Abstract
Over the past half century, psychotherapy research has demonstrated that psychotherapy outcomes do not vary based on clients’
gender (Clarkin & Levy, 2004; Garfield, 1994; Wierzbicki & Pekarik, 1993). However, most studies assumed that all
psychotherapists are equally competent to treat men and women, thus potentially missing essential information about variations in
psychotherapy out- comes. In fact, there is a paucity of studies that have examined if psychotherapists’ gender competence truly
exists. We propose that psychotherapists’ gender competence should be defined as the psychotherapist’s ability to achieve
positive psychotherapy outcomes with either female or male clients. This study examined the relationship between clients’ gender
and psychotherapy outcomes and if psychotherapists varied in their abilities to produce positive psychotherapy outcomes for female
and male clients. The sample included 93 male and 229 female clients treated by 31 psychotherapists. Consistent with previous
research, the results demonstrated that clients’ gender was not related to psychotherapy outcomes. However, compared to other
psychotherapists, some psychotherapists were better at treating men, whereas others were better at treating women. The results
of this study demonstrate that psychotherapists’ gender competence exists and relates directly to the psychotherapy outcomes
(i.e., psychological well-being) of clients. Implications for psychotherapy practice, training, and research are offered.
Introductie:
De laatste tijd is er veel aandacht voor cultureel relevante factoren die van invloed zijn op het
proces en de uitkomsten van psychotherapie. Voornamelijk aandacht geweest voor gender van de
cliënt. Er zijn bijvoorbeeld verschillen in de manieren waarop mannen en vrouwen
psychologische distress interpreteren en hiermee omgaan. Mannen zoeken minder vaak
psychologische hulp dan vrouwen. Therapeutische factoren, zoals kwetsbaarheden delen en
berusten op een psycholoog voor assistentie sluiten meer aan op de manier van coping van
vrouwen. Is ook een bias vanuit psychologen. Vrouwen krijgen vaker diagnose van depressie,
histrionische en borderline persoonlijkheidsstoornis, terwijl mannen dezelfde symptomen vertonen.
Mannen worden gezien als hypo-emotioneel of ‘out of touch’ met hun emoties. Deze bias heeft
invloed op het proces van psychotherapie.
Onderzoek heeft aangetoond dat psychotherapie uitkomsten niet variëren als functie van het
gender van de cliënt. Is echter niet gekeken of psychotherapeut competentie varieert als functie
van het gender van de cliënt. Dat wil zeggen; is er empirische ondersteuning voor het idee dat
sommige therapeuten beter of slechter werken met een specifiek gender? Gendercompetentie kan op
verschillende manieren gemeten worden. Dit kan met self-report metingen, met interviews of kijken
naar psychotherapie uitkomsten (mate waarin de cliënt verbeterd is door de therapie met een
gegeven therapeut). Gendercompetentie is dan het vermogen van de therapeut om positieve
psychotherapie uitkomsten te bereiken met ofwel vrouwelijke ofwel mannelijke cliënten. Is eerder
al vastgesteld dat er tussen therapeuten verschil in competentie is; de een behaalt meer successen
dan de ander. Is nog niet gekeken naar verschillen gebaseerd op gender. Wordt gedacht dat er geen
verschil zou moeten zijn, men is even goed in het behandelen van vrouwen als mannen. Is wel
gevonden dat vrouwelijke therapeuten meer focussen op de emotionele inhoud en mannen op
moeilijkheden in communicatie met anderen.
Doel van deze studie is kijken naar de gendercompetentie van psychologen in een korte
psychotherapie. Eerste onderzoeksvraag was of het gender van de cliënt gerelateerd was aan
psychotherapie uitkomsten. Tweede onderzoeksvraag was of psychotherapeuten verschillen in
hun vermogen om goede therapeutische uitkomsten te bereiken gebaseerd op het gender van
, de cliënt. Daarnaast is er ook gekeken of het gender van de psychotherapeut gerelateerd was
aan de variabiliteit in de relatie tussen psychotherapie uitkomsten en gender van de cliënt.
Methode:
Onderzoek is uitgevoerd met 322 cliënten (229 vrouwen en 93 mannen) en 31 psychotherapeuten
(21 vrouwen en 10 mannen). Metingen waren de SOS-10 voor huidig psychologisch welzijn en de
Initial Emotional State als retrospectieve meting voor de emotionele staat bij de intake.
Resultaten:
- Onderzoeksvraag 1: Is het gender van de cliënt gerelateerd aan de psychotherapie uitkomsten?
Er was geen significante associatie, dus mannen hadden geen betere uitkomsten dan vrouwen of
andersom. Mannen en vrouwen hadden dus vergelijkbare psychotherapie uitkomsten.
Bijkomende vraag: Is het gender van de psychotherapeut gerelateerd aan de psychotherapie
uitkomsten?
Geen associatie, dus vrouwelijke en mannelijke psychotherapeuten demonstreren
vergelijkbare therapie uitkomsten.
- Onderzoeksvraag 2: Verschillen psychotherapeuten in het vermogen om voordelige therapeutische
uitkomsten te produceren gebaseerd op het gender van de cliënt?
De slope was significant, dus sommige psychotherapeuten hadden betere uitkomsten voor
mannen of vrouwen. Gendercompetentie bestaat dus.
- Onderzoeksvraag 3: Is het gender van de psychotherapeut gerelateerd aan de variabiliteit in de
relatie tussen psychotherapie uitkomsten en gender van de cliënt?
Nee. Het gender van de psychotherapeut voorspelde niet wie betere of slechtere uitkomsten
had gebaseerd op het gender van de cliënt. Dus vrouwen niet per se beter met vrouwen, mannen
niet met mannen en andersom.
Andere uitkomst was dat cliënten die in eerste instantie meer symptomatisch waren betere
psychotherapie uitkomsten rapporteerden.
Discussie:
Psychotherapeuten hadden verschillende psychotherapie uitkomsten als functie van het gender van
de cliënt. Dat betekent dat sommige therapeuten betere uitkomsten hadden bij mannen,
terwijl anderen het beter deden met vrouwen. De rest van de therapeuten vertoonde geen
verschil. De verschillen tussen psychotherapeuten in gendercompetentie droegen bij aan een groot
effect in psychotherapie uitkomsten. De verschillen in uitkomsten tussen cliënten die door dezelfde
therapeut werden behandeld konden deels verklaard worden door hun gender. Dat iemand beter is in
het werken met mannen, betekent echter niet dat diegene slecht is in het werken met vrouwen. Is
een gemiddelde score, dus zal altijd variatie in zitten.
Zijn een aantal limitaties bij dit onderzoek. Weinig data, retrospectief design, lage respons rate, een
specifieke counseling setting (studenten op universiteit), gebrek aan random assignment.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LauravanB. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.