Slaat in sommige hoofdstukken best wat relevante stof over en vermeld niet altijd overal de bijbehorende wetsartikelen bij, maar voor de rest welprima
Week 1: Inleiding: (civiele) geschillenbeslechting
H1 Inleiding
Het burgerlijk procesrecht kan als een grensgebied tussen privaat- en
publiekrecht worden beschouwd
Het burgerlijk recht valt uiteen in twee wezenlijk verschillende delen:
1. Het vermogensrecht: waar rechten in beginsel ter vrije beschikking
van de rechtssubjecten staan
- De tussenkomst van de rechter wordt daar ingeroepen ter
beslechting van een geschil over de inhoud van de
rechtsbetrekking en/of ter verkrijging van een afdwingbare
veroordeling
2. Het personen- en familierecht: waar de private rechten niet (zonder
meer) ter vrije beschikking staan
- De taak van de rechter is gericht op de bescherming van
specifieke belangen
Dit verschil in de aard van de in het geding zijnde rechten werkt door in de
doelstellingen en de regels van de betreffende rechtspleging
Het vermogensrecht: het burgerlijk procesrecht heeft tot taak om het
mogelijk te maken de uit het privaatrecht voortvloeiende aanspraken op
een efficiënte, effectieve en eerlijke wijze te verwezenlijken
Het burgerlijk procesrecht bevat voor twee verschillende onderwerpen een
regeling:
1. Voor de procedure die tot een beslissing omtrent de
rechtsverhouding tussen partijen moet leiden
2. Voor de tenuitvoerlegging van die beslissing de executie
Deze twee onderdelen van het burgerlijk proces worden met elkaar
verbonden door de beslissing van de rechter:
1. Enerzijds het sluitstuk van de procedure
2. Anderzijds het uitgangspunt van de tenuitvoerlegging
Hoofddoelstelling van het burgerlijk procesrecht: het mogelijk te maken
dat de crediteur die een aanspraak heeft op een geven, doen of nalaten,
een veroordeling van de debiteur krijgt, die hij zo nodig met overheidshulp
kan executeren art. 3:296 BW
Het personen- en familierecht: het burgerlijk procesrecht moet het
mogelijk maken dat het rechtssubject op eenvoudige wijze toegang tot de
rechter heeft, voorts moet het de rechter in staat stellen de hem
opgedragen staatszorg actief uit te oefenen
Eigenrichting = het zonder overheidshulp met eigen machtsmiddelen
afdwingen van een (vermeende) burgerrechtelijke aanspraak
Eigenlijke rechtspraak = de taak van de burgerlijke rechter om
vermogensrechtelijke geschillen te beslissen en/of afdwingbare
veroordelingen uit te spreken contentieuze rechtspraak (een
twistgeding betreffende)
1
,Oneigenlijke rechtspraak = de bemoeienis van de rechter op het terrein
van het personen- en familierecht vrijwillige rechtspraak (voluntaire
jurisdictie)
Belangrijkste verschillen tussen de dagvaardings- en de
verzoekschriftprocedure:
1. De dagvaardingsprocedure vangt meestal aan met een dagvaarding
(de door een deurwaarder uitgebrachte tot de tegenpartij gerichte
oproep om op een bepaalde dag voor de rechter te verschijnen met
een omschrijving van de eis en de gronden daarvan)
De verzoekschrift- of rekestprocedure wordt ingeleid met een
schriftelijk verzoek, ingediend bij de griffie van de bevoegde
rechterlijke instantie
2. In eerste aanleg is in het algemeen de rechtbank het bevoegde
gerecht om van burgerlijke zaken kennis te nemen absolute
competentie
3. In de dagvaardingsprocedure:
I. Dagvaarding
II. Conclusie van antwoord
III. Comparitie
IV. Conclusiewisseling
V. Vonnis
In de verzoekschriftprocedure:
I. Schriftelijk verzoek
II. Rekest
III. Oproep door griffier
IV. Verweerschrift indienen door belanghebbenden
V. Beschikking
4. De opstelling van de rechter in de dagvaardingsprocedure is minder
actief dan in de verzoekschriftprocedure
5. Het gebruik van de termen vordering en vorderen duidt op de
toepasselijkheid van de dagvaardingsprocedure, verzoek en
verzoeken op de verzoekschriftprocedure
Rechtsvordering = op de in rechte gestelde eis
Kan belichaamd zijn in:
- Dagvaarding
- Tegeneis reconventie
- Conclusie van antwoord
- Verzoek
- Tegenverzoek
Uitgangspunt: een partij meent een materiële aanspraak te hebben, een in
het materiële recht geworteld subjectief recht het vorderingsrecht
In de civiele procedure staat de rechtsbetrekking tussen partijen ter
beoordeling, die rechtsbetrekking wordt medebepaald door de eisen van
redelijkheid en billijkheid
2
,Misbruik van bevoegdheid art. 3:13 BW – levert een tot schadevergoeding
verplichtende onrechtmatige daad op, zij kan eveneens de uitoefening van
een bepaald recht beletten
Regelingen die het burgerlijk procesrecht regelen:
- Wetboek van burgerlijke rechtsvordering
- Wet op de rechterlijke organisatie
- Burgerlijk wetboek
- Wetboek van Strafvordering
- Grondwet
H2 Art. 6 EVRM en algemene voorschriften voor procedures
Beginselen van procesrecht normen voor behoorlijke procedure
Een aantal van deze normen wordt als zo wezenlijk beschouwd dat
afwijking niet of alleen in bijzondere gevallen is toegestaan
fundamentele eisen
Daarnaast zijn er regels voor een behoorlijk ingericht en goed
functionerend procesrecht functionele eisen
Belangrijkste codificaties van fundamentele en functionele eisen:
- Art. 6 EVRM: aan welke eisen de rechter en de rechtsgang in civiele,
straf- en bestuurszaken ten minste moeten voldoen, willen zij geen
aanleiding zijn tot sancties van het EHRM
o Fundamentele vereisten:
a. De toegang tot de rechter
b. De eerlijke behandeling: hoor en wederhoor (art. 19 Rv),
equality of arms, motiveringsplicht (art. 30 Rv)
c. De openbaarheid van de behandeling (art. 121 Gw, art.
