Hoofstuk 4
Gestalt = totaalbeeld/totaalbeleving - Het geheel wordt eerder waargenomen dan de delen. - Het
geheel is meer dan de som der delen. - Alle zintuigen werken mee aan het verwerken van informatie.
Wetten zorgen voor: Visuele orde > Visueel begrip > Lagere breinbelastig > Focus
Gestaltwetten
Eenvoud
Deze wet houdt in dat mensen het fijn vinden als een beeld uit eenvoud bestaat. Denk hierbij aan het
HEMA of IKEA logo.
Het tegenovergestelde is bijvoorbeeld de telegraafpagina.
Voor/achtergrond
Dit houdt in dat je soms op de achtergrond van een plaatje nog meer dingen kunt zien die er soms
expres zijn ingebracht.
Een voorbeeld hiervan is het Fedex logo. Tussen de tweede e en de x zit eigenlijk een pijl. Die valt op
het eerste gezicht niet meteen op, maar hij is er wel expres ingestopt.
Nabijheid
Dit houdt in dat dingen die dicht bij elkaar staan, als eenheid worden gezien.
Bijvoorbeeld op een jaarkalender zie je dat je elke maand eigenlijk als eenheid ziet. Dat komt omdat de
cijfertjes per maand dicht bij elkaar staan, en er is juist ruimte tussen de verschillende maanden gelaten.
Overeenkomst
Dit houdt in dat dingen als één onderdeel worden gezien als ze hetzelfde zijn. Denk hierbij aan een
schap in de supermarkt met dezelfde producten.
De producten die op elkaar lijken, zie je dan als één geheel.
Symmetrie
Een symmetrisch beeld vinden mensen vaak fijn om naar te kijken.
Gelijke achtergrond
Deze wet houdt in dat onderdelen met dezelfde achtergrond vaak als een geheel worden gezien.
Je kan hierbij denken aan de website met verschillende vlakken.
Je hebt bijvoorbeeld aan de linkerkant een gele achtergrond en aan de rechterkant een blauwe
achtergrond. Je hersenen zullen de pagina automatisch zien als een rechter en een linkerdeel. Als ze
allebei dezelfde kleur zouden hebben, bijvoorbeeld geel, dan zou je de hele pagina waarschijnlijk als een
geheel hebben gezien.
Gelijke bestemming
Deze wet geld eigenlijk vooral bij bewegende beelden. Denk aan een snelweg. De auto's die dezelfde
kant opgaan, zie je als een groep.
Ingeslotenheid
De wet van de ingeslotenheid houdt in dat je hersenen iets als een éénheid zien, als het ingesloten is
door bijvoorbeeld een lijn.
Denk hierbij aan een krant, er staan vaak lijnen om advertenties. Hierdoor kun je beter de verschillende
advertenties onderscheiden
Ingevulde hiaat
De wet van het ingevulde hiaat is dat mensen vaak zelf vormen sluiten in hun hoofd.
, Denk hierbij aan logo’s die bijvoorbeeld niet een geheel gesloten lijn bevatten of het symbool voor een
rolstoel.
Ook namen van merken zijn soms eigenlijk helemaal niet geheel gesloten. Toch weten mensen wat er
staat.
Continuïteit
Deze wet houdt in dat wij lijnen die onderbroken zijn, toch als een doorlopende lijn zien.
Ervaring
Dit lijkt erg op de wet van het ingevulde hiaat (de rolstoel).
Mensen vullen beelden aan met ervaring.
Als ze iets kennen vanuit hun ervaring, zullen ze een beeld automatisch aanvullen in hun gedachten. Het
voorbeeld van de rolstoel is ook een voorbeeld van de wet van ervaring.
De overtuigingskracht van jouw boodschap
Ethos
Een spreker maakt gebruik van ethos (vergroot zijn geloofwaardigheid) als hij direct
of indirect naar zijn eigen kwaliteiten verwijst
Hoe geloofwaardig is de persoon die de boodschap overbrengt
Meestal door persoon of bedrijf
Pathos
Pathos heeft betrekking op het inspelen op de emoties van het publiek
Beroep doen op je gevoel
Logos
Logos heeft betrekking op de argumenten waarmee de spreker zijn publiek probeert
te overtuigen
, Hoofdstuk 5
Code en conventies
Om een teken te begrijpen, moeten we de code kennen: de letters lezen, de taal spreiden, op
de hoogte zijn van de conventies
We gaan pas tot actief betekenis geven over, wanneer we geconfronteerd worden met iets
dat we willen weten, iets dat we nodig hebben of dat onze nieuwsgierigheid wekt
Context en aanwijzingen
Vaak geeft de plaats, de omgeving of context van het teken aanwijzingen in welke richting we
de betekenis moeten zoeken
Combinaties met andere tekens
De semiotiek gaat er namelijk van uit dat betekenissen ook voor een belangrijk deel via
tegenstellingen tot stand komen
Het concept ‘rijk ’geeft alleen betekenis doordat we het concept ‘arm’ kennen
Interpretatie
Het teken verwijst niet alleen naar het object, het doet er ook een inspraak over
Deze uitspraak noemen we interpretatie
Bijv. het portret van de witte kool kunnen we interpreteren als een beeld van armoede of
van een nieuwe trend in koken
3 typen tekens volgens Peirce
Iconisch
Direct
Gelijkenis, teken en object lijken op elkaar
Herkennen, hoewel de betekenis deels cultureel bepaald kan zijn
Direct
Het wordt al snel duidelijk gemaakt wat er mee wordt bedoeld
Indexicaal
Indirect
Afleiding, teken en object lijken niet op elkaar
Verwijzen wel naar elkaar
Associëren
Het is niet gelijk duidelijk wat er mee wordt bedoeld, je hoort hem wel maar je ziet hem niet.
Net als een pling van je telefoon, je weet dat je een melding hebt maar niet wat voor een
melding. Je linkt het geluid automatisch aan een melding
Symbolisch
Abstractie
Afspraak, verband tussen teken en object bestaat op basis van afspraken
Aanleren
Je moet weten dat een bepaald symbool voor iets staats
Bijv. de panda staat voor het WNF
Je moet de afspraak kennen
Denotatie en connotatie volgens Barthes
Denotatie
, Primaire
- herkennen van de afbeelding
- zeggen wat je ziet
- objectief
Secundaire
- kennis die je hebt van de afbeelding
- intersubjectief
Connotatie
Primaire
- op grond van gedeelde waarden
- gevoelens die je erbij krijgt
- cultureel
Secundaire
- persoonlijke waarden
- persoonlijke ervaringen
- subjectief
, Hoofdstuk 6
Overtuigingskunst volgens Cicero
Inventio
Je kiest inhoud, argumenten, voorbeelden en anekdotes die passen bij je doel en publiek
Kiest vooral dat wat precies bij de omstandigheden en tijd past (kairos is perfecte timing)
Dispositio
Je ordent vervolgens de gevonden inhoud en argumenten op een slimme manier
Elocutio
Je verwoordt die inhoud met veel gevoel voor stijl, met humor of met bijzondere staaltjes
taalgebruik
Bijv. vergelijkingen, herhalingen en woordspellingen
Memoria
Je maakt je vertrouw met het verhaal door goed te oefenen
Al dan niet met PowerPoint of autocue en kijkt
Kijkt of de tekst goed bekt en lekker loopt
Actio
Je presenteert je tekst
Je kunt de impact van je toespraak vergroten door oogcontact te houden met je publiek,
door goed stemgebruik, overtuigende houding en passende gebaren
Schema’s
Schema’s: regelmatigheden
Bij rijm is sprake van een herhaling van eindklank
Bij alliteratie is sprake van een herhaling van een beginklank
Ook regelmatigheden op woord- of zinsniveau kunnen een speciaal effect sorteren
Iets complexere schema’s werken via tegenstellingen
Repetitio
Herhaling van een beeld of boodschap zorgt dat die beter onthouden wordt: het wordt de
kijker ingepeperd
De herhaling binnen een beeld, in beeldmateriaal een veelgebruikt stijlmiddel
Verbo-picturaal schema
De tekst wordt door het beeld aangevuld
Contrast
De tegenstelling is een buitengewoon sterk middel om aandacht te trekken
Ethos, pathos en logos