100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting AEC TENTAMEN JAAR 2 F&C 2 MAART HVA €6,89   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting AEC TENTAMEN JAAR 2 F&C 2 MAART HVA

 36 keer bekeken  0 keer verkocht

hoofdstukken 17 tm 20 tentamen 2 maart hva 2021

Voorbeeld 3 van de 19  pagina's

  • Nee
  • 17 tm 20
  • 27 februari 2021
  • 19
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (9)
avatar-seller
brittrijkenberghotmailnl
AEC Samenvatting

Hoofdstuk 17 het aanbod van geld
 Wie zorgen er voor het aanbod van geld?
 Hoe meten we het aanbod van geld?
 Hoe is het toezicht op banken geregeld?

Koopkracht:
Inflatie: prijzen stijgen, koopkracht daalt
Hyperinflatie: gaan over in ruil in natura
Schaarste:

17.1 Functies van geld

Hoe sterker mensen zich specialiseren in een bepaald beroep, hoe belangrijker de rol van
geld.
Functies:
 Geld is een ruilmiddel
 Geld is een rekeneenheid
 Geld als oppotmiddel

17.1.1 Geld als ruilmiddel

Geld is een ruilmiddel, de ruil in twee delen splitsen
 Een tafel wordt verkocht voor een bepaald geldbedrag, dat geld wordt gebruikt om
andere dingen te kopen.
o Tijdwinst, toename arbeidsproductiviteit
 Transactiekosten nemen af door gebruik van geld
 Geld zijn liquide middelen

Bij een hoge inflatie verliest geld zijn koopkracht, minder lange tijd tussen verkoop en
aankoop. Bij torenhoge inflatie willen mensen geen geld meer ontvangen -> omdat geld
bijna niks meer waard is.

17.1.2 Geld als rekeneenheid (van moderne economiemarkt)

 Ruil economie= verschillende prijzen
 Geld als rekeneenheid maakt de economie transparanter
o Minder tijd kwijt omrekenen prijzen
 Hyperinflatie geen goede rekeneenheid, prijzen veranderen per dag
o Ten koste van arbeidsproductiviteit
o Daarom gaan landen vaak op vreemde valuta

17.1.3 Geld als oppotmiddel

 Geld bewaren voor in de toekomst-> bestedingen uitstellen of vervroegen (lenen)
 Geld sparen-> vermogen opbouwen (beleggen in aandelen/obligaties)

,  Opgepot geld= geld als vermogensobject

17.1.4 Geld als middel of als doel?

‘to make money’ geld is een levensdoel.
 Rekeneenheid voor success
 Tot gevolg onverantwoordelijke riscio’s nemen-> heeft tot crisis geleidt

17.2 Geldsoorten

17.2.1 Munten
Intrinsieke waarde van geld= de waarde van geldmunten hangt af van de marktwaarde van
metaal
Nominale waarde= is de waarde die op de munteenheid staat

Nadelen
 Zwaargewicht, productie en transportkosten zijn hoog

17.2.2 Bankbiljetten
Uitgeven van bankbiljetten en munten= monopolie van de centrale bank
 Nieuw geld omzetten leidt tot hyperinflatie
 Bankbiljetten fiduciair geld= zijn waarde niet ontleent aan de intrinsieke waarde
o Adam Smith: ‘All money is a matter of belief’

17.2.3 Giraal geld (chartaal= munten en bankbiljetten)
Bankrekening= direct opeisbaar te goed bij een bank (niet tastbaar geld, digitale vorm)
 Rente verdienen door geld uit te lenen
o Beloning die de geldlener (debiteur) moet betalen aan de geldverstrekker
(crediteur) voor afstaan van liquide middelen
o Risico dat niet debiteur niet kan terugbetalen of wilt terugbetalen =
debiteurenrisico
Alleen een bank met een vergunning van de centrale bank mag nieuw geld scheppen
 Mag leningen verstrekken aan klanten in vorm van direct opeisbare vorderingen op
de bank
 Rekening-couranttegoed = direct opeisbaar te goed
o De bank krijgt een vordering op de klant
o Klant betaald rente, na verloop geldbedrag aflossen
= wederzijdse schuldaanvaarding, omdat bank direct opeisbare schuld aan lener en klant
schuld bij de bank

Liquiditeitspositie verslechterd door veel leningen te verstrekken weinig tegoeden te
hebben= bank is kwetsbaar -> klanten hun tegoeden opeisen, kan de bank niet aan zijn
verplichtingen voldoen => faillissement
 Kredietcrisis, geen kredietverleningen meer verstrekken
 Consument geen bestedingsplannen realiseren
 Bestedingen dalen
 Economische crisis

, 17.3 Geldhoeveelheid en binnenlandse liquiditeitenmassa

17.3.1 De geldhoeveelheid M1

ECB meet de geldhoeveelheid in de eurozone door balansen van monetaire (MFI’s)
instellingen
 MFI’s: financiële instellingen die nieuw geld kunnen creëren: ECB en geldscheppende
banken
 Geldgebruikers= publiek

M1= Primaire liquiditeitenmassa (direct betalen)
 Chartaal (tastbaar)
 Giraal geld
 Geldhoeveelheid= de primaire liquiditeiten in de handen van het publiek
(klanten)
Kasmiddelen van banken gaat van het chartale geld in omloop af.

17.3.2 De binnenlandse liquiditeitenmassa: M3

Secundaire liquiditeitenmassa= spaarrekeningen looptijd <2
 Direct opeisbare spaartegoeden en termijndeposito’s
 Geen betaalmiddel, wel snel overmaken naar je betaalrekening
o Bijna geld
 Bijna geld iedereen uitgeven -> inflatie-> controle ECB
Secundair = dus
 Korte spaargeld
 Korte termijndeposito’s

M3= primaire liquiditeitenmassa + secundaire liquiditeitenmassa

17.4 Banken en toezicht

17.4.1 Financiële instellingen
Financiële instellingen = handelen in geld
 Banken
 Verzekeringsmaatschappijen
 Pensioenfondsen
 Sociale fondsen
 Beleggingsinstellingen
Kredietkraan te ver open-> prijsstijgingen (door te veel uitgaves, investeringen)
Te ver dicht-> bestedingen omlaag-> economische groei stil

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper brittrijkenberghotmailnl. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,89. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 57114 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,89
  • (0)
  Kopen