27 Rv)
d. De redelijke termijn (art. 20 Rv)
e. De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter
(art. 112, 116, 117 Gw)
f. Het recht op oral hearing (pleidooi):
onmiddellijkheidsbeginsel
g. De volledigheids- en waarheidsplicht (art. 21 Rv)
partijautonomie
h. De zeggenschap in de civiele procedure de rechter
i. De verplichte procesvertegenwoordiging: partijen
kunnen niet in persoon procederen, maar alleen bij
advocaat (art. 79 Rv)
j. De goede procesorde: tussen de rechter en ieder van de
partijen ontstaat een procesrechtelijke relatie
- Art. 19-35 Rv: algemene voorschriften voor procedures
Aantal regels van processuele partijautonomie:
1. Het initiatief tot het voeren van een civiele procedure en eventueel
doorzetten van de procedure gaat steeds vanuit de partijen en nooit
van de rechter
2. De aard en omvang van het geding wordt bepaald door partijen
3
, 3. Het zijn partijen die de feiten stellen en zo nodig bewijzen. Feiten die
de ene partij heeft gesteld en de andere heeft erkend/niet
bestreden, dient de rechter als vaststaand aan te nemen; hij mag in
beginsel alleen bewijs opdragen met betrekking tot betwiste feiten
art. 149 Rv
4. Indien een der partijen aanbiedt bewijs door getuigen te leveren van
een betwist feit, dan dient de rechter die bewijslevering toe te laten
indien dit tot de beslissing van de zaak kan leiden art. 166 Rv
5. Het staat partijen te allen tijde vrij aan het geding een einde te
maken, zonder dat de rechter dit kan beletten art. 246 Rv
6. Is een dag voor de uitspraak bepaald, dan stelt de rechter deze op
verlangen van partijen uit art. 229 Rv
7. Indien een vermogensrechtelijk geschil door de rechter definitief is
beslist, zijn partijen niettemin geheel vrij overeen te komen dat hun
rechtsverhouding een andere is dan door de rechter vastgesteld
Binnen de wettelijke taakverdeling ligt bij de volgende onderwerpen het
primaat bij de rechter:
- De ambtshalve aanvulling van rechtsgronden art. 25 Rv
- Eigen onderzoek rechter:
o Hij kan partijen bevelen hun stellingen toe te lichten of
stukken te overleggen
o Hij kan sommige vormen van bewijslevering ambtshalve
gelasten
o Hij heeft de leiding van het getuigenverhoor
- Zeggenschap over procestempo art. 20 Rv
- Onderzoeksplicht bij verstek gedaagde
- De dwangsom: de rechter is vrij het bedrag te bepalen
HR Van Rooij/Van der Sluis:
Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden
Vordert eiser ontbinding van een overeenkomst die door hem als
bruikleen wordt gekwalificeerd, maar door de rechter als huur, dan
moet deze beslissen of de gestelde gedragingen wanprestatie ten
aanzien van de huurovereenkomst opleveren
HR Regiopolitie Gelderland-Zuid/Hovax:
Niet ongevraagd aan te vullen rechtsgronden
In bepaalde gevallen wordt wel aanvaard dat de rechter in een
tussenvonnis of op een comparitie aan de orde stelt waarop op
mogelijke toepasselijke rechtsregels niet het vereiste beroep is
gedaan. Wel moet dat beroep zeer voor de hand hebben gelegen,
wil het de rechter zijn toegestaan de mogelijke toepasselijkheid van
de regel ambtshalve aan de orde te stellen. Het zal niet altijd
duidelijk zijn of een partij het gewenste resultaat langs een niet
daartoe voorgedragen weg wil bereiken. Uiteindelijk beslist de partij
die het aangaat of zij prijs stelt op de toepassing van de nog niet
door haar ingeroepen rechtsregel
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lauras2000. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.