Samenvatting
Samenvatting Voeding en Diëtetiek - Leerjaar 1, Semester 1
- Instelling
- Haagse Hogeschool (HHS)
Samenvatting van de leerdoelen van leerjaar 1, semester 1 van de opleiding Voeding en Diëtetiek
[Meer zien]Voorbeeld 4 van de 48 pagina's
In winkelwagenEnkele voorbeelden uit deze set oefenvragen
1.
Bereken de hoeveelheid energie in Kcal van het ontbijt van Naomi: 1 boterham (volkoren) met Goudse 48 kaas belegen (portie) 1 banaan 1 glas thee met suiker
Antwoord: 268kcal
2.
. De berekening van de totale dagvoeding van Naomi staat hieronder. Hoe is de verdeling in energiepercentages? Koolhydraten: 250 gram Vetten: 110 gram Eiwitten: 113 gram Vezels: 15 gram
Antwoord: Koolhydraten 51% - vetten 28% - eiwitten 19% - vezels 2%
3.
Wat is geen advies op basis van de Schijf van Vijf?
Antwoord: Meer geraffineerde producten dan ongeraffineerde producten
4.
Wat is het advies van het voedingscentrum over smeer- en bereidingsvetten?
Antwoord: Gebruik zachte margarine op brood en olie of vloeibaar bak en braadvet om in te bakken
5.
Wat is een functie van vetten?
Antwoord: Onderdeel van celmembraan
6.
Welk van onderstaande stoffen betreft een oligosacharide? a. Zetmeel b. Amylose c. Lactose d. Inuline
Antwoord: Inuline
7.
Een patiënt heeft een extreme vorm van xerostomie (een aandoening waarbij geen speeksel wordt aangemaakt). In welke fase van de vertering kan nu een probleem optreden: a. Hydrolyse van zetmeel tot kortere polysachariden b. Hydrolyse van disacharide tot monosachariden c. Hydrolyse van monosachariden d. Hydrolyse van monosachariden tot disacharide
Antwoord: a. Hydrolyse van zetmeel tot kortere polysachariden
8.
Meneer Jacobsen heeft een dagelijkse inname van 11060 KJ. Je wilt berekenen hoeveel koolhydraten hij dan maximaal binnen mag krijgen volgens het advies van de Gezondheidsraad. Wat is het juiste advies? a. Maximaal 260 gram b. Maximaal 455 gram c. Maximaal 358 gram d. Maximaal 400 gram
Antwoord: b. Maximaal 455 gram
9.
Je geeft meneer Jacobsen een advies: “Vervang de cornflakes in de ochtend door muesli”. Dit advies is gebaseerd op het vermeerderen van de hoeveelheid… a. polysachariden b. koolhydraten c. vezels d. disacharide
Antwoord: Vezels
10.
Welk van onderstaande producten kan je het beste adviseren bij een cliënt die te weinig koolhydraten binnenkrijgt? a. Een avocado door de salade snijden ’s avonds b. Rauwe spinazie op de boterham toevoegen als garnering c. Tussendoor een paar (4 a 5) dadels nemen d. Neem een eetlepel mayonaise bij de warme maaltijd
Antwoord: c. Tussendoor een paar (4 a 5) dadels nemen
Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen
1.
Welk organel/ welke organellen zorgen in de cel voor aerobe dissimilatie van glucose tot de vorming van ATP en koolstofdioxide (CO2)? A-ribosomen B-lysosomen C-mitochondriën D-golgicomplex
Antwoord: C-mitochondriën
2.
Welke van onderstaande stellingen over het celmembraan is waar? A De staarten van de fosfolipiden dubbellaag zijn hydrofoob en de koppen zijn hydrofiel waardoor het membraan semipermeabel is. B De staarten van de fosfolipiden dubbellaag zijn hydrofoob en de koppen zijn hydrofiel waardoor het membraan permeabel is. C De staarten van de fosfolipiden dubbellaag zijn hydrofiel en de koppen zijn hydrofoob waardoor het membraan semipermeabel is. D De staarten van de fosfolipiden dubbellaag zijn hydrofiel en de koppen zijn hydrofoob waardoor het membraan permeabel is.
Antwoord: A De staarten van de fosfolipiden dubbellaag zijn hydrofoob en de koppen zijn hydrofiel waardoor het membraan semipermeabel is.
3.
In een laboratorium doet een wetenschapper onderzoek naar bloed. Bij een proef wordt 10 ml bloed verdund met 10 ml gedestilleerd water (water met nauwelijks opgeloste stoffen). Beredeneer wat er gebeurt met de rode bloedcellen. De bloedcellen... A klonteren samen. B krimpen ineen. C zwellen op. D blijven gelijk.
Antwoord: C zwellen op.
4.
Wat is het allereerste proces aan het begin van de afbraakroute van glucose in de cel? A glycogenolyse B-glycolyse C-gluconeogenese D-hydrolyse
Antwoord: B-glycolyse
5.
Wat is het eindproduct van de glycolyse? A pyruvaat B-lactaat C-aceton D-fructose
Antwoord: A pyruvaat
6.
Acetyl co-A kan gevormd worden uit... A sommige aminozuren B-vetzuren en glycerol C-glucose D alle bovenstaande antwoorden zijn juist
Antwoord: D alle bovenstaande antwoorden zijn juist
7.
Een cliënt wil een dieet volgen zonder koolhydraten. Gezien de energievoorziening van het lichaam, wat is je advies? A Dit heeft geen invloed op de energiehuishouding en dus verstandig B Omdat pyruvaat nodig is voor het laten verlopen van de citroenzuurcyclus is het lastig energie te vormen en dus onverstandig. C Omdat pyruvaat nodig is voor het laten verlopen van de glycolyse is het lastig energie te vormen en dus onverstandig. D Omdat acetyl co-A nodig is voor het laten verlopen van de citroenzuurcyclus is het lastig energie te vormen en dus onverstandig.
Antwoord: B Omdat pyruvaat nodig is voor het laten verlopen van de citroenzuurcyclus is het lastig energie te vormen en dus onverstandig.
8.
Jouw cliënt heeft een niacine tekort. Welk probleem kan dit opleveren voor de energievoorziening in het lichaam? A er kan geen FAD worden gemaakt wat nodig is om waterstofionen en elektronen te verplaatsen B er kan geen acetyl co-A worden gemaakt wat nodig is om waterstofionen en elektronen te verplaatsen C er kan geen NAD worden gemaakt wat nodig is om waterstofionen en elektronen te verplaatsen D er kan geen pyrofosfaat worden gemaakt wat nodig is om waterstofionen en elektronen te verplaatsen
Antwoord: C er kan geen NAD worden gemaakt wat nodig is om waterstofionen en elektronen te verplaatsen
9.
Wat is de juiste omschrijving van energieverbruik? A een combinatie van het rustmetabolisme en het basaalmetabolisme B een ander woord voor rustmetabolisme C een combinatie van rustmetabolisme, thermogeen effect van voeding en fysieke activiteit D een combinatie van basaalmetabolisme, thermogeen effect van voedsel en fysieke activiteit
Antwoord: D een combinatie van basaalmetabolisme, thermogeen effect van voedsel en fysieke activiteit
10.
Wat is de juiste omschrijving van energieverbruik? A een combinatie van het rustmetabolisme en het basaalmetabolisme B een ander woord voor rustmetabolisme C een combinatie van rustmetabolisme, thermogeen effect van voeding en fysieke activiteit D een combinatie van basaalmetabolisme, thermogeen effect van voedsel en fysieke activiteit
Antwoord: D een combinatie van basaalmetabolisme, thermogeen effect van voedsel en fysieke activiteit
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lindespits1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 51683 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen