Studiestof Week 2
Grensoverschrijdende arbeid
College(s)
Videocollege 2 – Grensoverschrijdende arbeid
Context grensoverschrijdende arbeid
- We maken in Europa deel uit van een Unie met 27 lidstaten, met als oogmerk een interne markt te creëren,
waarbinnen zoveel mogelijk de grenzen zijn opgeheven. Kenmerkend voor die uniforme markt zijn de vier
basisvrijheden: vrij verkeer van goederen, kapitaal, personen en diensten.
- Vrij verkeer van goederen en kapitaal zijn van groot belang binnen de Unie, maar in dit college gaat het om vrij
verkeer van werknemers, en een klein beetje over vestigingsvrijheid en vrij verkeer van diensten.
o Vrij verkeer van werknemers (art. 45 VWE) en vestiging (art. 49 VWEU)
o Vrij verkeer van diensten (art. 56 VWEU)
- Vier voorbeelden:
o Roemeen die in Nederland aardbeien plukt
o Hongaarse vrachtwagenchauffeur die voor een Nederlands bedrijf transporten verzorgt naar Frankrijk en
Spanje
o Pool die via een Iers uitzendbureau in Nederland werkt
o Een Nederlandse die naar België wordt uitgezonden en besluit in België te blijven
- Dit zijn vier voorbeelden van grensoverschrijdende arbeid. Hoe gaat het recht daarmee om? Welk recht is
toepasselijk? Welke rechter is bevoegd? Hoe vrij zijn deze mensen om te reizen en dat werk daar te gaan doen.
- Tot de EU werd opgericht, kende alle landen allerlei eigen regels voor arbeid. Zij konden buitenlandse
werknemers de toegang weigeren.
- Als we kijken naar de geschiedenis van de EU dan is 2004 een belangrijk jaar geweest. In dat jaar werden 10
nieuwe leden toegelaten. Zoals bij elke uitbreiding van EU in het verleden, werd ook toen bezwaar gemaakt
tegen grote aantallen buitenlandse werknemers die er daardoor bij zouden komen. Maar in de jaren ervoor, bij
aansluiting van enkele landen, was de ervaring dat dat wel mee viel. Die mensen kwamen niet omdat het
helemaal niet zo makkelijk is om zomaar in een ander land te gaan werken. Mensen vinden het niet leuk om
familie in de steek te laten, Nederlands te leren etc. Dus er zijn veel redenen waarom mensen niet gemakkelijk
de grens overgaan.
o Maar toen in 2004 10 nieuwe landen lid werden, die naar verhouding een veel minder ontwikkelde
economie hadden, was het wel zo dat vrij veel mensen kwamen. Dit heeft ertoe geleid dat de weerstand
tegen dat vrij verkeer toenam. Het heeft waarschijnlijk ook een bijdrage geleverd aan de Brexit. Er
kwamen heel veel mensen naar Engeland bijv. om daar te gaan werken. Dat heeft ertoe geleid dat daar de
weerstand tegen de EU is toegenomen.
o Toch gaat het dan om een tijdelijke situatie, want in zo’n situatie gaan die economieën naar elkaar
toegroeien. We doen er ook van alles aan, we investeren veel in Oost-Europa, in de hoop dat de economie
daar gaat convergeren met de westerse, en dat we daar allemaal beter van worden. Maar tot die tijd, zul
je zien dat er ook een trek komt van werknemers uit lage loonlanden naar hoge loonlanden.
o Is dat slecht? Ten dele wel, voor de werknemers hier omdat zij te maken krijgen met concurrentie. Maar
dat betreft dan wel een situatie waarin wij cao’s hebben, dus je kunt mensen niet zomaar lager gaan
betalen. Dat kan alleen in marginale sectoren, waarin Nederlanders toch al niet graag werken, bijv. in
slachterijen of tuinbouw en zware industrie. Oost-Europeanen willen daarin wel werken. En het gebeurt
ook vaak zwart, in die zin dat mensen onder betalen.
o Is het nu een probleem dat die Oost-Europeanen er zijn, of is het werkelijke probleem dat wij de regels
onvoldoende handhaven en toezien daarop? Dus een deel van het probleem kunnen we ook zelf oplossen.
o Maar er komt wel meer druk op de arbeidsmarkt, dus het is zeker wel een lastige kwestie.
