Samenvatting Children’s Rights
Week 1: Internationale kinderrechten: opkomst en
betekenis
Internationale mensenrechtenkader & opkomst van kinderrechten
Kinderrechten zijn een relatief jong rechtsgebied. De twee wereldoorlogen lieten zien dat de bescherming van
rechten van mensen niet zonder meer in goede handen is bij de overheid. Er werden internationale afspraken
gemaakt en kinderrechten waren onderdeel van deze ontwikkeling. Belangrijk hierbij: de Volkenbond en VN.
Mensenrechten gaan oorspronkelijk over de verhouding staat-burger (verticale relatie), over bescherming
tegen te veel overheidsinterventie, maar het ging steeds meer over wat je van de overheid mag verwachten.
Nu is er een samenspel tussen negatieve en positieve verplichtingen van de overheid.
De ontwikkeling van kinderrechten vond plaats op VN-niveau en op regionaal niveau; ontstaan van
mensenrechteninstrumenten en -kaders. Er zijn veel relevante instrumenten op beide niveaus, zoals het
UVRM, IVBPR, ICESCR, EVRM van de Raad van Europa. Aan die instrumenten hangen ook specifieke
instellingen, zoals het EHRM. Er zijn ook instrumenten die over specifieke groepen burgers (kinderen,
vrouwen) of specifieke kwesties gaan (antifolterverdrag).
Verklaring van Geneva (1924) gaat over de vraag wat de mensheid verplicht is aan kinderen, bescherming van
met name de meest kwetsbare groepen kinderen. Declaration of the Rights of the Child (1959) benoemde
meer uitvoerig de rechten en belangen van kinderen, maar was nog steeds niet juridisch bindend. In het jaar
van het kind (1979) kwam Polen met het voorstel om de verklaring te transponeren naar een verdrag. In 1989
werd het IVRK aangenomen door de VN, wat uiteindelijk uitgebreider en scherper is geformuleerd dan de
verklaring. Kinderen werden hiermee als dragers van rechten erkend; gelijkwaardig aan alle andere mensen.
Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK)
De opkomst van kinderrechten heeft ervoor gezorgd dat er juridisch anders wordt gekeken naar
kinderen. Oorspronkelijk werd gedacht vanuit de kwetsbaarheid van kinderen, maar het IVRK begint met de
fundamentele erkenning kinderen van kinderen als dragers van mensenrechten, net als ieder ander mens. Het
IVRK is juridisch vastgelegd in 1989 via de AV van de VN. Het verdrag is een living instrument; moet dynamisch
zijn en mee ontwikkelen met de tijd (door nationale wetgeving en door rechtspraak). Alle landen hebben het
geratificeerd, behalve de VS. Nederland heeft het in 1995 geratificeerd en vanwege het (gematigd) monistisch
systeem maakt het onderdeel uit van onze rechtsorde.
Het IVRK bevat zowel burgerlijke en politieke als economische, sociale en culturele rechten. Naast de
erkenning van kinderen als rechtssubject wordt ook erkend dat kinderen zich ontwikkelen en dat zij geen
homogene groep zijn (een baby zit in een andere ontwikkelingsfase dan een tiener). Ook moeten kinderen
worden gezien als lid van een gezin, zij verhouden zich tot anderen. Uitgangspunt is dat de gezinsomgeving
een belangrijke basis is voor een gezonde ontwikkeling.
In het IVRK wordt de positie van ouders nadrukkelijk erkend; ouders zijn primair verantwoordelijk voor de
opvoeding en verzorging van hun kind, de overheid moet deze rol respecteren (art. 18 IVRK). De positie van
ouders is niet absoluut, blijkt o.a. uit art. 9 IVRK. Ouders moeten de belangen van het kind meenemen in de
opvoeding, de overheid heeft hierin een soort monitoringsrol en kan op grond van het belang van het kind
interveniëren als dit noodzakelijk, proportioneel en doelmatig is. Ouders moeten hun kind begeleiden in de
ontwikkeling op een manier die past bij de zich ontwikkelende vermogens van het kind (art. 5 IVRK).
Het IVRK is ingedeeld aan de hand van 3 P’s:
Protection (bescherming, bijv. art. 19, 22, 32-37, 38)
Provisions (voorzieningen, bijv. art. 24, 26-29, 31)
Participation (art. 12-17)
Het verdrag adresseert ook bepaalde thema’s (kinderbescherming, jeugdstrafrecht) en besteedt aandacht aan
verschillende bijzondere groepen kinderen (vluchtelingen, kinderen met een handicap, slachtoffers etc.).
Pagina 1 van 18
,Het VN-Comité gaat uit van 4 algemene beginselen binnen het IVRK:
1. Het verbod op discriminatie (art. 2 IVRK). Kinderen moeten in gelijke mate kunnen profiteren van hun
rechten en mogen niet worden teruggehouden op basis van wat hun ouders doen.
