Samenvatting Content Delivery
11/2019
Waarom Content delivery?
De manieren om te communiceren veranderen. Er komen steeds meer mogelijkheden om te
interacteren met content. Al die veranderingen komen samen en gebeuren tegelijkertijd. Tools en
technieken die we vroeger gebruikten zijn niet meer voldoende. Organisaties moeten het creëren,
ontwerpen, beheren en distribueren van content innoveren om daarop in te spelen. Daar kunnen
wij bij helpen.
Content delivery
Het proces van het vertalen van data naar betekenisvolle informatie en het distribueren ervan, op
een manier die aansluit bij de context van de gebruiker.
Content
Content is wat we ontwerpen, creëren, plannen, beheren en hergebruiken om informatie over te
dragen.
Consistente content = Content die past bij verschillende doelgroepen.
Content voorbeelden
Woorden, beelden, video’s. illustraties, slideshow, infographic, tweets, posts, blogs, rapporten.
Functie van content
- Brengt informatie over
- Communiceert ideeën
Zonder content
Geen interactie, geen user experience, geen context, geen aandacht, geen conversie, geen
resultaat
Vragen om te stellen met betrekking tot content delivery:
- welke data wordt er verzameld en hoe?
- Wat wordt er gepresenteerd aan de gebruiker
- Welke keuzes in presentatie worden er gemaakt?
- Wat kan de gebruiker met de gepresenteerde content?
Contenttype: Een contenttype is de vorm waarin de content is gegoten zoals een artikel,
testimonial, product/dienst.
Voorbeeld: boek, recept (zijn contenttypes)
De types zijn opgebouwd uit verschillende onderdelen (contentelementen) zoals een titel, intro,
foto, body tekst, quote, etc. Dit zijn de bouwstenen van je datalaag.
Content model: een formele representatie (schema) van gestructureerde content als een
verzameling contenttypes en hun onderlinge relaties.
Waarom gebruiken we een content model?
Een inhoudsmodel kan worden gebruikt om:
• Documenteer de regels die bepalen hoe inhoudstypes in combinatie worden gebruikt (bijv. Elke
bezienswaardigheid binnen 30 km van een stad wordt vermeld als een 'dagtocht')
• Verduidelijk vereisten voor de databases en CMS (bijv. Regels die entiteiten zoals steden en
oriëntatiepunten verbinden op basis van afstand)
• Inventariseer het aantal inhoudstypes (bijv. Hoeveel verschillende combinaties van het element
'stad' met anderen mogelijk zijn)
• Spot hiaten en kansen (zie nieuwe verbindingen tussen typen zoals steden en andere elementen
en entiteiten)
, Entiteit: Elke gegevenseenheid die kan worden geclassi ceerd als een type (bijvoorbeeld auteur)
Unieke identi catie: een code die deze onderscheidt van alle andere entiteiten.
Attributen: De elementen van inhoud die een entiteit vormen (bijv. Naam, beroep,
expertisegebieden van de entiteit 'auteur').
DIKW-piramide =
Wijsheid: Kennis en inzicht zodat het kan worden toegepast. (wat wil je bereiken?)
Kennis: informatie in context met begrip en betekenis. (hoe ga je dat vertellen?)
Informatie: Data samengevoegd en verwerkt tot begrijpelijke informatie. (wat ga je vertellen?)
Data: Ruwe input zoals: getalen, signalen, database, code, ect. (welke data heb je nodig?)
Als je data verzamelt voor meerdere gebruikers/devices, dan is de datalaag voor allemaal gelijk.
fi fi