Stadssociologie ontwikkeling en opvoeding
Probleem 5. Schooluitval
- Wat zijn de mechanismen die ten grondslag liggen aan voortijdige schooluitval?
Hoe ontstaat voortijdige schooluitval?
ARTIKEL JONKMAN: SOCIALISEREN, LEREN EN PRESTEREN
Motivatie en interesse in schooltaken hebben een positieve invloed op het psychologisch
welbevinden als de academische prestaties van leerlingen. De afname van motivatie en
inzet van leerlingen is zichtbaar over de gehele schoolduur in alle schooltypen. De
motivatieproblematiek is meer waar te nemen bij jongens dan bij meisjes.
Het motiveren van leerlingen en het stimuleren van een leergierige houding is een
belangrijke uitdaging voor het onderwijs. Het accent ligt nu vooral op de verbetering van
schoolprestaties en de rol van school. Doel: het in kaart brengen van het leerling
perspectief en daarbij de motivatie van leerlingen te benaderen vanuit drie contexten:
school, gezin en leeftijdsgenoten.
DISCUSSIE OVER HET ONDERWIJS
Vroeger was onderwijs gericht op emancipatie en maatschappelijke en culturele
ontplooiing. Het onderwijs is nu gericht op presteren en scholen moeten een
resultaatgerichte cultuur tot stand brengen. De Nederlandse overheid wilt een
ambitieuze leercultuur creëren en er aan bijdragen dat alle leerlingen hoge prestaties
leveren. In actieplannen komt terug dat het onderwijs aandacht moet besteden aan de
door leerlingen geboekte resultaten. De leerprestaties worden bijgehouden en
gerapporteerd om zoveel mogelijk groei te bewerkstelligen. Scholen moeten bijdragen
aan de motivatie van leerlingen en inzicht in de leefwereld van leerlingen vormt een
belangrijke voorwaarde.
VERKLARINGEN VAN MOTIVATIONELE PROBLEMATIEK BIJ VO -LEERLINGEN
Verklaringen voor de demotivatie van leerlingen:
- Participation-identification model: identificatie en binding met de school en
actieve participatie in (extra)curriculaire activiteiten en beslissingen die leerling
aangaan vormen centrale elementen. Door minder binding met school en
extrinsieke motivatie ontstaat er eerder voortijdig schooluitval. Op school is de
motivatie van leerlingen extern door verplichting, beloning of straf. Leraren
moeten moeite doen om leerlingen te motiveren terwijl motivatie bij
buitenschoolse activiteiten al aanwezig is. Buitenschools leren heeft een interne
motivatie en een integrerende en bindende functie. Er is een scheiding van de
, leefwereld van de jongeren en de volwassenen. Minder binding en extrinsieke
motivatie → voortijdig schooluitval
- Ontwikkeling van jongeren in de adolescentie: jongeren nemen op steeds latere
leeftijd volwassen taken en verantwoordelijkheden op zich. Jongeren volgen
steeds langere opleidingstrajecten voordat ze maatschappelijk gaan functioneren.
Hierdoor is er ruimte voor een moratorium waarin jongeren hun identiteit
ontwikkelen en kunnen experimenteren. In deze fase houden jongeren zich bezig
met de vraag wie ze zijn en welke positie ze willen innemen in hun sociale
omgeving. Ouders blijven belangrijk maar de steun en invloed van vrienden
neemt toe. Er is een relatie tussen de identiteitsontwikkeling en motivatie:
jogneren die een duidelijk beeld hebben van hun identiteit hebben minder
problemen op school, zeker wanneer de school tegemoet komt aan hun wensen,
doelen en behoeften. Geen identiteit, doelen en verantwoordelijkheid
ontwikkeld → voortijdig schooluitval
- Culturele ontwikkelingen: toegenomen individualisering en informalisering in de
onderlinge verhoudingen. Er is een verschuiving in de pedagogische verhouding
tussen ouders en kinderen: autoritaire controle maakt plaats voor autoritatieve
controle, waarbij redeneren en onderhandelen met kinderen belangrijker is
geworden dan het gebruik van machtsmiddelen. Door de verschuiving in
machtsbalans gaan leerlingen minder makkelijk mee in de prestatieverwachtingen
van ouders en leerkrachten en zijn ze sterker gericht op de eigen jeugdwereld.