- Problemen bij grensoverschrijdende arbeid zijn juridische conflicten die grensoverschrijdend zijn:
In welk land ga je dan naar de rechter? (Forum)
Welk recht moet worden toegepast?
o Forum = Brussel Ibis
o Toepasselijk recht = Rome I
o Tenzij er sprake is van grensoverschrijdende detachering = Detacheringsrichtlijn
Vrij verkeer werknemers
- De basis hiervoor is te vinden in art. 45 VWEU
o Hierin is de competentie te vinden voor het stellen van die regels in het verdrag
- De uitwerking hiervan is te vinden in de Verordening 492/2011
o Hierin zijn de hoofdregels opgenomen van het vrij verkeer van werknemers
1
,- Daarnaast is er de Richtlijn 2004/38, die te maken heeft met de verblijfsrechten van werknemers
o In de Richtlijn zijn nadere aspecten geregeld, namelijk verblijf van werknemers in die lidstaat, en bijv.
over het verblijf van gezinsleden.
- In deze juridische regelingen is geen definitie te vinden van ‘werknemer’
o Een definitie is inmiddels ontwikkeld in de jurisprudentie, en deze definitie lijkt heel sterk op die van de
Nederlandser arbeidsovereenkomst. Dat klopt ook, omdat in veel Europese landen dezelfde juridische
definitie wordt gehanteerd. Er zijn wel verschillen in de toepassing.
- Er zijn een aantal hoofdeisen die gesteld worden, met name in de Verordening, voor het vrij verkeer:
o Het moet gaan om reële en daadwerkelijke arbeid
Je kunt niet zeggen ik ga naar het andere land, en ik neem daarbij een ‘nepbaantje’ aan. Dus bijv.
een vriend van mij in dat land regelt dat ik bij hem in dienst komt tegen een hele lage beloning, en
dan ben ik binnen, en kan ik lekker genieten van de sociale zekerheid in dat land. Zo werkt het niet.
Dit is een criterium uit de jurisprudentie.
o Het moet gaan om bezigheden van economische aard
Het moet economisch van belang zijn, het mag niet alleen gaan om vrijwilligerswerk of hobby’s
o Het moet ook grensoverschrijdend zijn.
Inhoud vrij verkeer
- Wat is juridisch gezien de essentie van het vrij verkeer van werknemers?
o Dat is allereerst dat gelijke behandeling is voorgeschreven met werknemers uit het eigen land.
Dat wil zeggen dat als iemand uit een andere lidstaat van de EU in NL komt werken, dat die gelijk
behandeld moet worden met Nederlanders. Dus bijv. ten aanzien van sollicitatie mogen geen
verschillende eisen worden gesteld, de behandeling tijdens dienstverband mag niet anders zijn, en
ook ontslag mag niet anders zijn. In principe gelden dezelfde rechten als voor Nederlanders.
o Sociale voordelen moeten op gelijke voet worden toegekend aan werknemers uit andere lidstaten.
Sociale voordelen is een ruime reeks van aspecten. Dat betreft heel veel rechten. Niet alleen uit de
arbeidsovereenkomst of cao, maar ook uit nationale wetgeving. Bijv. sociale zekerheid.
Basisidee is dat er geen belemmeringen in de weg moeten worden gelegd aan werken over de grens.
Dat betekent dus dat als je bijv. geen werkloosheidsuitkering zou krijgen als je vanuit een andere
lidstaat in Nederland gaat werken, dat een belemmering is om hier te komen werken. Dus je moet
die werknemers uit andere lidstaten alle voordelen geven die je aan eigen onderdanen geeft.
