Leerdoelen cursus
- Verschillende epistemologische (kennistheorie)benaderingen uitleggen en
herkennen in wetenschappelijke publicaties.
- Uitleggen en herkennen wat de rol van theorie is in verschillende fasen van een
kwalitatief onderzoek en dit in eigen onderzoek inbedden.
- De kwaliteit van een kwalitatief wetenschappelijk artikel beoordelen.
- De beginselen van kwalitatief empirisch onderzoek en de meest gebruikte methoden
herkennen, uitleggen en plaatsen in de context van het wetenschappelijk onderzoek.
- Verschillende kwalitatieve onderzoek designs onderscheiden en uitleggen binnen
welk onderzoek ze passend zijn.
- Uitleggen welke stappen worden doorlopen in verschillende typen data-analyse in
kwalitatief onderzoek.
- Beargumenteren of een gezondheidswetenschappelijk probleem/fenomeen
onderzocht kan worden middels een kwalitatieve methodologie.
- Uitleggen wat ethiek in kwalitatief onderzoek betekent en deze ethische principes
toepassen in eigen leeronderzoek.
,HC1 Inleiding kwalitatief
onderzoek
Wat is kwalitatief onderzoek?
Onderzoek dat zich richt op beantwoorden van het wat, hoe of waarom van een bepaald
fenomeen.
Hierin onderscheidt het zich van kwantitatief onderzoek, dat zich richt op beantwoorden
van hoe vaak komt iets voor of hoeveel mensen vinden iets.
Onderzoeksvraag bepaalt welke type onderzoek het beste past.
Kwantitatief Ertussen Kwalitatief
Type Verklaren Begrijpen
onderzoeksvraag Hypothesen toetsen Gedachten/ervaringen in
Vaste kaart brengen
onderzoeksopzet Flexibele
Gestandaardiseerde onderzoeksopzet
technieken Onderzoek in real-life-
setting
Type studie Experiment Narratief Participatie actie oz
Survey onderzoek Etnografisch oz
Patient-controle etc. Grounded theory
Mixed methods
Methode Vragenlijst Documentanalyse Observatie
Medische metingen Interview Focusgroep
Registerdata Photovoice
Geaggregeerde
gegevens
Wetenschapsfilosofie
Welke type vragen je stelt is afhankelijk van welke theorie over kennis je hanteert.
Theorie van kennis wordt een epistemologie of epistemologische benadering genoemd.
Epistemologie = theory of knowledge = theorie over kennis = wanneer kunnen we zeggen
dat ‘iets’ waar is?
Belangrijk om te weten is:
- Die bril kleurt je kijk op de wereld en je visie op onderzoek.
- Die bril is gebaseerd op een aantal basisassumpties afhankelijk van de
epistemologische benadering waaruit je werkt.
- O.a. de vraag ‘hoe komt kennis tot stand en wat is waardevolle kennis?’.
,Epistemologisch spectrum
Met als overkoepelende benaderingen de positivistische en interpretatieve benaderingen en
de meest voorkomende sub-benaderingen fenomenologie, sociaal constructivisme en
kritische theorie.
Positivistische benaderingen
Basisassumpties:
Gaat ervan uit dat er een objectieve werkelijkheid buiten ons bestaat, die wetmatigheden
kent:
- De werkelijkheid als een puzzel.
- Te kennen door afstand tussen kenner (subjectief) en gekende (objectief).
- Uiteindelijk zullen alle wetenschappen dezelfde methoden gaan hanteren om die
werkelijkheid in beeld te krijgen (unity of methods).
- Onderzoek is objectief, rationeel en neutraal (waardevrij).
Interpretatieve benaderingen
Basisassumpties:
- De werkelijkheid bestaat niet los van de waarnemer: interpretatie en
betekenisgeving, we ‘kijken’ verschillend.
- Er is altijd interactie tussen kenner en gekende (onderzoeker en wat er onderzocht
wordt), niet perse negatief (bias), het gaat om openstellen.
- Vooroordelen durven bijstellen en openstellen.
- Sociale werkelijkheden zijn niet in wetmatigheden te vangen, want mensen zijn
lerende wezens.
Fenomenologie
- Beleefde ervaring van het bestaan (existentialisme): zintuigelijke waarnemingen,
gevoelsmatige zaken, prereflexief.
- Ervaringen krijgen betekenis via taal en narratieven die mensen construeren: zin en
samenhang aanbrengen (vb. temporeel: begin, midden, eind).
- Narratieven= levens verhalen, of de vorm die mensen aan verhalen geven, de manier
waarop mensen zin geven aan bepaalde gebeurtenissen (vb. ziek worden, gelukkig
zijn).
- Narratieven worden vaak temporeel beschouwd, er is een begin, midden en einde
aan het verhaal.
,Sociaal constructivisme
- Mensen brengen hun sociale positie in als ze de werkelijkheid proberen te begrijpen.
- Verschillen in positie werken door in de constructie van kennis.
- Het ontkent dat er überhaupt een objectieve werkelijkheid is; ik kan alleen
werkelijkheid bekijken vanuit mijzelf als vrouw, wit, hoog opgeleid etc.
