Hoorcollege 1:
Economische crisis 2008
De crisis trof de economie, niet alleen de maatschappelijke sfeer van productie, distributie en
consumptie van goederen en diensten (economy), maar ook de wetenschappelijke discipline
(economics).
Economen zelf vroegen en vragen zich af of economie nog de ‘koningin van de sociale
wetenschappen’ kan genoemd worden.
Wat zouden economen zichzelf kunnen verwijten?
“Few economists saw our current crisis coming, but this predictive failure was the least of the
field’s problems. More important was the profession’s blindness to the very possibility of
catastrophic failures in a market economy.”
o Paul Krugman, ‘How Did Economists Get It So Wrong?’ The New York Times,
September 2, 2009.
Economen hadden de crisis niet voorspeld, en in 2008 was dat verwijt relevanter dan in 2020
(Covid-19).
“There is one other set of accomplices–the economists who provided(...) models–based on
unrealistic assumptions of perfect information, perfect competition, and perfect markets–in
which regulation was unnecessary.”
o Joseph Stiglitz, ‘The Anatomy of a Murder: Who Killed the American Economy?’
Critical Review 21 (2009) 2.6
“In the wake of the biggest economic calamity in 80 years that reputation has taken a beating
(...).“There are three main critiques: that macro and financial economists helped cause the
crisis, that they failed to spot it, and that they have no idea how to fix it.”
o The Economist, What Went Wrong with Economics?, July 16 th 2009.
Relevantie van filosofie voor economen
Om in te schatten welke sterktes en beperkingen zijn van economie, is kritische (zelf)
reflectie nodig over de (crisis van de) economie, als maatschappelijke sfeer én als
wetenschap.
Filosofische reflectie, attitudes en vaardigheden kunnen economen hierbij helpen.
Zeker niet: filosoof als onoverwinnelijke ridder op het witte paard die (bedrijfs)econoom, als
hopeloze dame in nood, komt redden.
Deze filosofische attitudes en vaardigheden passen in de focus op ‘karakter’ in onderwijsvisie
van Tilburg University.
Vier soorten vragen waarbij filosofisch reflectie kan helpen:
o 1.Bedrijfseconomische vragen
Bv. Welke rol spelen (financiële) bedrijven in crisis?
Welke rol speelden bedrijven in (veroorzaken van) economische crisis?
Bv. kredietinstellingen verschaften (te) goedkope hypotheken,
banken gaven perverse prikkels (werknemers kregen stevige
bonussen voor handel in complexe financiële producten), ...
Waarom zouden bedrijven, en de mensen die er werken, dit doen?
Bv. hebzucht waar prikkels op inspelen, gebrek aan afdoende
wetgeving, ...
→ NAAR DE FUNDAMENTEN
→ BETEKENIS VAN / IN BREDERE CONTEXT!
Verschillende factoren spelen een rol:
microniveau: individuen die met of in deze bedrijven werken
(consumenten, werknemers, leidinggevenden, ...)
, mesoniveau: bedrijven en instellingen, elk met hun eigen beleid,
cultuur, prioriteiten, strategieën, incentives, ...
macroniveau: juridische, politieke, economische, ... kaders
waarbinnen bedrijven met elkaar concurreren;
Volgens bv. Joris Luyendijk(2015) is probleem structureel en institutioneel.
“Zijn bankiers monsters? Is hebzucht het probleem? En veel
belangrijker: kan het weer gebeuren? Zijn de diepere oorzaken van
de crash van 2008 weggenomen, of is de financiële wereld nog altijd
een tijdbom?”
“Luyendijk laat zien dat het niet zozeer de mensen zijn die niet
deugen, maar het systeem. Alle studenten die het bedrijfsleven in
willen, moeten dit boek lezen.”
Om de wortels van problemen te vinden en aan te pakken, moet je
doorvragen. Typisch filosofische attitude: dieper graven, niet
tevreden zijn met oppervlakkige antwoorden.
Systematische en kritische reflectie niet alleen nodig om context en rol van
bedrijven te begrijpen, maar ook om binnen bedrijven goed te functioneren.
Bv. probleem-oplossende technieken als ‘five why’ of ‘root cause
analysis’ die gebruikt worden bij ‘process management’(productie,
IT, HRM, ... processen).
Een goede (bedrijfs)econoom is dus eigenlijk ook een goede filosoof!
Tot de fundamenten behoren zowel instituties (macro; maatschappij) als
individuen (micro; mens). In deze cursus onderzoeken we onderlinge
samenhang, in relatie tot (bedrijfs)economische kwesties.
o 2.Fundamenteel economische vragen
Bv. Wat is het onderliggende mensbeeld van economische modellen?
