Wat zijn de nadelen van het niet expliciet opstellen van hypothesen
Antwoord: - expliciete hypothesen helpen de diagnosticus om mogelijke oordeelsfouten te voorkomen
-expliciete hypotheses dwingt de diagnosticus om in termen van hun achterliggende theorie na te gaan welke verwachtingen hij heeft en bij welke onderzoeksuitkomsten hij kan aantonen dat deze verwachtingen juist zijn
-men verkleint met expliciete hypothesen de kans dat toevallige uitschieters in scores te veel gewicht krijgen bij de conclusies
2.
Wat zijn de Cluster-B persoonlijkheidsstoornissen?
Antwoord: Om te komen tot verantwoorde en liefst wetenschappelijk onderbouwde antwoorden op de hulpvraag
4.
Wat onderzoekt men met de vragenlijst MMPI-2-RF?
Antwoord: Deze is ontwikkeld met als doel mentale stoornissen en psychische probleemgebieden in kaart te brengen bij mensen met psychische klachten. 50 schalen onderverdeeld in validiteitschalen --> persoonlijkheidskenmerken probleemgebieden
5.
Welke persoonlijkheidsstoornissen vallen onder Cluster-A
Wat zijn de 4 deelstappen van de verklaringsanalyse?
Antwoord: 1. Onderzoeksvragen vertalen in hypotheses
2. Voor iedere hypothese toetsbare constructen bepalen, instrumenten en criteria kiezen om hypotheses te toetsen
3. Onderzoek voorbereiden en uitvoeren
4. vaststellen of hypotheses in overeenstemming zijn met de vastgestelde criteria
9.
Welke theorieën horen bij het referentiekader van ontwikkeling?
Wat zijn de 4 doelen van intelligentieonderzoek in de klinische praktijk?
Antwoord: 1. Indicatie van mogelijkheden en beperkingen diagnostiek en behandeling
2. verklaring van problemen
3. indicator bij het diagnosticeren van een stoornis
4. indicatie van mogelijke intellectuele achteruitgang
Voorbeeld van de inhoud
Reader Psychodiagnostiek in de Klinische Psychologie
Hoofdstuk 1 Inleiding: Psychodiagnostiek binnen de klinische psychologie
Inleiding
De Bruijn: Psychodiagnostiek is het op wetenschappelijk verantwoorde wijze verzamelen van informatie
omtrent de persoon en zijn situatie met het oog op het nemen van beslissingen
Psychologische kenmerken van personen op een gestructureerde wijze inventariseren leidt tot wetenschappelijk
gefundeerde uitspraken die richting geven aan de behandeling van de klachten van de cliënt.
1 Werkvelden
Aard van de diagnostiek kan verschillen tussen werkvelden
Generalistische basis-ggz → diagnostiek overwegend kleinschalig en in een kort tijdsbestek een beeld verkrijgen
van de primaire klachten en persoonlijkheid.
Gespecialiseerde ggz → zeer uitgebreide psychodiagnostisch traject
Verschillen tussen basis- en gespecialiseerde ggz veelal toe te schrijven aan de aard en de ernst van de
problematiek.
Basis ggz → 2 groepen cliënten
1. Cliënten met relatief enkelvoudige psychische problematiek
2. Cliënten die lijden aan meer complex chronische aandoeningen
Hulp is bij de basis-ggz vaak kortdurende en sterk geprotocolleerd.
Voor alle problematiek die wordt behandeld binnen basis-ggz geldt dat er een DSM-classificatie moet zijn om
behandeling te kunnen indiceren.
Cliënten in instelling voor gespecialiseerde ggz→ behandeling voornamelijk op complexe psychische
problematiek, daarnaast ook psychosociale klachten en/of levensfaseproblematiek.
Alle klachten en beïnvloedende factoren dienen op een grondige wijze in kaart worden gebracht om tot
behandeladvies te komen.
Functie intake is hetzelfde → inventariseren en beslissen of de cliënt met zijn hulpvraag bij deze zorgverlener aan
het juiste adres is.
Basispsycholoog → master en (BAPD) Basisaantekening Psychodiagnostiek. De basispsycholoog heeft beperkte
diagnostische en behandelbevoegdheden. Werkt onder toezicht van gz-, klinische of psychotherapeut.
GZ-psycholoog → 2- jarige opleiding binnen hulpverlening voor een generalistische basis.
