,0
Als de snelheid constant is, is e grafiek in een (snelheid, tijd) -diagram een rechte lijn
evenwijdig aan de tijdas. De snelheid heeft immers op elk tijdstip dezelfde waarde.
Oppervlakte tussen twee tijdstippen in een (v, t)-diagram is gelijk aan de verplaatsing tussen
die twee tijdstippen.
Oppervlaktemethode = een methode om de verplaatsing uit te rekenen.
Bij het gebruik van de oppervlaktemethode leid je de eenheid van de verplaatsing af door de
eenheden langs de assen met elkaar te vermenigvuldigen. (m = s x ms -1 )
Bijvoorbeeld blz. 58 figuur 2.20:
De oppervlakte onder de grafiek tussen t = 2,0s en t = 5,0s gearceerd. Die oppervlakte is
gelijk aan (5,0-2,0) x 25 = 75m de verplaatsing tussen t =2,0 en 5,0 is 75m.
Versnelde beweging = een beweging waar de snelheid toeneemt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hugoarntz. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.