SAMENVATTING VATEN 2
1
, 1. VAATONDERZOEK, FARMACOTHERAPIE,
OPERATIETECHNIEKEN
NIET-INVASIEF VAATONDERZOEK
➔ Eerst niet-invasief onderzoek → daarna eventueel invasief
PRATEN
- Belangrijk !
- 80% te weten komen via anamnese
- Rode vlaggen spotten = belangrijk
KIJKEN
- Naar huid: gezicht, perfusie, zweten…
- Rechts steeds vergelijken met links
o Want meestal asymmetrische klachten
o Bv. verschillende huidskleur aan beide handen
VOELEN
- Pulsaties vergelijken tussen R en L
- Best zonder handschoenen (meer gevoel)
LUISTEREN
- Naar bloedvaten
o Souffle/geruis → vernauwing
o AH-variatie
- Naar buik, thorax, longen
o Bv. mindere O2 voorziening darm → darm zal stilliggen
METEN
- Bloeddruk
- E/A index = ABI
o Voor arteriële pathologie
o Systolische BD enkel / systolische BD arm
o Interpretatie resultaten
▪ >1,3: vals hoog: verdenking van mediasclerose !!
▪ 0,9-1,3: normaal
▪ <0,9: PAD !!
• 0,75-0,9: mild
• 0,4-0,75: matig
• <0,4: ernstig
2
,DOPPLER
➔ Onderzoek van de perifere vaten
PRINCIPE
- Signaal uitzenden
→ signaal wordt teruggekaatst (zelfde principe als bij
vleermuizen) door bewegend onderdeel (RBC)
→ signaal afh van stroming en plaatsing (tegen/met stroom)
- Gel nodig
o Zo geen lucht tussen huid en sonde
o In buik preoperatief: vullen met water
- Sonde houden op 60° !!
o Niet loodrecht want cos90° = 0
DUPLEX
➔ Echo + doppler
o Met beeld ipv enkel geluid
o Wand, diameter, bloedflow-en richting te zien
o Kan dieper dan enkel doppler
ARTERIEEL FLOWPATROON
HOGE VS. LAGE WEERSTAND ARTERIËN
HOGE WEERSTANDSFLOWPATROON ARTERIEEL
- Bv. been, arm…
- Trifasisch signaal
o 1. Systole: BV gaat uitzetten, er is weerstand om weg te gaan voor bloed (S op afb)
o 2. Diastole: BV komt terug via elastic recoiling, zelfs beetje te veel, over middellijn (D op afb)
o 3. BV komt terug naar het midden (M op afb)
- Bifasisch signaal
o Laatste topje gaat weg als je meer perifeer gaat (hand, voet)
o = normaal
LAGE WEERSTANDSFLOWPATROON ARTERIEEL
- Enkel carotiden !!
- 1. Systole
- 2. Diastole: maar blijft boven lijn, bloed kan gewoon wegstromen
o Geen BV-uitzetting en terug naar middellijn komen
3
, VERANDERINGEN IN FLOWPATROON
➔ Belangrijk: verschil tussen veranderingen in hoog en laag weerstandvat !!
BV. STENOSE -> Bloed gaat versnellen bij een probleem
VERANDERINGEN IN HOGE WEERSTANDSFLOWPATROON
- Voor vernauwing: normaal
- Op- en achter vernauwing: monofasisch !!
o Kracht dat hart heeft ontwikkeld om bloed weg te duwen
valt weg door vernauwing
= "gedempt signaal" → komt van basislijn los
o Tardus-parvus waveform
▪ Lage PSV en langere RT
▪ Distaal aan ernstige stenose of occlusie
- CAVE: hyperemische monofasische flow !!
o Bij sporten, koorts, infecties, tijdelijke arteriële occlusie door manchette!
VERANDERINGEN IN LAGE WEERSTANDSFLOWPATROON
- Piek schuift op naar boven samen met diastole
o Normaal: piek <125 en eind-diastole <40 (bij ICA en CCA)
o Abnormaal: verhouding pieksystole (van ICA en CCA) > 2
▪ Geeft ernst van vernauwing weer
VENEUS FLOWPATROON
NORMAAL VENEUS PATROON
ADEMHALINGAFHANKELIJK
- Uitademen → lager druk in borstkas en buikholte → bloed wordt aangezogen naar hart
- Inademen → aanzuigen stopt
- Gebruiken om te testen op klonters: normaal AH = wrs geen klonter
AFHANKELIJK VAN SPIERACTIVITEIT
- Opspannen kuit → bloed wordt geduwd naar hart
- Testen tijdens duplex door voet te bewegen, in kuit knijpen, hoesten, valsalvamaneuvre
VERANDERINGEN IN FLOWPATROON
BV. TROMBUS
- Echo: 2 venen die niet dichtgaan bij erop duwen → hier zit klonter in
- AH-variatie gaat eruit
BV. REFLUX
- Normaal: vene heeft kleppen om bloed naar hart te duwen
- Reflux: zieke ader
→ wel AH-variatie, maar als aanzuigeffect wegvalt gaat bloed niet nr boven maar naar beneden
→ omgekeerd signaal na duwen op venen
4