Economen, maar ook ondernemers en beleidsmakers, gaan vaak uit van
mensbeeld waarin consumenten, werkgevers, werknemers, bankiers, ... door
hebzucht en eigenbelang gemotiveerd zijn.
In Deel 1 gaan we (systematisch en kritisch) in op homo economicus.
In welke mate en wanneer zijn mensen rationeel en egoïstisch, dan
wel irrationeel en sociaal? Wat houden deze termen in?
Wat zijn de maatschappelijke implicaties hiervan (bv. op het vlak van
sociale beïnvloeding, consumptie, ...)?
→ NAAR DE FUNDAMENTEN!
→ KRITISCH NADENKEN!
Welke rol spelen sociale en morele motivaties, zoals empathie, plichtsbesef,
normbesef, en hoe verhouden die zich tot homo economicus model?
Relevantie voor (bedrijfs)economen?
(Bedrijfs)economen, maar ook ondernemers, managers, CEO’s en
beleidsmakers werken best met onderbouwd, helder en accuraat
mensbeeld.
Kritische en genuanceerde reflectie over (vaak impliciete) assumpties
in eigen discipline is nodig.
Niet: filosofen die economen vertellen hoe mens en maatschappij in elkaar
zitten en hoe economen dit moeten begrijpen.
Wel: filosofen die bijdragen aan zelfreflectie van economen.
o 3.Wetenschapsfilosofische vragen
Bv. Hoe verhouden economische modellen zich tot de realiteit?
, Derde type vragen, relevant voor economen en waar filosofen toe kunnen
bijdragen, zijn wetenschapsfilosofisch: wat is aard, bron, waarde en
beperkingen van economische kennis en wetenschap.
Hoe kunnen simpele, abstracte modellenkennis opleveren over complexe,
concrete realiteit, fenomenen en evoluties?
Willen economen de wereld beschrijven, verklaren, voorspellen? Is
‘predictive failure’ niet onvermijdelijk in menswetenschappen?
Ook: is economie, als wetenschap, objectief en dus waardenvrij? Kan het dit
zijn? Moet het dit zijn?
Normatief gebruik van descriptieve analyses.
o Bv: Reinhart& Rogoff(2010): paper beschrijft statistisch
verband tussen hoge overheidsschuld en lage economische
groei, maar wordt gebruikt om besparingsbeleid in crisis te
rechtvaardigen.
Normatieve veronderstellingen in ‘objectieve’ gegevens.
o Bv. hoe meten we precies BNP, economische groei, kosten
voor milieu, kosten voor toekomstige generaties, ... ?
o 4.Normatieve vragen
Bv. Hoe moeten we omgaan met crisis? Hoeveel marktwerking en/of
overheidsinterventie is (on)wenselijk? Welke morele plichten hebben
(werknemers) van bedrijven?
Vierde type vragen, waar filosofen bij kunnen helpen, gaan niet over wat is
(descriptief), maar wel wat moet (normatief: wat goed, slecht, rechtvaardig
en fout is)?
Economen doen vaak normatieve uitspraken. Voorbeelden?
“De (onzichtbare hand van) vrije markt zorgt ervoor dat egoïsme tot
sociaal wenselijke resultaten leiden.”
o Cf. eerste theorema van welvaartseconomie: perfecte
competitie in vrije markt leidt tot Pareto-optimale
evenwichten (en is dus goed voor iedereen).
“De pensioenleeftijd moet omhoog om de stijgende kosten door
vergrijzing te kunnen opvangen.”
“We moeten CO2 uitstoot en andere vormen van vervuiling
belasten.”
Kritische, filosofische –meer specifiek: ethische –reflectie vormt een
meerwaarde bij zowel fundamentele vragen (bv. marktwerking) als bij
beleidsadviezen (bv. wat belasten, wat niet) vormt.
Hoe ziet een wenselijke samenleving eruit? Wat zijn de relevante waarden
hier? Welke veronderstellingen spelen in (vaak impliciet) normatieve
economische uitspraken?
Speelde ‘marktwerking’ een rol in de crisis van 2008? Waren de economische
modellen die staatsinterventie afwijzen mede verantwoordelijk voor het
veroorzaken van die crisis?
Wat waren de beleidsadviezen om uit de crisis te geraken?
Marktwerking: sinds de jaren ’80 geloof in deregulering, minder
overheidsinterventie en meer vrije marktwerking.
Bv. Alan Greenspan, voorzitter van Fed van 1987 tot 2006, geloofde in
‘zelfregulering’ van vrije markt, niet in overheidsregulering.
“Free competitive markets are by far the unrivaled way to organize
economies (...). We have tried regulation ranging from heavy to