Klinische (neuro) psycholoog na tweejarige opleiding → vierjarige opleiding specialistische opleiding → ook
onderzoeks- en management vaardigheden komen hierbij aan bod.
Psychotherapeut na master → 4-jarige opleiding waarbij nadruk ligt op meer complexe therapeutische kanten van
de psychologische hulpverlening.
2 Populatie en problematiek
Binnen klinische setting → hulpverlening aan personen van alle leeftijden met psychische problematiek. → DSM-
classificatie, maar ook relationele klachten of psychosociale problematiek.
GZ-psycholoog verleent veelal hulp aan mensen met een somatische aandoening die als gevolg van deze
aandoening psychische klachten ervaren. Ook somatoforme stoornissen
,3 Verwijzing en doorverwijzing
Psycholoog in eerste instantie in contact met cliënt via aanmelding een erkend verwijzer( huisarts, medisch
specialist.)
Voor een vergoeding van de ziektekostenverzekering → altijd verwijzing van de huisarts nodig.
Onderzoeken of cliënt voor hulp aan het goede adres is → Dit is één van de doelstellingen van het
psychodiagnostisch onderzoek.
Interne doorverwijzing gaat ten koste van de continuïteit van de zorg aan de cliënt. Tegenwoordig zo min mogelijk
doorverwijzingen. Cliënt ziet idealiter 1 psycholoog.
Bij externe doorverwijzing → terugverwijzing naar de huisarts of medische specialist, of doorverwijzen naar een
gespecialiseerde instelling.
4 Multidisciplinaire samenwerking
Klachten cliënt besproken door verschillende hulpverleners met uiteenlopende wetenschappelijke of professionele
competenties. Vaak biopsychosociaal model aangehouden. Disciplines ondersteunen elkaar bij de uitvoering van
taken en verantwoordelijkheden. → disciplines moeten op de hoogte zijn van de basale theoretische
uitgangspunten en vakjargon van de andere disciplines.
5 Psychodiagnostische taak
Meeste gevallen vindt dit plaats bij de aanmelding van een cliënt, maar kan ook gedurende het traject gebeuren.
Dit gebeurt als lopende behandeling stagneert of als er nieuwe gegevens naar boven komen.
Doel 1: nagaan of aangemelde cliënt voor hulp aan het goede adres is.
Doel 2: onderzoeken wat de aard en de ernst is van de klachten en op welke wijze cliënt het beste geholpen kan
worden.
Relevante info en een overzicht van de probleemgedragingen en symptomen is te verkrijgen met:
- Medische dossiers
- Observaties
- Output na gebruik interviews- en gesprekstechnieken
- Resultaten verkregen door gebruik van psychodiagnostische meetinstrumenten
- Aanvullende info uit algemeen medisch onderzoek, hersenonderzoek, bloedonderzoek en
psychofysiologische meetmethoden.
Symptomen clusteren → gedragsclusters ‘syndromen’
Ook belangrijke sterke en zwakke kanten van een persoon in kaart brengen → duidelijk beeld hoe om te gaan met
problematiek.
Binnen de klinische psychologie → psychodiagnostisch onderzoek zich richten op verschillende domeinen:
Beeld van het niveau en structuur van de intelligentie. Beter zicht op sterke en zwakke punten van het intellect en
cognitief functioneren van de client. Dit kan aan de hand van observaties (iemands werkwijze, manier van omgaan
met taken, tijdsdruk en flexibiliteit).
Voorbeelden van tests:
- WAIS
- WISC
, - DAT
- Raven
- Drenth serie
Persoonlijkheidsonderzoek
Persoonlijkheidskenmerken in kaart brengen en of deze invloed hebben op het klachtenpatroon
Voorbeelden van tests:
- MMPI-2
- NPV-2
- HEXACO
- NEO-PI-R
Projectief onderzoek of indirecte methoden
Vooral kwantitatief te werk. Geprobeerd gegevens te achterhalen die niet bereikt kunnen worden via zelf-
rapportage of gedragsobservatie. Er wordt gelet op hoe een cliënt omgaat met een taak, en de uitvoering zal
daardoor iets laten zien van de eigenschappen, voorkeuren, reactiewijze, thema’s enz. van de cliënt.
