Samenvatting 55 vragen over effectiviteit
Thema 1: Effectief werken met interventies in de jeugdzorg
Vraag 1: Wat zijn interventies in de jeugdzorg?
Interventie -> projecten, trainingsmethoden, behandel- en begeleidingsvormen, sancties etc. Gaat om:
De verandering, compensatie, draaglijk maken van een risico of een probleem in de ontwikkeling van een
jeugdige (tot 23 jaar).
Bestemd voor een doelgroep met een of meer van deze risico’s of problemen.
Gericht op de jeugdige zelf, zijn opvoeders en/of zijn opvoedingsomgeving.
Geleid door een weldoordachte, doelgerichte en systematische werkwijze (methodiek).
Met een nader omschreven tijdsduur en frequentie.
Organisaties Jeugdzorg: Raden van de Kinderbescherming, Bureaus Jeugdzorg (gezinsvoogdij,
jeugdreclassering), provinciale jeugdzorg, jeugd-GGZ, LVG-zorg, JeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg), justitiële
jeugdinrichtingen. Zij bieden: ambulante zorg, thuishulp, dag- en nachthulp, pleegzorg, crisisopvang.
Methodiek -> bepaalde leer voor handelen. Vastgelegd hoe men zou moeten werken in geval van …
Modules -> Bevat niet alleen een inhoudelijke werkwijze, maar ook praktische uitvoering.
Zorgprogramma, zorgtraject of zorgarrangement -> samenstel van modules die op een planmatige,
samenhangende en gecoördineerde manier worden ingezet bij een doelgroep.
Vraag 3: Waarom zo veel aandacht voor effectiviteit van interventies?
- Tijdsgeest -> kwaliteit van diensten moet transparant zijn. Handelen van professionals moet gebaseerd zijn op
praktijk- of wetenschappelijk bewijs van ‘wat werkt’ -> evidence-based.
- Visie op kwaliteit -> Kwaliteitskaders met doelen, resultaten. Aandacht voor kwaliteit is automatisch aandacht
voor effectiviteit. Kwaliteit is niet stabiel -> gericht op verbetering van effectiviteit.
- Financiële krapte -> Vraag naar jeugdzorg neemt toe, financiële ruimte om de groei op te vangen is beperkt.
Door effectiever/doeltreffender te werken, wordt er op die kosten bespaart.
- Professionaliseringsslag -> Jeugdzorg werkt aan professionalisering.
Vraag 4: Wat verstaan we onder een ‘effectieve interventie’?
Effectief wanneer deze bij een bepaalde doelgroep leidt tot de realisatie van gestelde doelen. Van belang: doel
van interventie, doelgroep en aanpak goed beschreven, uitgevoerde studies.
Vraag 5: Wat is ‘evidence-based’ werken?
Feitelijk -> werken m.b.v. kennis over wat werkt in de praktijk. Kennis kan verschillende bronnen hebben:
Wetenschappelijk onderzoek -> research-based werken.
Praktijkervaring -> werken met practice-based evidence, bestaat uit gecollectiviseerde praktijkervaring
(onderling info uitwisselen) en private praktijkervaring (individuele professionals beschikken over ervaring,
maakt handelen zeer effectief).
Vraag 6: Zijn alle interventies ‘evidence-based’?
Nee. Niet voor iedere doelroep ligt er wetenschappelijk goed onderbouwde interventie. Handelen van
hulpverlener is vaak combinatie van:
Hulpverlening voor een deel evidence-based of vanuit onderzoek -> research-based.
Practice-based kennis over wat wel en niet werkt. Of expert-based bij zeer ervaren professionals.
Prakijkhandelen -> consensus-based -> expliciete gezamenlijke gedragen opvatting over hoe hulp eruit ziet.
Value-based werken -> vooral in jeugdzorg -> kijken naar ethiek.
Client-based werken -> dialoog-gestuurde hulpverlening. Inzicht in wat werkt mede bepaald door
opvattingen en ervaringen van cliënten.
Vraag 7: Is ‘evidence-based’ werken niet hetzelfde als ‘btuienland-based’ werken?
Om effectiever te werken, worden veel buitenlandse programma’s geïmporteerd. Dit heeft een voordeel: in
buitenland veel onderzoek naar aanpak van bepaalde doelgroepen, verpakt in programma’s die goed werken,
volgens wetenschappelijk onderzoek. Kanttekening: werkzaamheid van die programma’s in NL moet uit
onderzoek nog blijken. Daarnaast is het niet gezegd dat er in NL geen effectieve methodes zijn. Ook is het
aantal onderzochte programma’s in buitenland groter dan in NL en effectiviteitsonderzoek naar hulpverlening
in praktijk in NL over algemeen slecht ontwikkeld is.
, Thema 2: De ingrediënten van goede zorg
Vraag 10: Wat zijn de ingrediënten van een effectieve interventie?
Werkzame interventie heeft 2 soorten ingrediënten:
1. Algemeen werkzame factoren -> werkzame elementen die ongeacht doelgroep en type interventie
bevorderend zijn voor de effectiviteit. Dit zijn: goede relatie cliënt-hulpverlener, duidelijke structuur in
interventie, aansluiten bij motivatie cliënt, over handelingsrepertoire beschikken die aansluiten bij
hulpvragen cliënten, uitvoering van interventie zoals bedoelt, goede opleiding en training.
2. Specifiek werkzame factoren -> Factoren die van belang zijn met oog op werksoort, specifieke doelgroep,
specifieke methode. Twee typen:
- Specifiek werkzame factoren voor werksoort.
- Specifiek werkzame factoren voor doelgroep.
Vraag 11: Gaat het om een effectieve interventie, een effectieve professional of een effectieve organisatie?
Alle drie, volgende factoren:
- De cliënt en de context waarin hij of zij leeft. Hierbij zijn factoren die wel en niet beïnvloedbaar zijn.
- Hulp die cliënt krijgt, hierbinnen drie factoren:
* Organisatie -> onderscheid tussen wel of geen goede kwaliteit van de hulpverleningsorganisatie, hierbij gaat
het om de organisatorische aspecten.
* Professional -> Prof heeft veel invloed op resultaten van de hulp. Gaat hier om hulpverlener-cliëntrelatie.
* Specifieke methodiek -> behandelklimaat en methode
Vraag 12: Levert ingebruikname van een interventie altijd veel effectwinst op?
Effectwinst als gevolg van implementatie van een interventie kan om verschillende redenen tegenvallen:
Wel genoeg algemeen werkzame factoren, maar niet genoeg specifiek werkzame factoren.
Algemeen werkzame factoren niet op orde en nieuwe interventie bevat op dit vlak niet veel ingrediënten.
Men loopt tegen beperkingen aan.
Er is geen duidelijk beeld van de doelgroep of er wordt gewerkt met een gemêleerde doelgroep. Aantal
cliënten dat dan van nieuwe interventie profiteert kan beperkt zijn.