Colleges Leerling-leerkracht interactie
College 1
29 oktober
3 theorieën in dit vak: gehechtheidstheorie, zelfdeterminatietheorie, interpersoonlijke theorie
3 domeinen van leerling-leerkracht relaties:
- Instructie/didactiek: inhoudelijke kant van het leerkracht zijn, hoe je je lessen vormgeeft, hoe
je onderwijst.
- Klasorganisatie/gedragsmanagement: orde houden, hoe ga je soepel van ene naar andere
activiteit, regels en verwachtingen van leerlingen duidelijk, wat doe je als leerlingen zich niet
aan de regels houden
- Affectieve relatie/emotionele ondersteuning: emotionele band tussen leerkracht en
leerling. Dit is iets wat oorspronkelijk weinig aandacht kreeg, nu steeds meer gelukkig. Uit
onderzoek blijkt ook dit heel belangrijk al dan niet als het belangrijkste aspect van het
leerkrachthandelen.
Niveau waarop je de relatie bekijkt:
- Leerkrachtstijl (t.o.v. groep)/klasklimaat: hoe je gedraagt als leerkracht op groepsniveau, je
handelen tegenover de hele klas
- Dyadisch (1-op-1) (t.o.v. individueel kind): hoe je je gedraagt tegen de individuele leerlingen
in de klas, je relatie met een individueel kind (kan leuke leerkracht zijn voor meeste
leerlingen, maar juist niet voor dit specifieke kind). Dit heeft heel veel grote effecten en
leidt ook tot veel verschillen tussen relaties en hoe leerlingen zich ontwikkelen.
Gehechtheidstheorie: emotionele veiligheid als verklarend mechanisme.
Warmtekant/affectieve kant van de opvoeding werd steeds belangrijker gevonden. Als ouders
sensitief zijn (op de juiste manier en op tijd reageren op hoe het kind zich uit) zorgt dat bij kinderen
voor emotionele veiligheid en zelfwaardering. Dit zijn belangrijke voorwaardes om de omgeving te
exploreren. Zonder veiligheid geen aandacht voor omgeving. Als je je veilig voelt kan je je sociaal-
emotioneel, je gedrag en cognitief ontwikkelen. Emotionele veiligheid als verklarend mechanisme,
emotionele veiligheid is dus waarom ouders belangrijk zijn voor het functioneren van kinderen.
Ouders moeten zorgen voor veiligheid en dan kan het kind gaan exploreren.
Kan deze theorie overgezet worden op leerling-leerkracht relatie?
Wat is een gehechtheidsrelatie?
- Gehechtheid: een speciale emotionele band, die:
o Een duurzaam (op lange termijn), exclusief (uniek) karakter heeft (gehecht aan
specifiek persoon, niet aan alle volwassenen in je omgeving en ook niet iedere
volwassene is een gehechtheidsfiguur voor ieder kind)
o Losstaat van tijd, ruimte en cultuur: gehechtheidsmechanisme gold vroeger ook al,
geldt in alle culturen (kan anders geuit worden per cultuur)
o Niet per definitie wederkerig is: jij bent gehecht aan je ouders, je ouders geven jou
veiligheid, maar jij geeft jouw ouders geen veiligheid
o Een belangrijke context biedt voor het (leren) reguleren van emoties
- Een gehechtsheidband is meer dan een gewone affectieve band:
o Onderscheidend kenmerk: het zoeken van veiligheid bij de partner (vader/moeder),
dat je partner kan zorgen voor de veiligheid die jij zoekt
Relatie leerkracht als gehechtheidsrelatie?
,Relatie met leerkracht is:
- Niet langdurig (1/2 jaar bij een leerkracht in de klas)
- Niet exclusief (leerkracht heeft heel veel andere leerlingen in de klas en als leerling krijg je
ook veel leerkrachten door de jaren heen)
Maar toch gelijkenissen:
- Bv: vergelijkbare reacties bij stress
o Veilige haven: nabijheid bij stress: kind kan zich veilig voelen bij de docent wanneer
deze stress ervaart en dan verder gaan met exploreren, maar dit kan alleen als de
docent in de buurt is van de leerling.
o Veilige basis: als leerkracht in de buurt is kan jij de omgeving gaan exploreren, voor
exploratie omgeving
Leraar potentieel gehechtheidsfiguur/secundair/vervangend:
- Jonge kinderen: blijven in begin graag bij de leerkracht in de buurt zodat ze zich veilig kunnen
voelen
- Kinderen uit bepaalde risicogroepen
- Kinderen in overgangssituaties (naar nieuwe school tijdens schoolcarrière (bv. verhuizing in
groep 5)
- Kinderen die lijden onder (duurzame) stress in het gezin (mishandeling, ruzies, verwaarlozing,
etc.)