We hoeven geen stemrechten/politieke rechten toe te kennen, maar verder eigenlijk alles wel.
o Ten derde worden gezinsleden beschermd.
Dus stel dat zo’n buitenlandse werknemer wil komen, maar zijn gezin niet zou kunnen meenemen
dan is dat ook een belemmering. Dus ook de bescherming van gezinsleden telt mee. Op deze manier
kunnen ook partners en kinderen meekomen, zelfs als zij geen onderdaan zijn van een EU lidstaat.
Dat is dus een heel ruim recht.
- Zijn er ook een aantal regels? Wat als iemand ophoudt met werken, met pensioen gaat, arbeidsongeschikt
raakt of ontslagen wordt?
o Verblijfsrichtlijn: komt er op neer dat als je langere tijd in een bepaald land woont, je niet zomaar dat
land uitgezet kan worden. maar als je er maar kort woont is dat anders.
o Er zijn dus allerlei regels gesteld, ook voor de gezinsleden.
o Wat als buitenlandse werknemer gaat scheiden? Mogen gezinsleden hier dan blijven wonen? Mogen
kinderen school afmaken als werknemer terug gaat naar eigen land? Dit vind je allemaal terug in de
Verordening voor vrij verkeer van werknemers of in de Verblijfsrichtlijn.
- Vragen welke aan de orde kunnen komen:
o Mag de Nederlandse wetgever regelen dat niet Nederlanders geen sociale zekerheid ontvangen?
Dat mag niet voor EU-burgers, maar wellicht wel voor werknemers van buiten de EU, want die vallen
buiten die verordening.
o Moeten kinderen studiefinanciering krijgen?
Is dat kind (van buitenlanders uit andere EU-lidstaten) gerechtigd tot studiefinanciering? Dat moet
in principe ook aan die kinderen worden toegekend. Sociale voordelen wordt heel ruim uitgelegd.
o Transferverbod voetballers?
Een voetballer wilde vanuit België naar een ander land. Hij had geen contract meer met zijn oude
club, en toch kon die club zeggen dat hij niet naar een andere club mocht vertrekken als er geen
transfervergoeding werd betaald. Deze zaak is door de voetballer tot het Europese Hof aangebracht,
en hij heeft die zaak gewonnen. Dit betekent dat voetbalclubs geen transfervergoeding meer mogen
vragen als het contract van de werknemer is afgelopen. Als de voetballer een doorlopend contract
heeft, dan licht dat anders en kunnen ze vragen om een afkoopsom. Dit arrest is dus van belang voor
profvoetballers, want ze kunnen wel aan hun contract gehouden worden, maar daarna zijn zij vrij
om naar een andere club te gaan.
Wat heeft dat met vrij verkeer te maken? Het ging erom dat voetballer naar een andere EU-lidstaat
ging, en dat gezegd werd door het Hof dat zo’n beperking in de vorm van een transfervergoeding
2
, een belemmering was van het vrij verkeer van werknemers. Het belemmerde hem om in een andere
lidstaat te gaan werken.
Vrij verkeer en stakingsrecht
- We hebben in alle landen stakingsrecht, wat een sociaal grondrecht is. Maar dat zou kunnen botsen met de
regels van het vrij verkeer. De vier vrijheden van de EU zijn belangrijk en fundamenteel, en deze worden dus in
principe voorrang gegeven ten opzichte van andere regels.
