Hoofdstuk 1: Understanding international relations
1. Wat gaan we bestuderen?
In dit vak bestuderen we staatkundige entiteiten en de relaties daartussen.
Plaatsen zoals Antarctica en de Zuidpool vallen echter niet onder de soevereiniteit van een
land. De wereld is opgedeeld in statelijke entiteiten.
1.1 Soevereine staat
De soevereine staat is de hoeksteen van de Westfaalse wereldorde.
Omdat er geen wereldregering bestaat, staat er niets boven de soevereine staat; die geniet van
het hoogste gezag waar naar de burger zich moet schikken.
De juridische definitie van een staat, beslist tijdens de Montevideo Conventie van 1933
4 voorwaarden:
⇢ Grondgebied
⇢ Overheid
⇢ Bevolking
⇢ Internationale betrekkingen
Volgens de Verenigde Naties zijn er 193 staten die aan de 4 criteria voldoen.
1.1.1 Is palestina een staat?
- Grondgebied: Palestina’s grondgebied is versnipperd,
- Bevolking: er wonen meer palestijnen (5 miljoen) buiten palestina dan binnen.
- Overheid: Er is niet één centrale overheid
- Diplomatieke erkenning: verdeeldheid
1.1.2 Fragiele staten
Fragiele staten zijn staten waarin de centrale overheid het niet voor het zeggen heeft en waar
criminele bendes en terreurgroepen het land domineren.
Vb/ Syrië
1.2 Natie
ontstaan 18e eeuw
Een natie is een groep mensen met een gemeenschappelijke kenmerken (Geschiedenis, taal
en gebruiken, levensstijl,...)
Opgepast voor ‘Imagined communities’ of ingebeelde gemeenschappen
1.2.1 Natie + staat = natiestaat?
Soms vallen staat en natie samen, maar soms zijn naties echter verspreid over vele staten
Multinationale staten: België, Rusland, India,...
Naties die naar een onafhankelijke staat streven: Catalonië, Schotland,...
,1.3 Niet-statelijke actoren
1. Internationale organisaties
Er is geen enkel beleidsdomein denkbaar waar geen internationale organisatie voor
bestaat. Het sterkste voorbeeld hiervan is de Europese Unie.
2. Multinationals
Zijn ontstaan in de jaren ‘90 of de 2000’s.
3. NGOs
4. Terroristische en criminele groeperingen
5. Privépersonen en civil society
6. Religieuze organisaties
1.4 Studieveld
⇢ Ook aandacht voor niet-statelijke actoren en ‘low politics’
⇢ Geen waterdicht schot tussen binnen- en buitenlandse politiek omdat we in een
geglobaliseerde wereld leven.
2. Hoe bouwen we kennis op?
2.1 Analyseniveaus
We bespreken de analyseniveaus aan de hand van het voorbeeld van de huidige
Rusland-Ukraine crisis.
Wat verklaart de Russische houding?
1. Persoonlijke redenen
→ Kijken naar de impact van
individuele beslissingsmakers
(staatsleiders en hun adviseurs)
2. Statelijke redenen.
→ Focust op de politieke en
economische karaktertrekken van
landen en staten
3. Internationale redenen.
→ Focust op het gehele
internationale systeem, landen
bestaan niet in isolatie maar komen
constant in contact met elkaar.
2.2 De 4 grote theoretische scholen
⇢ Realisme
Staten hebben de hoogste macht, anarchisme overheerst. (Pessimistisch)
⇢ Liberalisme (‘niet-staatscentrisch’)
, De staat is niet de enige actor. Aan de basis van het internationaal systeem staat
samenwerking.
⇢ Radicalisme
Kapitalisme structureert relaties tussen mensen en op wereldvlak
⇢ Constructivisme
Hoe je staat is hangt af van hoe je als persoon bent en wat je zelf gelooft.
Geen enkele theorie is fout noch juist, we bieden telkens slechts een andere kijk op de
wereld: multiperspectivisme. Wanneer de theorieën gecombineerd worden spreekt met van
theoretisch eclectisme.
2.3 Belang van geschiedenis
Historische uniciteit versus recurrenties
Thucydides wordt vader van de wereldpolitiek genoemd omdat hij niet enkel omschreef wat
er gebeurde, maar ook zocht naar verklaringen.
Volgens hem lag oorlog niet in menselijke natuur, maar voeren we oorlog door verschillende
percepties en door het veiligheidsdilemma.
Moeten we lessen trekken uit het verleden?
⇢ München, 1938
Wanneer Hitler het sudetenland wil annexeren laten grootmachten dit toe onder het
mom van appeasementpolitiek.
⇢ Vietnamsyndroom
2.4 De Grote Vragen
De grote vragen/ enduring questions zijn onbeantwoorde vragen waar men als eeuwenlang
antwoorden op probeert te formuleren.
, Hoofdstuk 2: Geschiedenis van de wereldpolitiek
Het internationale systeem is een product van verschillende historische veranderingen
Een wereldorde is hoe de macht verdeeld is in de wereld op dat moment (economische,
politieke,..) en een wereldorde is stabiel als die er in slaagt om conflicten tussen
grootmachten te vermijden.
1. Startpunt
1.1 De wereld voor 1500, pre-westfaalse wereld
● Stadstaten
● Imperia (had geen vaste grenzen, wil enkel expanderen)
● Fragmentatie
● Netwerken: Netwerkstructuren; een afgeleide van stadstaten (handelsverbond)
● Stammen
1.2 De wereld in 1500
De wereld bestond vooral uit rijken
→ China
- geavanceerde economie, imperiale dynastieën, oudste beschavingen
→ Japan
- Had een keizer, maar was verdeeld in verschillende kleine politieke entiteiten geleid
door lokale militaire leiders
- 1600-1868 Tokugawa Shogunate
→ India
- Zowel cultureel als technologisch heel geavanceerd, afstammelingen van Ghengis
Khan hadden controle over het land tot 1700
→ Ottomaanse rijk
- Turkse stammen in het modern Turkije
- In 1453 veroverden ze de hoofdstad van het Byzantijnse rijk (Constantinopel)
- Tegen 1600 hadden ze macht over heel Turkije, de Balkan, een goed stuk van centraal
Europa, het midden oosten en Noord-Afrika
→ Sub-sahara Afrika