Oudere kinderen: veilige haven is wat minder belangrijk, veilige basis wel nog belangrijk
beschikbaarheid van de leerkracht (veilige basis) en meer algemeen het belang van de affectieve
kwaliteit van de relatie met de leerkracht. Hoeft dan niet meer per se een gehechtheidsrelatie te zijn,
maar meer een emotionele band die centraal staat.
Relatiedimensies gehechtheidstheorie (dit is vooral leerling-leerkracht):
- Nabijheid: warmte, open communicatie, vertrouwen veel nabijheid zorgt voor veiligheid
bij kinderen en kunnen ze optimaal de klasomgeving exploreren en raken ze betrokken bij
hun schoolwerk.
- Conflict: strijd, wantrouwen, negativiteit, gebrek aan wederzijds begrip voelen zich
onveilig en kunnen dan niet meer goed de klasomgeving exploreren en minder gefocust op
schoolwerk en juist bezig zijn met veilig voelen en dan minder presteren en zich misschien
wel gaan misdragen.
- Afhankelijkheid: overmatig, leeftijdsinadequaat afhankelijk gedrag, veel hulp zoeken, sterke
reactie op scheiding van leerkracht. Hangt ook samen met verminderde emotionele
veiligheid en presteren minder en hebben minder betrokkenheid, maar in sommige niet-
westerse culturen wordt het wel als iets positiefs gezien omdat leraren het daar juist als iets
goeds zien als de leerling afhankelijk is. Over het algemeen gaan we ervan uit dat zo’n relatie
negatief is.
Leerlingen die minder goede relatie met ouders hebben, hebben vaak ook minder goede relatie met
leerkracht.
Gehechtheidstheorie in onderzoek: wordt dan nooit gekeken naar emotionele veiligheid als
verklarend mechanisme, is meer een theoretisch verklarend iets. Vooral gekeken naar de invloed
nabijheid en conflict op ontwikkeling van de leerling (sociaal-emotioneel, gedrag, schools leren).
, Effecten op leerkracht-leerlingrelaties op betrokkenheid en prestaties
Hoe belangrijk zijn dyadische, affectieve relaties nu echt?
- Hamre & Pianta (2001): conflict kleuterklas invloed op cijfers en betrokkenheid 1e en 2e
klas VO
- Maar ook:
o Geen verbanden in cross-sectioneel onderzoek (relatie en prestaties op 1
meetmoment)
- Verder:
o Verschillen tussen BO en VO: idee was oorspronkelijk dat relatie vooral belangrijk
was voor jonge kinderen, maar nu kijken of ze net zo belangrijk zijn voor leerlingen in
VO of misschien wel nog belangrijker voor hun.
Nederlandse leerlingen vaak mindergemotiveerd dus is risico op onderpresteerders groter. Dus als
relatie motivatie op kan trekken is dat heel mooi.
Invloed relatie op schools leren (Roorda et al., 2011)
Leerkracht-leerlingrelaties:
- Positieve relaties: nabijheid, emotionele ondersteuning, verbondenheid met leerkrachten
- Negatieve relaties: conflict, afwijzing door leerkracht, verbale mishandeling door leerkracht
o Onderscheid omdat negatieve relaties een sterker negatief effect en positieve
relaties een sterker positief effect.
Schools leren:
- Betrokkenheid: in hoeverre je je best doet, meedoen in de klas (gedragsmatige
betrokkenheid) en in hoeverre je het leuk vindt, gevoelens die ze ervaren t.o.v. schoolwerk
(emotionele betrokkenheid), in hoeverre leerlingen hun best doen om erg moeilijke dingen
op te lossen, blijven doorgaan en geven niet makkelijk op (cognitieve betrokkenheid)
- Academische prestaties (schoolcijfers, citoscores)
Relaties en betrokkenheid
Positieve en negatieve relaties hangt samen met betrokkenheid van leerlingen. Uit beide studies
kwam naar voren dat er een middelmatig tot groot verband is gevonden. Geen aanleiding om te
zeggen die negatieve relaties hebben meer invloed op betrokkenheid, wat oorspronkelijk wel
verwacht werd.
Relaties en prestaties
Positieve en negatieve relaties hangen even sterk samen met prestaties van leerlingen.
Conclusie Roorda et al., 2011
- Affectieve kwaliteit dyadische leerkracht-leerlingrelaties heeft invloed op schools leren van
leerlingen, zowel bo als vo!
o Zowel in BO als in VO: onderscheid hierin:
Negatieve relaties hadden meer invloed in BO
Positieve relaties hadden meer invloed in VO.
Er zit hier een ontwikkelingsperspectief en ondersteuning wordt belangrijker
als leerlingen naar VO gaan, waarschijnlijk omdat daar meer gebrek aan
ondersteuning is.
o Verbanden met betrokkenheid sterker dan met prestaties Roorda et al., 2017