Beheersfunctie van De bijdrage die de sociologie levert aan het bestuur en beleid van de
sociologie samenleving.
Ideologiefunctie van De bijdrage die de sociologie levert door het zichtbaar maken van
sociologie bestaande (machts)verhoudingen tussen menselijke betrekkingen in de
samenleving.
Macht Het vermogen om iets aan de samenleving te veranderen, bestaande uit
drie niet op zichzelf staande elementen:
1. Het vermogen om doelstellingen in de toekomst te formuleren.
2. Het vermogen om daarvoor middelen aan te wenden.
3. Het vermogen om via die middelen invloed uit te oefenen.
Ordenende functie De bijdrage die de sociologie levert door het overzichtelijk en begrijpelijk
van sociologie maken van een onoverzichtelijke werkelijkheid.
Sociologie De wetenschap die zich toelegt op het verklaren van gedrag van
individuen en groepen van mensen vanuit de maatschappelijke invloeden
die ze ondergaan.
Sociologische De mate waarin een probleem van betekenis is voor de sociologische
relevantie wetenschap. Een probleem wordt als sociologisch relevant geïdentificeerd
door middel van criteria. Schuyt noemt 6 criteria:
1. Er moet sprake zijn van een aanzienlijk aantal getroffenen.
2. Het probleem moet samenhangen met andere problemen.
3. Het probleem is niet van tijdelijke aard, maar structureel en van
lange duur.
4. Het probleem moet bovenpersoonlijke oorzaken hebben.
5. Het probleem moet tegen serieuze waarden ingaan.
Sociologische Het in verband brengen van los van elkaar staande persoonlijke
verbeeldingskracht ervaringen, situaties en problemen door ze in het licht te plaatsen van de
manier waarop de samenleving functioneert.
H2 SOCIALISATIE
Doel Een denkbeeldige toekomstige situatie die door individuen of groepen
wordt nagestreefd.
Gedrag Iedere vorm van menselijk handelen in een sociale context.
Hospitalisering Een bijzondere vorm van internalisering, waarbij het gedrag van mensen
zo door anderen bepaald en geregeld wordt, dat ze zelf nauwelijks meer
enig initiatief kunnen nemen.
Ik-cultuur In een ik-cultuur worden de persoonlijke identiteit en het gedrag van een
individu vooral bepaald door de persoonlijke opvattingen en behoeften, en
minder door de sociale verwachtingen van de omgeving van die persoon.
Instanties Organisaties die de instituties uitdragen in de samenleving. het gaat dan
om organisaties die de bevoegdheid hebben belangrijke maatschappelijke
functies uit te oefenen (bijv. rechtspraak en onderwijs).
Institutie Een gestandaardiseerd patroon van denken en doen in bepaalde situaties.
Een institutie kan voor meer of minder mensen gelden, voor een bepaalde
groep, of voor een hele samenleving.
Institutionaliseren Het proces waarbij nieuwe vormen van denken en doen een
gestandaardiseerd patroon krijgen.
Internalisering Het proces waarbij mensen zich verwacht gedrag eigen maken, zodat ze
het zonder nadenken en automatisch doen.
, Nature (en nurture) Begrippen die verwijzen naar het sociologische debat over welke aspecten
van gedrag aangeboren of aangeleerd zijn. Nature verwijst naar gedrag
met een genetische of biologische oorsprong, nurture verwijst naar de
invloed van de sociale omgeving en rolverwachtingen op het gedrag.
Normen Normen zijn concrete gedragsregels die aangeven wat verwacht wordt in
een bepaalde situatie, wat je moet doen of juist niet moet doen. Normen
zijn te onderscheiden in morele normen (goed en kwaad), juridische
normen (legaal en niet legaal of juridisch wel of niet geoorloofd) en
sociale normen (gepast of niet gepast). Deze normen hoeven niet altijd
samen te vallen.
Rationele- Een sociologische benadering waarin het gedrag van mensen wordt gezien
keuzetheorie als een zakelijke of verstandelijke afweging van kosten en baten.
Reïficatie Het verschijnsel dat sociologische begrippen worden gezien als dingen die
op zichzelf staan en zelfstandig sturing geven aan menselijk gedrag (bijv.:
De “maatschappij” wil dat …).
Rol Een samenstel van normen en verwachtingen met betrekking tot het
gedrag en de positie van iemand anders, ook wel de roldrager genoemd.
Roldrager Een individu dat een rol vervult die hoort bij een maatschappelijke positie.
Rollenconflict Een situatie die ontstaat als de eisen en verwachtingen aan een roldrager
zo uiteenlopen dat ze moeilijk te combineren zijn. Er is onderscheid te
maken tussen een extern en een intern rollenconflict. Bij een extern
rollenconflict kan iemand als gevolg van de verschillende posities die hij
tegelijkertijd inneemt de verschillende verwachtingen die aan hem gesteld
worden moeilijk combineren. Bij een intern rollenconflict gaat het om
één sociale positie die moeilijk te combineren is met verschillende
verwachtingen die aan iemand gesteld worden.
Sociale cohesie De samenhang die in de samenleving of groep bestaat door de mate
waarin mensen zich met elkaar verbonden voelen.
Sociale controle Het geheel van reacties om de waarden en normen te handhaven. In het
geval van beloningen ter goedkeuring, ondersteuning of instemming
spreken we van positieve sancties. Van negatieve sancties is sprake
wanneer het gaat om straffen ter afkeuring.
Socialisatie Het proces waarbij mensen leren zich sociaal te gedragen in de voor hen
relevante groepen. Hierbij maken ze zich de normen en waarden eigen die
horen bij de desbetreffende groep.
Socialisators Opvoeders die van invloed zijn op het socialisatieproces van mensen.
Socialiserende Organisaties die betrokken zijn bij de overdracht van gedragspatronen,
instanties normen en waarden.
Waarden Waarden zijn de met anderen gedeelde voorstellingen over wat juist en
goed is en daardoor nastrevenswaardig. Waarden fungeren daarmee als
maatstaf. Waarden zijn vaag en abstract geformuleerd en zijn
voorwaardelijk. Aan waarden zijn twee aspecten te onderscheiden: het
zeg-gedrag (hoe er over iets gepraat wordt) en het doe-gedrag (wat er
aan gedaan wordt).
Wij-cultuur In een wij-cultuur wordt de persoonlijke identiteit vooral bepaald door de
sociale groep waartoe iemand behoort.
H3 CULTUUR
Acculturatie Een proces waarbij we (alsnog) een vreemde (sub)cultuur of elementen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LarissaSW. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.