Doelstelling van de cursus:
• Overheidsorganisaties willen (moeten) veranderen
• Negatieve stimulans: Er gaat iets mis, daarom wilden men veranderen.
• Positieve stimulans: Het moet anders beter kunnen, willen het beter doen
vanuit de mensen en de problemen vanuit de burgers.
- Van focus op mewerkers naar focus op organisaties: niet zo zeer meer de verkeerde
man op de verkeerde plek, maar meer gericht op de organisatie.
Organisatie zitten in een spagaat. Namelijk enerzijds:
1) Tendens om routinematig te werken, zoals met ICt systemen. Routinematig
vastleggen.
2) Aan de andere kant: confrontatie met onzekerheden. MP die niet een voor een op te
lossen zijn. Dit verplicht organisatie om minder routinematig te werken.
Dit vertaalt zich niet alleen naar organisaties, maar ook op medewerker niveau. Wel of niet
creatief werken.
, • Hoofdvraag:
• in hoeverre is het een slim idee om organisaties die zich bezighouden met het
aanpakken van maatschappelijke vraagstukken anders te organiseren dan
volgens de klassieke, bureaucratische principes?
• Deelvragen
• Waarom hebben wij organisaties nodig om maatschappelijke vraagstukken
aan te pakken?
• Onder welke omstandigheden leiden bureaucratische principes tot gewenste
uitkomsten van deze organisaties?
• Onder welke omstandigheden leiden alternatieve organisatorische principes
tot betere uitkomsten van deze organisaties?
• Wanneer men organisaties wil veranderen in lijn met deze nieuwe ideeën,
waar moet men dan rekening mee houden?
Antwoord op de hoofdvraag:
Organisatieparadigma’s & Overheidsparadigma’s
• Wat slim is, is ten eerste afhankelijk van het (normatieve) perspectief dat je kiest:
• 1) Organisatieparadigma
• Modern
• Taylor
• Symbolisch = hoe interpreteren mensen de werkelijkheid en welke
beslissingen nemen ze dan.
• Weick
• Post-modern = Hoe kun je nu zorgen dat achtergestelde groepen beter
tot hun recht komen en gehoord worden?
• Foucault
• 2) Overheidsparadigma
• Traditioneel
• New Public Management = zo effenende en goedkoop mogelijk.
• New Public Service = nadruk op denken vanuit de burger.
• Denhardt & Denhardt (2000)
• Digital Era Governance = nadruk op techniek en ICT.
• Dunleavy et al. (2005)
• Wat slim is, is ten tweede afhankelijk van de gekozen organisatietheorie, het
theorieischperspectief:
• Transaction cost theory = keuzes op basis van moet ik het zelf maken oif beter
kopen.
• Ouchi (1979)
• Structural-contingency theory = aanpassen op basis van contigentiefactoren.
Liggen in de technologie van de organisatie, maar ook in de omgeving. Als de
fit goed is dan presteerde organisatie goed.
• Mintzberg (1980)
• Perrow (1967)
• Provan en Kenis (2007)
• Resource dependency theory = afhankelijk van hulpbronnen en dan
afhankelijk van machtsrelaties. Organiseren dan via hoe kan iets het beste de
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kaythijssen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.