Samenvatting Media Narratieven Analyse Hoorcolleges en Literatuur
Hoorcollege 1: Introductie
Welk verhaal wordt verteld, wat is de betekenis ervan en hoe wordt die betekenis bepaald?
Kwantitatief
- Wat voor soort onderzoek is dat?
- Hoe voer je dat uit? Lineair kwantitatief onderzoek: je gaat uit van de literatuur en bestaande
theorieën
Deductie
- Vanuit een bestaande theorie vertrekken en methode en analyse daarop baseren. Hypothesen
kunnen dienstdoen als analytisch kader om data te categoriseren. Onderzoek is goed te koppelen
aan bestaande literatuur
- De werkelijkheid past niet altijd goed in de theorie
- Sluiten theoretische constructies wel aan bij wat ‘gewone mensen’ zeggen, doen en denken?
Inductie
- Vanuit de data een theorie opbouwen
- Kan lastiger zijn omdat je geen houvast hebt
- Vergt een goede voorbereiding
- Niet een theorie als leidraad, maar zoeken naar betekenis in gegevens
- Ideeën van populatie binnen maatschappelijke context
- Dit is niet a-theoretisch. Bevindingen moeten worden gepresenteerd in hun verhouding tot
bestaande literatuur
Kwalitatief
,- Kwalitatief onderzoek biedt een manier om een verschijnsel te onderzoeken vanuit het perspectief
van de betrokkenen: werkelijkheid zien en begrijpen zoals zij dat doen
- Verstehen (Max Weber)
- Voor Verstehen moet je dichtbij kunnen komen (nabijheid) en van binnenuit bekijken (‘emic’)
Kwalitatief, niet makkelijk
- Anders dan bij kwantitatief onderzoek is het steeds de onderzoeker die zelf ‘in het veld’ de data
verzamelt
- Persoonlijk contact
- Je bent niet de baas, je moet flexibel zijn en je moet achter je bureau vandaan komen
- ‘Binnen’ komen kan een uitdaging zijn
Sterke punten kwalitatief
- ‘Thick description’
- Verstehen – emic perspectief
- Mensen van vlees en bloed zichbaar maken
-Beleving krijgt betekenis binnen de context van structuur en cultuur
- Inzichtelijk maken van betekenisgeving
MNA Analyse Tekst
- Tekst is de manier waarop data zijn vastgelegd: getranscribeerde interviews, fieldnotes,
documenten, etc
- Tekst is de standaard vorm van data in (kwalitatief) onderzoek
Beeld, woord, boodschap
Zenden en ontvangen
- Interactionisme: hoe gaan mensen met elkaar om? Welke patronen zijn hier te ontdekken? Met
wie, hoe vaak en wanneer? Zijn hier netwerken of knooppunten in te ontdekken?
- Symbolisch interactionisme: de boodschap erbij te betrekken. Waarover gaat de interactie? Welke
accenten leggen zij hier?
Beeld
- Bij ‘beeld’ denken we aan ‘een afbeelding van’, tegenwoordig zijn dit vaak foto’s
- Beeldenstorm 1566: vernieling van heiligenbeelden in katholieke kerken door protestanten
- Beeldenstorm 2020: beelden die verwijzen naar koloniaal verleden worden verwijderd in relatie tot
de #BLM movement
Beeld
- Een beeld kan meerdere vormen innemen: Beeld, verbeelding, representatie, symbool, associatie,
verwijzing naar
- Een beeld roept een betekenis op
Betekenis
- Een feit/gebeurtenis en het beeld dat ervan naar buiten wordt gebracht zijn met elkaar verbonden:
vorm en inhoud zijn moeilijk te scheiden (HC 3)
- De betekenis is gekoppeld aan verhalen binnen een context
- Beelden (in de media) zijn uitermate effectief en worden bewust gekozen om betekenis te tonen
Beeld/woord/boodschap
- Woorden/beelden/gedrag hebben in een specifieke context een specifieke betekenis voor een
specifieke groep
- Niet voor alle gebruikers hebben die beelden/woorden dezelfde betekenis (foto’s uit abu graib:
, overwinningsroes voor de Amerikanen, maar een vernedering in het Midden-Oosten)
- Hoe is dat woord/beeld bedoeld door de zender?
- Hoe wordt dat woord/beeld opgevat door de ontvanger?
Boodschap
- Misverstand bij zender of bewust (uitlokken, schouders ophalen)?