Minder meegaand in verwachtingen van anderen → voortijdig schooluitval
- Inzichten in hersenrijping: bevindingen uit de neurowetenschappen duiden er op
dat de rijping van de hersenen niet al in de puberteit voltooid is, maar pas in de
jongvolwassenheid. Tussen kinderen doen zich tempoverschillen voor in de
ontwikkeling van hersendelen. Impulsbeheersing, plannen en keuzes maken
kunnen daarom eigenlijk nog niet van vo-leerlingen worden verwacht. Meisjes
hebben een snellere hersenrijping en de taalontwikkeling ligt voor ten opzichte
van de jongens. Meisjes hebbe hierdoor een voordeel in het talige onderwijs. De
adolescentie kenmerkt zich daarnaast door een voorkeur voor spanning en het
krijgen van stimulans en bevestiging in plaats van op straf en afkeuring.
- Ervaren kansloosheid of uitsluiting: een sense of futility kan leerlingen er van
overtuigingen dat je best doen op school weinig invloed heeft op slagen in het
onderwijs en de maatschappij. Het afzien van lange termijn doelen of een
onverschillige houding kunnen gevolgen zijn. Het ervaren van culturele bedreiging
kan ook een verminderde inzet of oppositionele houding tegenover onderwijs
veroorzaken.
, GEGEVENS OVER LEERLING MOTIVATIE
Risicocategorieën voor motivatieproblematiek:
- Lage sociaal-economische status
- Eenoudergezinnen
- Migratieachtergrond
Factoren van invloed op het schoolwelbevinden:
- Geslacht: meisjes zijn positiever dan jongens
- Leeftijd: jongere scholieren zijn positiever dan oudere scholieren
- Etniciteit: autochtonen zijn positiever dan allochtonen
- Schoolniveau: Havo-vwo scholieren zijn positiever dan vmbo-scholieren.
- Schoolklimaat: een prettig schoolklimaat draagt bij aan het schoolwelbevinden.
Het schoolklimaat wordt bepaald door de mate van inspraak, de toepassing van
schoolregels en het algemene pedagogische en didactische klimaat. Meisjes
beoordelen het schoolklimaat hoger dan jongens. Jongeren die meer huiswerk
maken achten zichzelf bekwamer dan medeleerlingen, hebben maar aspiraties,
vinden het schoolklimaat beter en vertonen minder delinquent en
probleemgedrag.
Factoren van invloed op onderlinge relaties tussen leerlingen en leerkrachten:
- Geslacht: meisjes en jongens verschillen nauwelijks in mening
- Leeftijd: jongere scholieren zijn positiever dan oudere scholieren
- Etniciteit: autochtonen zijn positiever dan allochtonen
- Schoolniveau: Havo-vwo scholieren zijn positiever dan vmbo-scholieren.
- Schoolgrootte: op kleinere scholen zijn scholieren iets positiever dan op grotere
scholen.
DE ROL VAN HET GEZIN EN DE GEZINSOMGEVING
Factoren van het gezin:
- Ondersteuning en stimulering: gezinsleden kunnen een belangrijke rol spelen in
het ondersteunen en stimuleren van kinderen. Een gebrek aan betrokkenheid,
onderwijsondersteuning, samenwerking of conflictueuze relaties tussen gezin en
school vormen risicofactoren.
- Sociaal-economische milieus: in gezinnen met een hogere sociaal-economische
klasse is veel sociaal, cultureel en informatie kapitaal aanwezig. Er gaat veel
aandacht naar onderwijsstimulering en er is een extra educatief aanbod.
Gezinnen met een lagere sociaal-economische klasse bieden minder
onderwijsondersteuning door een tekort aan financiële middelen, taalbarrière en
onbekendheid met de doelen en verwachtingen van het onderwijs.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper socialewetenschappeneur. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.