KBS 4/5/6
Kritisch denken binnen het verpleegkundigproces
H3 anamnese
De anamnese is het systematisch verzamelen van relevante en belangrijke patiëntgegevens. De
gegevens geven informatie of feiten over de patiënt weer. Verpleegkundigen gebruiken deze
gegeven om
- Gezondheidsproblemen vast te stellen
- De zorg te plannen
- De patiënten resultaten te evalueren
Het is het vaststellen van de behoefte aan verpleegkundige zorg door middel van klinisch redeneren
Het doel is een totaal beeld van de patiënt krijgen, de reacties van de patiënt staan centraal. Het is
een continu proces wat in alle stappen van het verpleegkundig proces plaats vind.
Je moet principes en theorieën toepassen uit de basisbehoeften van de mens, menselijke gedrag,
ziekteprocessen, de groei en ontwikkeling van de mens, menselijke gedrag, sociaaleconomische
patronen en stromingen en verschillende culturen en religies.
Subjectieve gegeven= zijn niet meetbaar of observeerbaar. Ze kunnen alleen worden verkregen door
wat de cliënt je vertelt. Het gaat om gedachten, overtuigingen, gevoelens, sensaties, zelfbeleving en
gezondheidsbeleving.
Het is niet altijd mogelijk subjectieve gegevens te verkrijgen. (zuigelingen, comateuze, verstandelijk
beperking.
Objectieve gegeven= kunnen ook door iemand anders dan de cliënt zelf worden waargenomen.
Primaire gegevens = de cliënt
Secundaire gegevens= alle andere bronnen (naasten, andere hulpverleners, patiëntendossier)
Initiële anamnese = wordt afgenomen tijdens het eerste contact en bestaat uit alles subjectieve en
objectieve gegevens die betrekking hebben op de gezondheidstoestand van de cliënt
Speciële anamnese = worden gegevens verzameld over een specifiek aspect dat een feitelijk,
dreigend of mogelijk probleem betreft.
De observatie volgorde (zodat je geen belangrijke dingen vergeet)
1. Terwijl je de kamer binnengaat, observeer je de patiënt op tekenen van benauwdheid
2. Controleer of de omgeving veilig is voor de patiënt
3. Controleer de hulpmiddelen
4. Kijk de kamer rond (wie zijn er aanwezig)
5. Verricht meer gedetailleerde observaties
Het lichamelijk onderzoek richt zich op het vaststellen van de functionele vermogens en functionele
tekorten van de cliënt in plaats van op het vaststellen van de pathologie
Het verpleegkundige anamnesegesprek is een doelgerichte, gestructureerde manier van
communiceren waarbij de verpleegkundige vragen stelt aan de patiënt om subjectieve gegevens te
verkrijgen
Het verpleegkundige dossier bestaat uit
- Gevolgen van de ziekte op het dagelijks functioneren van de patiënt
- Zijn coping vermogens
- Informatie over de gehele patiënt, inclusief zijn basisbehoeften
1
, - De onzekerheden van de patiënt
Directief gesprek = in hoge mate gestructureerd. (gesloten vragen)
Non-directief gesprek = de patiënt krijgt ruimte om zelf te vertellen wat hij kwijt wil. (open vragen)
Anamnese gesprek met ouderen:
- Neem de tijd (spreek langzaam en duidelijk)
- Controleer aan het begin van het gesprek of de patiënt sensorische tekorten heeft (bv.
gehoor)
- Neem niet klakkeloos aan dat alle ouderen doof zijn of niet begrijpen wat je bedoelt
- Wees je bewust dat een oudere niet altijd zijn gevoel goed onder woorden kan brengen
- Wees je nog meer dan anders bewust van het belang van lichaamstaal
- Wees alert op periodieke verwardheid
- Probeer, indien mogelijk, de gegeven rechtstreeks van de patiënt te verkrijgen
Gesprekstechnieken met demente:
- Als een patiënt niet reageert op je vraag of opmerking, herhaal dan in exact dezelfde
woorden wat je zojuist hebt gezegd
- Als je de patiënt niet begrijpt, vraag hem dan te herhalen wat hij gezegd heeft
- Gebruik eenvoudige, korte rechtstreekse zinnen
- Gebruik geen vage opmerkingen zoals uh-hum en ik begrijp het om aan te geven dat je
aandachtig luistert
- Gebruik woorden die de patiënt kan begrijpen
- Het kan helpen als je vragen stelt die met ja of nee kunnen worden beantwoord
- Dring niet aan op een antwoord als dat de patiënt nerveus of angstig maakt
- Corrigeer de patiënt niet voortdurend als wat hij zegt niet klopt
- Het begrip voor het gegeven dat het realiteitsbesef van de patiënt verstoord is en dat hij zich
niet anders kan gedragen
- Als het gesprek niet op gang komt, probeer het dan alter nog eens
Verifiëren = controleren of de gegevens kloppen
Er zitten geen vooroordelen, aannames of opvattingen in het dossier.