- Belediging bij ontvanger: morele discussie zorgt voor verongelijktheid, mensen worden geraakt,
boos
- Politieke rechtvaardiging, bevestiging vijandbeeld
Woorden, beelden, gedrag en context
Betekenis:
- Gekoppeld aan een moment in de geschiedenis (foto’s van Grapperhaus’ bruiloft werden
gepubliceerd in een 1.5m samenleving minister breekt de regels, zorgt voor verontwaardigheid)
- Gekoppeld aan context of situatie (het naar beneden halen van koloniale beelden in 2020, wordt
gekoppeld aan de #BLM)
- Gekoppeld aan groep (#BLM raakt de enige groep meer/anders dan een andere groep)
- ‘The manufacture of meaning’: hoe komt de betekenis tot stand
Negotiate
- De discussie in ontwikkeling rond zwarte Piet
- Verschil van mening
- Hoe stellen mensen zich op? Loopgraven of onderdelen
- Nieuwe ontwikkelingen komen tot stand door onderhandelingen = ‘negotiate’, dit is een proces
- Er wordt op verschillende manieren naar iets gekeken, waar verschillende groepen, verschillende
meningen over hebben. Door een onderhandeling van meningen, wordt een betekenis gevormd
manufacture of meaning
Functies, rollen, verwachtingen
Communicatie
- Taal (HC 2)
- Taal alleen is niet voldoende: In de uiterst complexe samenleving zijn veel ‘afspraken’ nodig
- Hoe laten we gedrag op elkaar aansluiten en wat zit daar achter?
Sociologie
- We behoren tot een groep, we kennen elkaar
- Communicatie in de groep is rechtstreeks
- We verstaan en begrijpen elkaar
- Micro, meso, macro
- Groep… je gekozen bubble?
Functies en rollen
- Er ontstaan patronen in de wijze waarop mensen met elkaar omgaan/werken/samenleven: dit zorgt
ervoor dat de samenleving functioneert
- Samenleving marcheert door functies en rollen en de verwachtingen die deze met zich mee
brengen.
- Functie: een specifieke taak die iemand vervult
- Rol: het gedrag dat iemand vertoont om functie te vervullen
Mechanische solidariteit
- Het kerngezin is een functioneel onderdeel van de boerensamenleving
- De natuur en de seizoenen bepalen het werk
, - Weinig verschil in taken/functies
- Arbeidsdeling in gezin, maar iedereen helpt mee in het boerenbestaan
Organische solidariteit
- Industriële revolutie verandert de economie, dat heeft grote consequenties (18 e/19e eeuw)
- Specifieke handelingen in het productieproces
- Arbeidsdeling, verschillende taken
- Later verplaatsen fabrieken zich naar de derde wereld met 24 uurs dienstverlening
Cadeau
- Leuk, maar ook lastig
- The Gift (studie Mauss 1872 – 1951) Economie (Polynesië, Noord-Amerikaanse Indianen) is niet
gebaseerd op betalen of ruilen, maar op het geven. Men is verplicht te geven, maar ook om gift te
aanvaarden en op midden-lange termijn iets terug te geven (reciprociteit). Hiermee wordt een
relatie gedefinieerd
- Wat je verwacht van de ander. Gedrag grijpt in elkaar
Rol
- Bepaald gedrag wat hoort bij een functie: mensen bekleden functies, waarbij bepaald gedrag hoort:
rol (vader, student, arts)
- Het gaat niet om de persoon, maar om zijn functie en daar hoort een rol bij
- Zonder rollen herkennen we elkaars gedrag niet en kunnen we niet samenleven
Variatie
- Functies zijn contigent. Vaders, studenten en artsen komen in elke samenleving voor, maar rollen
die erbij horen kunnen verschillen qua invulling, dit ligt aan de samenleving of heersende cultuur
Rol of persoon
- Strakke protocollen voor gedrag in een functie. Mensen vergroeien met hun rol. Ze worden hun rol.
Ieders gedrag lijkt op elkaar (Japan, Bali)
Individu
- In het Westen is individualisme belangrijk. Je onderscheiden als eigen persoon is belangrijk
Symbolisch interactionisme
- Erving Goffman (1922 – 1982)
- We leren door ervaringen wat de functies en rollen zijn (opvoeding, levensgebeurtenissen)
- We kennen daar betekenissen aan toe die we begrijpen, Verstehen
- We maken het onszelf makkelijker: hanteren symbolen om dit te verduidelijken (uniformen, etiquette,
fatsoen, taalgebruik).
- Op dit alles baseren wij onze verwachtingen
- Een rol is het te verwachten gedrag dat hoort bij een functie waarop we onze interactie met
anderen baseren
Etnomethodologie
- Doordat mensen regels (vastgestelde rollen) kennen en respecteren, wordt het sociale leven
voorspelbaar (verwachtingen)
- Regels leer je doordat mensen ze vertellen, maar meer nog door te kijken en mee te doen:
socialisatie
- Regels en betekenissen maken communicatie en interactie mogelijk, maar we kunnen ze niet
(of moeilijk) onder woorden brengen