100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Uitgebreide samenvatting Rechtseconomie (RGBESP50405) €4,79
In winkelwagen

Samenvatting

Uitgebreide samenvatting Rechtseconomie (RGBESP50405)

 4 keer verkocht

Deze samenvatting van rechtseconomie is 33 pagina's lang en biedt een compleet overzicht van de belangrijkste concepten uit het boek. Ik heb een 9 gehaald met deze samenvatting. De inhoud is helder en goed gestructureerd. Ideaal voor studenten die snel de kern van rechtseconomie willen begrijpen. B...

[Meer zien]

Voorbeeld 3 van de 33  pagina's

  • Ja
  • 18 maart 2025
  • 33
  • 2023/2024
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (24)
avatar-seller
LAWinprogresss
Rechtseco SV
Hoofdstuk 1:
- Nutsmaximaliserend wil zeggen dat individuen uit de ter beschikking staande
keuzemogelijkheden dat alternatief zullen kiezen dat volgens hun voorkeuren het
beste is. Die keuze levert individuen het hoogste niveau van welbevinden, het
hoogste nut. Zo bezien zullen mensen zich aan de wet houden indien dat een hoger
nut oplevert dan wanneer ze dat niet doen.
- Nut verwijst naar de mate van behoeftebevrediging van het individu.
- Maatschappelijke welvaart verwijst naar het welbevinden of nut van alle
individuen gezamenlijk.
- Volgens het pareto-criterium is er sprake van een toename van de
maatschappelijke welvaart indien het nut van een of meer leden van de
samenleving groter wordt zonder dat het nut van enig ander lid van de samenleving
kleiner wordt. Er is dan sprake van een pareto-verbetering. Er is sprake van een
Pareto-optimum indien er geen Pareto-verbetering meer nodig is.
- Het gaat hier enkel om efficiëntie.
- Voorbeeld van de invoering van een regel die afgemeten aan het pareto-criterium
tot een toename van de maatschappelijke welvaart leidt betreft de verkeersregel
in allemaal aan dezelfde kant van de weg te rijden. Alle verkeersdeelnemers zijn
hiermee beter af.
- Dit is echter een ideale situatie, vaak zijn er wel verliezers bij de invoering van
een regel.
- Volgens het Hicks-Kaldor-criterium is er sprake van een verbetering van de
maatschappelijke welvaart, indien er sprake is van een verandering waarbij alle
betrokken individuen erop vooruit zouden kunnen gaan; de winst van de winnaars is
zo groot dat zij het verlies van de verliezers zouden kunnen compenseren.
- De koek wordt groter, de verdeling van de koek maakt hierbij niet uit!
- Dit betekent dat het goed is voor de maatschappij en het niet uitmaakt wie er
dan verliest, in totaal is het goed voor de maatschappij.
- Een verandering waardoor de grootte van de koek toeneemt wordt in dit licht
gezien als een maatschappelijke verbetering.
- Het gaat hier enkel om efficiëntie.
- Als de opbrengsten van de maatregel groter zijn dan de kosten, is dat op grond
van het Hicks-Kaldor-criterium als een verbetering van de maatschappelijke
welvaart aan te merken.
- Kosten (arbeidstijd agenten kan je niet meer goor andere situaties inzetten)
voor inzetten politie, opbrengst is minder schade omdat wetsovertredingen
worden teruggedrongen bijvoorbeeld.



Hoofdstuk 2:
- Zwakke plek van het pareto-criterium is de praktische onmogelijkheid van
interpersonele nutsvergelijking. Alternatief hiervoor is het hicks-kaldor-criterium.
- Als de maatschappelijke welvaart optimaal is, spreken economen veelal van
efficiëntie.
- Markten onder volledige mededinging kunnen tot een optimaal maatschappelijke
welvaart leiden.
- Mensen vertonen nutsmaximaliserend gedrag. Uit de keuzemogelijkheden zullen ze
het alternatief kiezen dat gegeven hun voorkeuren het beste is. Dat alternatief
levert het individu het hoogste niveau van welbevinden, ofwel het hoogste nut.
- 1. Hoe zien de voorkeuren van het kiezende individu eruit?
- 2. Welke keuzemogelijkheden heeft hij?

,- In de economie worden een aantal veronderstellingen gemaakt over de voorkeuren
van individuen:
- 1. Volledige voorkeursordening; de individu kan tussen pakketten aangeven hoe
hij ze ten opzichte van elkaar waardeert
- 2. Voorkeursordening is transitief; indien individu pakket F prefereert (=>) boven
D en hij D prefereert boven B, dan prefereert hij F ook boven B. Iemand met
intransitieve voorkeuren is een warhoofd die niet tot een keuze kan komen.
- 3. Individuen prefereren meer boven minder.
- Indifferent: hij vindt pakketten even goed, ze leveren hetzelfde nut op.




- Een indifferentiecurve is een weergave van de goederen combinaties waartussen
een individu indifferent is. Ze leveren hem hetzelfde nut op. De veronderstelling dat
meer wordt geprefereerd boven minder, impliceert dat pakketten die op een hoger
gelegen indifferentiecurve liggen worden geprefereerd boven pakketten die lager
gelegen liggen. En dat de indifferentiecurve een dalend verloop heeft.
- Indifferentiecurve die worden gebruikt om de voorkeuren van een individu in
beeld te brengen elkaar nooit kunnen snijden.


- Uit het figuur (2.2) valt op te maken dat G het beste wordt gevonden, deze ligt
immers op de hoogste indifferentiecurve. Pakket F komt op de tweede plek.
Vervolgens komen C, D en E die even goed zijn. Daarna B. Als laatste komt A.
- Pakketten C,D en E liggen op dezelfde indifferentiecurve. Deze pakketten leveren
het individu hetzelfde nut op.
- Indien een indifferentiecurve zoals hierboven bol naar de oorsprong verloopt,
betekent dit dat het individu steeds minder van goed Y zal willen opofferen om een
extra eenheid van goed X te krijgen, naarmate hij al over meer eenheden van goed
X beschikt.