Psychometrische kwaliteit is zwak → vooral exploratief als aanvulling
Voorbeelden van tests:
- Thematic Apperception Test (TAT)
- Zin-aanvultaak (ZAT)
- Rorschach test
Neuropsychologisch onderzoek
Ingezet wanneer de vraag zich richt op het in kaart brengen van hogere cognitieve functies. Relatie hersenen-
gedrag.
Voorbeelden:
- Stroop kleur-woordtaak
Probleemgericht onderzoek
Klachten worden nader onderzocht, of wordt gescreend of er sprake is van andere klachten die eerder niet aan de
orde waren:
Hoofdstuk 2 De diagnostische cyclus in de praktijk van de klinische en
gezondheidspsychologie
Inleiding
Psycholoog moet professionele verantwoordelijkheid voor de cliënt en het gebruik van wetenschappelijke kennis
op een transparante wijze combineren.
1 Achtergrond van de diagnostische cyclus
Voor een verantwoorde diagnostische procedure wordt de empirische cyclus voor experimenteel onderzoek als
basis gebruikt.
Verschil tussen diagnostiek en wetenschappelijk onderzoek is dat wetenschap op zoek is naar generaliserende
antwoorden terwijl diagnostiek op zoek gaat naar antwoorden voor een individu of specifieke groep.
Belangrijke richtlijnen zijn:
- Toets vermoedens (hypothesen) aan gegevens en stel oordelen bij als daar aanleiding toe is.
- Zoek doelgericht en systematisch naar bepaalde patronen en houd rekening met de consistentie van
patronen
- Hanteer theoretisch verantwoorde redeneringen en gegevens uit recent wetenschappelijk onderzoek.
, - Leg verantwoording af aan collega’s en cliënten door denk- en werkwijze steeds te expliciteren.
Doel van deze richtlijnen is het voorkomen en beperken van oordeelsfouten en het streven naar transparantie.
(De Bruyne) Bovengenoemde richtlijnen zijn vertaal naar model met 4 stappen
Hierin worden hypothesen getoetst over gedrag, cognities, emoties aan de hand van een gefaseerd diagnostisch
proces
Het model heeft een cyclisch karakter.
2 Aanmelding en hulpvragen
Diagnostisch onderzoek begint met aanmelding van een cliënt door verwijzing of zelf hulpvraag.
Eerste taak → nagaan in hoeverre het professioneel en ethisch verantwoord is de opdracht te accepteren (is de
psycholoog deskundig genoeg, rolverwarring)
Belangrijk om vooraf helder te hebben wie in dit onderzoek precies de opdrachtgever en de cliënt is. Soms zijn de
opdrachtgever en de cliënt verschillende personen.
Het is belangrijk om als psycholoog de verschillende rechten (en plichten) en de bijbehorende procedures vooraf
duidelijk te maken aan alle betrokken partijen.
2.1 Hulvraagcategorieën
Aard van de hulpvraag is bepalend voor de informatie die moet worden uitgevraagd en voor het type diagnostisch
onderzoek = onderzoeksscenario
Regelement Basisaantekening Psychodiagnostiek van NIP vragen → 5 categorieën
Het in kaart brengen van bepaalde kenmerken of problemen.
Verklarende vraag
Verklaren van een bepaald kenmerk, concept, probleem, klacht of gedrag. De ‘waarom’ vraagstelling. Verklaring
→ kenmerk van persoon (intern) OF omgeving (extern). Dit wordt locus van verklaring genoemd. Men kan ook
spreken van:
- Inducerende condities → ontstaan
- Continuerende condities → in stand houden
Hulverlening wordt er gesproken over:
- Predisponerende factoren( groter kans op uitkomst)
- Luxerende factoren (ontwikkeld een bepaalde uitkomst zich werkelijk)
- Onderhoudende factoren( zorgen voor instandhouding)
Indicerende hulpvraag
De vraag welke stappen de cliënt het beste kan ondernemen om zijn of haar doel te bereiken. In de
gezondheidspsychologische setting is dit meestal klachtenvermindering.
Tussenstap bij het beantwoorden van indicerende vragen is de uitkomst voorspellen van de verschillende opties
(behandelingen, interventies) Er is hier sprake van predictieve vraagstellingstype. Dit vormt niet alleen een
tussenstap bij indicerende vragen, maar ook bij de overige 2 vraagstellingstypen: selecteren en toewijzende.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tobiasnijman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,89. Je zit daarna nergens aan vast.