- Waarom zou dan staken in strijd zijn met vrij verkeer? Daarvoor kunnen we kijken naar de Laval -zaak.
o Het ging om werknemers die gingen uit Zweden in Estland werken, via een Zweedse werkgever. De
Zweedse werkgever paste de Estlandse arbeidsvoorwaarden toe, en niet de arbeidsvoorwaarden uit
Zweden. Die werknemers waren het daar niet mee eens en zeiden, we willen de cao’s uit Zweden
toegepast zien want die zijn veel gunstiger, en zij gingen daarom in staking. Toen zei de werkgever, die
staking is in strijd met vrij verkeer, want het is een belemmering om mensen in een ander land te laten
werken.
o Het Europees Hof heeft dat bezwaar gehonoreerd, en gezegd dat je niet mag staken, want daarmee
belemmer je het vrij verkeer van werknemers. Belangrijk argument daarbij was dat dat vrij verkeer niet in
de weg staat aan de toepassing van dwingend recht, maar dwingend recht was niet aan de orde, want
cao’s in Zweden waren niet AVV verklaard. Dus het was een louter privaatrechtelijke regeling, en dat
betekent dat je om wijziging daarvan af te dwingen je niet op een wet kunt beroepen en alleen in wetten
zouden rechtvaardigen dat het vrij verkeer regels anders werden toegepast.
o De oplossing zou kunnen zijn dat men in Zweden de AVV invoert, zoals wij die in Nederland ook kennen.
Maar dat wil men niet.
Forum – Brussel Ibis
- Welk recht is toepasselijk? En welke rechter is bevoegd? Dit laatste is de Forumkwestie, die te vinden is in
Brussel Ibs.
- In art. 4, 5 en 6 vinden we de hoofdregels die van toepassing zijn.
o Art. 4 en 5: gedaagde wordt als regel gedaagd voor de rechter van de lidstaat waarin hij woont.
Dus stel dat WG gevestigd is in NL, en de WN woont in Duitsland. Als de WG een procedure heeft
tegen de WN, dan moet hij die aanspannen voor de rechter in Duitsland.
En als de werknemer uit Duitsland zijn Nederlandse werkgever wil aanspreken, dan wordt de
werkgever in Nederland aangesproken.
o Art. 6: indien verweerder buiten EU woont, bevoegdheid afhankelijk van wetgeving van de lidstaat.
Forum – afd. 5 Brussel Ibis
- Er is een speciale afdeling die betrekking heeft op de bevoegdheid van de rechter bij individuele verbintenissen
uit de arbeidsovereenkomst.
- Uitgangspunt daarbij is: de zwakkere partij moet worden beschermd door de bevoegdheidsregels die gunstiger
zijn voor haar belangen dan de algemene regels (par. 18 preambule).
o Dus bepaalde procesregels zijn ter bescherming van de werknemer gunstiger gemaakt.
- Art. 20-23 Brussel Ibis
o Art. 20 lid 2 – territoriale reikwijdte: werkgever die geen woonplaats heeft op het grondgebied van een
lidstaat, maar in een lidstaat een filiaal, agentschap of andere vestiging heeft, dan wordt de werkgever
voor geschillen betreffende de exploitatie daarvan geacht zijn woonplaats te hebben op het grondgebied
van die lidstaat.
Dus stel je werkt voor Amerikaans bedrijf met vestiging in Amsterdam, dan wordt werkgever geacht
in Amsterdam gevestigd te zijn.
o Art. 21 – werkgever is gedaagde:
De werkgever met woonplaats op het grondgebied van een lidstaat kan voor de volgende gerechten
worden opgeroepen:
Voor de gerechten van de lidstaat waar hij zijn woonplaats heeft, of
In een andere lidstaat:
o Voor het gerecht van de plaats waar of van waaruit werknemer gewoonlijk werkt
o Wanneer de werknemer niet in eenzelfde land gewoonlijk werkt of heeft gewerkt, voor
het gerecht van de plaats waar zich de vestiging bevindt
o Art. 22 – werknemer is gedaagde: vordering van de werkgever kan alleen worden gebracht voor de
gerechten van de lidstaat op het grondgebied waarvan de werknemer woonplaats heeft.
o Art. 23 – mogelijkheden om af te wijken
Forum – art. 21 Brussel Ibis
- Als de werkgever gedaagde is:
a. Woonplaats werkgever
b. Of in een andere lidstaat:
3