Schrijf in de woorden die de patiënt zelf gezegd heeft en vermijd vage bewoordingen als goed of
normaal.
Culturele gebieden om rekening mee te houden
- Het behoren tot een bepaald ras/afkomst/cultuur
- Geboorteplaats en woonplaats
- Communicatie vermogens
- Regels met betrekking tot de voeding
- Religieuze en spirituele overtuigingen en uitingen
- Gezondheidsovertuigingen, theorieën over ziekt, volksuitingen
- Gezins- en ondersteuningssysteem
- Oriëntatie op de fysieke ruimte
- Oriëntatie op tijd
- Pijnreacties
2
,H7
Verpleegkundige interventie = iedere handeling die door een verpleegkundige word uitgevoerd op
grond van haar deskundige oordeel en verpleegkundige kennis om zo de resultaten van de cliënt te
verbeteren.
Volgens beroepsprofiel:
Verpleegkundige interventies zijn gericht op het versterken van het zelfmanagement van mensen,
voor zover mogelijk. Dat betekent het krachtig maken van mensen en hen helpen bij het bereiken,
handhaven of (opnieuw) verwerven van hun onafhankelijkheid.
Verpleegkundige interventies en activiteiten worden vastgesteld en gerangschikt in de planningsfase,
maar pas uitgevoerd in de uitvoeringsfase.
Onafhankelijke interventies= zijn interventies die door verpleegkundigen zelfstandig kunnen worden
geïnitieerd of uitgevoerd op grond van hun kennis en ervaring. Verpleegkundige is verantwoordelijk
voor hun besluiten en acties ten aanzien van de onafhankelijke activiteiten en voor de gevolgen van
die interventies.
Afhankelijke interventies = zijn interventies die de verpleegkundige op voorschrift van de arts
uitvoert (medicatie, infuus, onderzoeken, etc). verpleegkundige zijn verantwoordelijk voor het
verduidelijken, toelichten, uitwerken van die voorschriften.
Onderling afhankelijke interventies = (multidisciplinaire interventies) zijn interventies die
verpleegkundigen uitvoeren samen met andere disciplines
Verpleegkundige interventies op aard van het probleem:
- Observatie , er word gekeken of zich complicaties voordoen en hoe de patiënt reageert op
de verpleegkundige zorg, de medische behandeling en andere therapieën. Interventies
gericht op de observaties zijn voor ieder probleem nodig; feitelijk, dreigende en mogelijk
verpleegkundige diagnosen en multidisciplinaire problemen
- Preventies, is gericht op het voorkomen van complicaties en het verminderen van
risicofactoren. Preventie is van belang bij dreigende, potentiële verpleegkundige diagnosen
en multidisciplinaire problemen.
- Behandeling, hebben betrekking op instructie, verwijzing, lichamelijk zorg en andere zorg die
nodig is om een bestaand probleem te behandelen. Zijn voor feitelijke diagnosen
- Gezondheidsbevordering, is niet gericht op een bepaalde ziekte of probleem, maar probeert
activiteiten aan te moedigen die gericht zijn op een verbetering van de algemene
gezondheidstoestand van de cliënt
Interventies uit deze categorieën kunnen lichamelijk zorg, patiënteninstructies, counseling,
emotionele steun, doorverwijzing en zorg voor de omgeving zijn.
Niet alle instructies hebben een apart, officieel instructieplan. De informele instructie is een
interventie voor de meeste, zo niet alle, verpleegkundige diagnosen (je geeft de patiënt altijd
instructies als je iets toelicht of uitlegt). Informele instructies zijn activiteiten zoals toelichten of
uitleggen wat de werking en bijwerkingen zijn van een bepaald medicijn, waarom de cliënt niet
zelfstandig uit bed moet proberen te komen, wat het belang is van een vochtbeperking of hoe om te
gaan met glucosemeter.