- Het budget en de goederen prijzen bepalen gezamenlijk de keuzemogelijkheden van
het individu.
- Budgetlijn: weergave van goederen combinaties die het individu, gegeven zijn
budget en de prijzen van de goederen, kan aanschaffen indien hij zijn gehele budget
besteedt.
- Z = p(x) x q(x) + p(y) x q(y)
- 1000 = (5q(x) + 10q(y))^2
- Voor alle goederencombinaties die ONDER de budgetlijn liggen, geldt dat het
individu deze combinaties weliswaar kan kopen maar dat hij dan niet zijn gehele
budget besteedt en geld overhoudt. Voor alle goederencombinaties BOVEN de
budgetlijn geldt dat ze voor het individu onbereikbaar zijn doordat zijn budget
tekortschiet.
- Als het budget van het individu afneemt, dan wordt de hoeveelheid die hij maximaal
van beide goederen kan kopen kleiner. Dat betekent dat de budgetlijn parallel naar
linksonder verschuift, indien het budget kleiner wordt.


- In dit figuur (2.4) zijn figuur 2.2 en 2.3 samengevoegd. Gegeven de budgetlijn en de
voorkeuren van het individu is pakket D de optimale keuze. Hier raakt de budgetlijn
de hoogst bereikbare indifferentiecurve. Ook pakket B ligt op de budgetlijn maar is
niet de optimale keuze omdat deze niet op de indifferentiecurve ligt. Het liefst zou
het individu pakket G willen maar deze is niet bereikbaar bij de gegeven budgetlijn.

, - wederzijds voordelige ruil: door de ruil zijn ze beide beter af dan voorafgaande aan
de ruil het geval was. Bij wederzijdse ruil komen beide betrokkenen individueel op
een hogere indifferentiecurve terecht; ze gaan er in termen van nut op vooruit.
- Elke verandering die op basis hiervan tot stand komt is een pareto-verbetering.
- Andersom is het niet zo dat elke Pareto-verbetering ook op basis van wederzijds
voordelige ruil kan worden gerealiseerd. Zo is er in onderstaand figuur bij een
overgang van punt A maar punt B GEEN sprake van een wederzijds voordelige
ruil maar WEL van een pareto-verbetering. Sjonnie gaat er namelijk in nut op
vooruit terwijl Anita er niet op achteruit gaat, ze is in punt B evengoed af als in
punt A; deze punten liggen immers op een en dezelfde indifferentiecurve van
Anita.
- Een situatie is een gezamenlijk welvaartsoptimum volgend Pareto, als er geen
Pareto-verbetering meer nodig is.
- Pareto-optimum (toegepast op figuur 2.7) als het desbetreffende punt in de
edgeworth-box de indifferentiecurve van de individuen elkaar raken. Punt C
onderstaand bijvoorbeeld.
- Een edgeworth-box is de weergave van twee indifferentiecurven waarbij wordt
gezocht naar het Pareto-optimum.
- Via wederzijds voordelige ruil is voor Sjonnie en Anita slechts een deel van de
contractcurve bereikbaar, namelijk het deel BC.




- Kenmerkend voor het Pareto-criterium is dat je de interpersonele nutsvergelijking
niet hoeft te doen (nutsverlies van de een afwegen tegen nutsverlies van de ander;
dit wordt haast onmogelijk beschouwd). Dit is tegelijk zijn zwakte. Er is altijd wel
iemand te vinden namelijk waarvan zijn nut wordt aangetast, en dan kan je niet
meer met pareto uit de voeten.
- Meetbaarheid nut:
- Bij een ordinale schaal kan alleen betekenis worden toegekend aan het groter of
kleiner zijn van getallen. Met zo’n schaal is het onmogelijk om vast te stellen of de
nutswinst van de een groter is dan het nutsverlies van de ander.
- Indien er niet alleen aan het groter of kleiner zijn van getallen betekenis kan
worden toegerekend, maar ook aan de verhouding tussen de twee getallen, dan is
er sprake van een cardinale schaal. Aan deze verhouding kan slechts betekenis
worden gegeven indien 0 staat voor ‘geen enkel nut’. Ook dit is lastig omdat
iemand zijn “8” niet dezelfde betekenis van nut hoeft te hebben voor een ander
zijn “8”. Individuen zouden dus dezelfde nutseenheid moeten hebben.
- Interpersonele nutsvergelijking is dus slechts mogelijk indien het nut van de
betrokken individuen meetbaar is op een cardinale schaal EN bekend is hoe de
nutseenheden zich tot elkaar verhouden. Er is toch nog iets mogelijk door het
gebruik van het hicks-kaldor-criterium.

- De grondgedachte van Hicks-Kaldor is dat het nut kan worden uitgedrukt in het
bedrag dat individuen zouden willen ontvangen of betalen om op het oorspronkelijke
nutsniveau terug te keren. De hoogte van dat bedrag is een maat voor het
voordeel/nadeel dat het individu heeft bij de verandering.
- Winnaars zouden de verliezers kunnen ‘compenseren’
- Maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) laat de voor- en nadelen van een
verandering in beeld brengen.

- De markt is een abstract begrip dat staat voor het geheel van conferenties situaties
en plaatsen waar vragers en aanbieders van een bepaald goed elkaar ontmoeten.
Vragers zijn degenen die het goed willen verkrijgen en bereid zijn daar bepaalde

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LAWinprogresss. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,79. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 70073 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€4,79  4x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd