Bijeenkomst 1: Infusie
Wet en regelgeving
- WGBO: Patiënt moet altijd door de arts op de hoogte gesteld worden van het doel van het bloedonderzoeken
en tevens toestemming geven.
- Wet BIG: Voorbehouden handelingen, bekwaam is bevoegd, in opdracht van de arts.
Tijdens het stuwen voor een venapunctie controleer je de hartslag aan de arteria radialis: Juist.
Venapunctie
Indicaties
- Bepalen klinische waarden: - Electrolyten (na, ka, cl)
- Leverfuncties (Asat, Alat)
- Nierfuncties (kreat, ureum)
- Hartenzymen (ck)
- Bepalen klinisch haematologische waarden:
- Hb, ht, leuco’s, tromco’s
- Aptt, ptt, inr
- Bepalen toxicologie: - Medicatie, alcohol, opiaten.
- Bloedkweken
- Bloedspiegels bijv.: - Medicatie (digoxine)
- Titer (hep B)
- Bloedgroep/kruisbloed
- Bloedafname bij donoren
- Aderlating bij hoog hb: - Hemochromatose, COPD
(relatieve) contra indicaties
- Littekenweefsel - Ontsteking
- Parese - Trombose
- Hematoon - Infuus/shunt
- Lymfeklieren verwijderd
Verpleegkundige aandachtspunten venapunctie
- Locatie: - Vena basalica
- Vena cephalica
- Zichtbaar maken bloedvat: - Voldoende licht
- Kloppen op het bloedvat (met alcohol)
- Warme toevoegen voor verbeterde doorbloeding
- Vuist maken
- Zwaartekracht: arm even laten hangen
- Bij donkere huidskleur: alcohol zorgt voor reliëfverschil.
- Desinfectie: niet desinfecteren, mits: - verminderde weerstand
- bloedkweken
- bloedafname voor transfusie
- Stuwen: - 5-10 cm boven punctieplaats
- Zorg dat er arteriële bloeddoorstroming is (palperen art. Radialis)
- Techniek: - Naald 30 graden.
- Persoonlijke bescherming
- Identificatie patiënt vs aanvraagformulier.
- Laat patiënt liggen of zitten.
- Angst/pijn? Lidocaïne (werkt alleen maar voor de prik).
- Allergie voor desinfectans/pleisters?
- Verlengde bloedingstijd?
- Preventie prikaccidenten: - Veiligheidsnaalden
- Naaldenbeker binnen handbereik
- Niet recappen van de naald
- Stuwband, naald, vacutainer, bloedbuisjes.
,Verpleegkundige aandachtspunten: complicaties
- Flauwvallen - Nabloeden
- Infectie - Littekenvorming
- Hematoomvorming: - Gebruik antistolling
- Moeizame punctie
Bloedafname donoren
- Vol bloed: afname 500 ml per afname
- Na centrifuge: Scheiding in 3 componenten
1. Erytrocyten
2. Plasma
3 Trombocyten (onderdeel van buddy coat)
- PlasmaFerese: 600-700 ml per afname (op basis van lichaamsgewicht)
Indicatie erytrocyten
- Normaal: - Mannen: 8,5-11 mmol/l
- Vrouwen: 7,5-10 mmol/l
- 1 donoreenheid geen 0,5 mmol/l
- Te laag hemoglobinegehalte:
- De bestrijding of het voorkomen van (symptomen van) een tekort aan zuurstof
transportcapaciteit van het bloed
- Wisseltransfusie bij ernstige hyperbilirubinemie (ongeconjugeerd bilirubine) a.g.v.
een bloedgroep antagonist bij een pasgeborene.
- De waarde van het HB is o.a. afhankelijk van leeftijd van de patiënt en bijkomende ziekte(n).
- Onderscheid tussen acute en chronische anemie.
- 4-5-6 Regel: Beperkt bloedverlies of Post-OK
- 6 mmol/l: symptomatisch coronair lijden, decompensatio cordis of ernstige
pulmonale beperking
- 5 mmol/l: Alle leeftijden, matige co-morbiditeit of > 60 geen co-morbiditeit
- 4 mmol/l: Leeftijd < 60, geen comorbiditeit
- 4-5-6 regel: groot bloedverlies
- 6 mmol/l: Symptomatisch coronair lijden, decompensatio cordis of ernstige
pulmonale beperking
- 4 mmol/l: Alle anderen.
- >15% circulerend volume of pre-OK
Indicatie trombocyten
- Verbeteren primaire hemostase om de bloedingsneiging te verminderen
- Behandeling van manifeste bloeding bij patiënten met een trombocytopenie of trombocytopathie.
- Wat is de oorzaak van de bloeding?
- Afweging risico <-> bloedingsneiging.
- Wat is het alternatief?
- Medicamenteuze en/of chirurgische bloedingsneiging verminderde maatregelen.
Indicatie Plasma (FFP= fresh frozen pasma)
- Substitutie van deficiënte stollingsfactoren (TTP/HUS_
- Plasma kan geïndiceerd zijn bij o.a.:
- Bloedingen (of te verwachten groot bloedverlies) bij gecombineerde
stollingsfactor deficiënties door:
- Verlies/verdunning met kristalloïden en/of colloïden tijdens massale
transfusies of plasmafarese, bijv. bij brandwonden
- Acute diffusie intravasale stolling
- Ernstige lever insufficiëntie
, Verpleegkundige aspecten
- Controleren van de pols, bloeddruk, temperatuur, algehele conditie.
- Toedieningssysteem vullen of laten doorlopen met fysiologische zoutoplossing: NACL 0,9%
- Controleren druppelkamer: met filter en vloeistofhoogte.
- Identificatie van het juiste product voor de juiste patiënt voorafgaand aan iedere transfusie: - Lab: voor
overdracht aan de verpleegafdeling.
- Lab: bij overdracht aan de verpleegkundige.
- Verpleegkundige: controle samen met collega vpk aan bed van patiënt:
- Naam patiënt - Geboortedatum
- Identificatienummer - Aanvraag en product
- Bloedgroep - Productnummer
- Afwijkingen - Aanwezigheid van antistoffen
Verpleegkundige aspecten
- Bloedproduct veilig aansluiten.
- Volume: +- 300 ml. Verhoogd risico op belasting Diuretica
- Toedieningssnelheid instellen (bij volwassenen):
- Erytrocyten: 1-6 uur/eenheid
- Trombocyten: 20 min
- Plasma: 20/30 min
- Medicatie mag nooit gelijktijdig met bloedproducten via een enkellumen infuus worden toegediend.
- Verwarmen omdat het uit een koeling komt
- Doorspoelen met NACL 0,9%
Verpleegkundige aspecten
- Observatie en controle!
- De patiënt dient gedurende eerste 5 a 10 min van de transfusie intensief worden geobserveerd.
- Eerste 10 minuten van de transfusie aan een volwassene niet meer dan 20 ml van het bloedproduct toe te
dienen.
- Minimaal ieder uur controleren of infuus goed loopt.
- Voor, tijdens en na transfusie controleren van vitale functies.
- Niet-hemolytische transfusiereactie:
- Binnen 2 uur na het beginnen van de transfusie temperatuursverhoging en/of een
koude rilling
- Bij geringe temperatuurstijging (1-2 graden) zonder relevante symptomen kan de
transfusie onder strikte controle worden voortgezet. Bij ernstige koortsreactie of
koude rilling dient de transfusie onderbroken te worden
- Acute hymolytische transfusiereactie
- Hoge koorts al of niet met koude rillingen en/of pijn op de borst, hypotensie,
dyspnoe, misselijkheid, lende pijn en tachycardie.
- Acuut staken transfusie!
- Onderneem ‘acties acute transfusiereactie’
Perifeer infuus
- Alles in opdracht van de arts met verwijzing naar:
- Infuusvloeistof - Inlooptijd
- De reden van inbrengen - Moment van verwijderen
- Het inbrengen van een infuus is een voorbehouden handeling
- Verpleegkundige hebben een functionele zelfstandige bevoegdheid.
- Studenten: afhankelijk van de afdeling en alleen onder begeleiding.
- Het klaarmaken van een infuussysteem en het assisteren bij het inbrengen van een infuus vallen niet over de
wet BIG.