Counseling houdt in dat je met behulp van therapeutische communicatietechnieken tracht de cliënt
beslissingen te laten nemen over zijn gezondheid en veranderingen in zijn levensstijl aan te brengen.
Met counseling word ook emotionele steun geboden
Je behoort een patiënt door te verwijzen wanneer interventies nodig zijn die jij als verpleegkundige
niet kunt verrichten en waarvoor andere disciplines beter zijn uitgerust.
3
, Verpleegkundige interventies zijn erop gericht om de cliënt een veilig, schone en therapeutische
omgeving te bieden. Zorg voor de omgeving houdt onder andere in dat je voor cliënten die meer
risico lopen op letsel de risicofactoren probeert te minimaliseren.
Kies de interventies die naar alle waarschijnlijkheid tot het wenselijke resultaat leiden, waarbij je
rekening houdt met de vaardigheden en de voorkeuren van de patiënt, de mogelijkheden van het
verpleegkundige team, de beschikbare hulpmiddelen en het beleid en de procedures van de afdeling.
Kies de verpleegkundige acties die de etiologie van de verpleegkundige diagnose oplossen of
verminderen. Als het onmogelijk is de etiologische factoren te veranderen, kies dan interventies die
de verschijnselen en symptomen of de bepalende kenmerken uit de NANDA behandelen.
Je moet de doelen die je wilt bereiken opnieuw bekijken. De doelen helpen je namelijk om de
verpleegkundige interventies te kiezen die specifiek voor deze cliënt van toepassing zijn.
Met de doelen en de etiologie in gedachten kun je veel verpleegkundige activiteiten bedenken die
zullen leiden tot de wenselijke resultaten. Principes en theorieën uit de verpleegkunde en uit andere
vakgebieden zijn goede bronnen om ideeën uit te halen. Je kunt ook bronnen raadplegen als
gestandaardiseerde taxonomieën (NIC), standaardzorgplannen, handleidingen met procedures van
de instelling, verpleegkundige handboeken, artikelen uit vakbladen, docenten, collega.
Het kiezen van de beste alternatieven is een kwestie van voorzien welke interventies tot het
wenselijke resultaat leiden. De beste opties zijn die waarvan je verwacht dat het meest effectief
zullen zijn bij het helpen van de cliënt om zijn doelen te behalen. Stel jezelf daarom de volgende
vragen:
1. Wat weet ik van deze patiënt
2. Wat zijn de overtuigingen, gevoelens, gedragingen
3. Hoe zou ik mij voelen en wat zou ik denken als ik me in deze situatie bevond
4. Wat ik heb in het verleden bij deze patiënten gedaan
5. Voel ik mij ongemakkelijk bij de interventie
6. Wat wil de patiënt
Zelf zorgvuldig gekozen interventies bieden geen garantie voor het bereiken van doelen van de cliënt.
In feite kan het zelf zo zijn dat een interventie bij een bepaalde cliënt de ene keer wel werkt maar de
volgende keer niet.
Het risico bij geautomatiseerde (gestandaardiseerd) zorgplannen is dat je in de verleiding wordt
gebracht om alleen deze standaardoplossingen te gebruiken, in plaats van naar andere, effectievere
oplossingen voor de cliënt te zoeken.
Verpleegkundige instructies zijn geschreven, gedetailleerde instructies voor het uitvoeren van de
verpleegkundige interventies. Ze beschrijven de activiteiten en het gedrag die nodig zijn om de
huidige reacties van de cliënt te veranderen in de wenselijke reacties. Verpleegkundige instructies
kunnen activiteiten zijn die je voor de cliënt doet of waarbij je de cliënt helpt om ze zelf te doen.
Verpleegkundige instructies geven richting aan een consistente, individuele benadering van de
patiëntenzorg. Omdat veel verschillende verpleegkundigen betrokken zijn bij de zorg van een patiënt,
moeten de verpleegkundige instructies voldoende gedetailleerd zijn om door alle zorgverleners op
de juiste wijze te worden geïnterpreteerd.
Een goed geformuleerde verpleegkundige instructie bestaat uit:
1. Datum waarop de instructie is geschreven
2. Onderwerp in termen van gedrag van de verpleegkundige
4