- Sociale positie moet altijd meegenomen worden in onderzoek, het is interessant om
te kijken hoe kennis geconstrueerd wordt door verschillende groepen, maar neutraal
en waardevrij bestaat niet.
Kritische Theorie
- Oog voor sociale structuren en machtsongelijkheden in samenleving, wil deze
blootleggen.
- Expliciet oog voor de sociale structuren en machtsongelijkheden in de samenleving,
en de kritische theorieën willen deze blootleggen.
- Hoe kan het nou dat bepaalde groepen achtergesteld zijn?
Kenmerken kwalitatief onderzoek
1. Doel is begrijpen
Begrijpen (verstehen) is gericht op het interpreteren van de geleefde ervaring (lebenswelt).
Vanuit een insiders of emic perspectief.
Deze interpretatie vindt plaats in een bepaalde context (tijd, plaats, cultuur).
Een interview dat nu plaatsvindt zal over dertig jaar anders geïnterpreteerd worden.
2. Onderzoeker is eigen ‘instrument’
Je gebruikt tijdens het onderzoek eigenschappen en zintuigen van jezelf:
- Waarnemen (luisteren, observeren, voelen, etc.)
- Openstellen
- Oprechte nieuwsgierigheid
- Empathie tonen
wees bewust van complexiteit van je waarneming en dat dit een rol speelt in de manier
waarop je waarneemt.
3. Belang van reflexiviteit
Reflexiviteit in je eigen onderzoek is essentieel. Niet alleen de deelnemer interpreteert
eigen ervaringen, maar de onderzoeker ook.
Rugzak en referentiekader (gender, sociale status, leeftijd, etc.) spelen altijd een rol in je
dataverzameling en analyse.
Reflecteren op 2 aspecten:
- Het onderzoek zelf (kwaliteit van het onderzoek);
- Je rol als onderzoeker (en je rugzak/referentiekader).
4. Natuurlijk omgeving
In natuurlijke omgeving kennis opdoen
- Dataverzameling in relevante context: bij mensen thuis of op werk (afhankelijk van
onderzoeksvraag).
- Onderzoeker is lang genoeg onderdeel van de setting om impact te minimaliseren.
,Onderzoek is gericht op dagelijks leven (geen focus op ‘ideale’ situatie).
5. Emergente (zich ontwikkelende) onderzoeksopzet/design
Kwantitatief onderzoek heeft een vast, vooropgezet design (ontwerp): variabelen bekend.
Bij kwalitatief onderzoek is het onderzoeksopzet:
- Niet vooraf dichtgetimmerd
- Je weet nog niet wat ertoe doet
- Gaandeweg en in interactie wordt duidelijk wat de issues zijn
Kwalitatief Kwantitatief
Type vragen Hoe, wat, waarom Hoe vaak, hoeveel
Open Hypothesen
Onderzoeksopzet Emergent design Toetsend
Sampling methode Theoretisch Statistisch
Dataverzameling Interview, focusgroep, Experiment (RCT),
observatie vragenlijsten
Rapportage resultaten Ervaringen, context Cijfers, tabellen
Kracht Begrijpen Meten
HC2 Onderzoeksvraag- en
design
Totstandkoming onderzoeksvraag
- Dingen die jou zijn opgevallen (o.b.v.
persoonlijke ervaring)
- Zaken die je opvallen vanuit je professie (als
gezondheidswetenschapper)
- Kennishiaten in literatuur
- Vragen vanuit de praktijk en organisaties
- Prioriteiten van patiënten, ouderen,
bepaalde doelgroep
- Kennisagenda fondsen
Kenmerken goede
onderzoeksvraag
- Het adresseert een probleem waar nog geen
of weinig kennis over is (research gap)
- De vraag kan beantwoord worden op basis
van empirische data
- De vraag bevat duidelijke concepten en
componenten; assumpties zijn expliciet
Voorbeeld
, Problemstelling/research gap: zorgprofessionals houden zich om onbekende reden niet aan
het opgestelde hygiëne protocol.
Vraagstelling: wat zijn redenen voor artsen en verpleegkundigen om zich niet aan het
protocol te houden?
Hierin zijn assumpties verborgen: hygiëne is belangrijk, niet houden aan protocol leidt tot
slechtere hygiëne, protocol is voorschrijvend.
Betere vraagstelling: hoe gaan artsen en verpleegkundigen om met het hygiëne protocol?
Onderzoeksdesign
Het onderzoeksdesign vloeit voort uit je onderzoeksvraag.
Het volledige design (methodologie) gaat uiteindelijk over
het type:
- Onderzoek en studie (orientation and design, hst 3)
- Dataverzameling (methods of data-collection, hst
5, 6 en 7)
- Data-analyse (data-analysis, hst 10 en 11)
Veel gebruikte designs binnen kwalitatief onderzoek:
- Experiment/mixed methods
- Kwalitatieve survey
- Grounded theory
- Observational studies, ook wel etnografisch
onderzoek
- Case study
- Participatief actieonderzoek