2. Het belang van het kind (art. 3 lid 1 IVRK). Dit moet een eerste overweging zijn.
3. Het recht op leven en ontwikkeling (art. 6 IVRK).
4. Het recht om te worden gehoord (art. 12 IVRK).
Definitie van kind = ieder mens onder de 18 jaar (art. 1 IVRK). Als in een land een kind eerder meerderjarig
wordt (bijv. bij 16 jaar), dan geldt het verdrag maar tot die leeftijd. Het IVRK werkt niet (zonder meer) voor
kinderen voordat zij geboren zijn.
Het IVRK heeft verschillende functies. 1) Juridisch instrument; 2) Referentiekader voor beleid en
praktijk/professionals/ouders; & 3) Normatief kader: minderjarigheid en kindbeeld. Het IVRK is juridisch
bindend. Als er andere bepalingen zijn die beter zijn voor kinderen, dan gaan die voor op het verdrag (art. 41
IVRK). In Nederland is het IVRK van belang vanwege art. 93 en 94 Gw. Het heeft rechtstreekse werking, dus je
kan je er direct op beroepen bij de rechter (afhankelijk van de verdragsbepaling). En ook als er geen directe
werking is, geldt verdragsconforme interpretatie: nationale wetgeving kan niet op een manier worden
geïnterpreteerd die strijdig is met het verdrag.
Literatuur
Jaap Doek, 'The Human Rights of Children: An introduction' (2018)
Geeft een geschiedkundig beeld van de totstandkoming van kinderrechten. Doek heeft zelf in het VN-Comité
gezeten, schrijft ook over de rol van het Comité. De leden zijn niet altijd de beste mensen, zij worden vanuit
overheden voorgedragen. Controversial issues bij de totstandkoming: de leeftijdsgrens en of een kind ook
voor de geboorte wordt beschermd, kinderen in armed conflict (is wel opgenomen in een optioneel protocol).
General principles van het IVRK: art. 2, 3, 6 en 12. Tekortkoming van het IVRK: er is geen juridische bijstand
voor ouders en kinderen in jeugdbeschermingszaken, terwijl een UHP heel ingrijpend is. En de afweging wat in
het belang van het kind is wordt door volwassenen gemaakt.
Michael Freeman, ‘‘Why It Remains Important to Take Children’s Rights Seriously’ (2007)
Rechtsfilosoof, dacht al voordat het IVRK bestond na over waarom het belangrijk is dat kinderen rechten
hebben. Bij rechten van kinderen gaat het over het fundamentele respect dat kinderen zouden moeten
krijgen van anderen; respect voor waardigheid, menselijkheid en integriteit. Rechten kunnen niet zomaar
opzij worden geschoven door de powerfull (overheid, ouders). Bij de toekenning van rechten herken je die
personen als individuen die in staat zijn om in bepaalde mate te participeren in besluitvorming die over hen
gaat (agency). Rechten worden vergezeld van de mogelijkheid om deze ook af te dwingen of te klagen indien
ze niet worden gerespecteerd. Als drager van rechten heb je de mogelijkheid om iets te eisen, om actie te
ondernemen. En je hebt een beargumenteerd standpunt.
De rechtenbenadering betekent dat je recht doen aan alle rechten van kinderen en niet alleen kijkt naar
rechten die van een bijzonder belang zijn voor kinderen. Niet kijken naar wat wij kinderen verplicht zijn
(liefde, bescherming), want dan zet je kinderen niet centraal en blijven zij afhankelijk van derden.
Werkgroep
Stelling: Kinderen zijn al dragers van rechten onder het IVBPR en het EVRM. Het IVRK heeft dus niet zo veel meerwaarde.
J. Doek, 'What Does the Children's Convention Require?' (2016)
Het fundamentele vereiste voor de implementatie van het IVRK is dat het kind wordt erkend en
gerespecteerd als een mens met rechten. Bedenkingen hierbij kunnen zijn dat het kind wordt overgelaten aan
zijn eigen autonomie en dat de rechten van ouders worden ondermijnd, maar in het IVRK worden voor het
eerst de rechten van ouders benadrukt en is er juist aandacht voor de rol van het gezin. Het is voor de
ontwikkeling van het kind van belang dat hij opgroeit in zijn gezin of een alternatieve gezinssetting. Bij het
kind als rechtssubject hoort ook respect voor lichamelijke en mentale integriteit en menselijke waardigheid.
Implementatie van het IVRK vereist niet alleen (aanpassing van) wetgeving, maar ook traditionele gedachten.
Het Comité vraagt van staten om een uitgebreid plan van aanpak op te stellen inzake de implementatie.
Verder moeten staten rapporteren, doet het Comité aanbevelingen en hebben staten hier een follow-up van.
Pagina 2 van 18
, Argumenten voor: 1) er is veel overlap tussen de artikelen in de verdragen; 2) het EVRM en IVBPR gebruiken
‘een ieder’ en ‘niemand’, kinderen zijn hier niet van uitgesloten; 3) het naleven van het IVRK kan
problematisch zijn, omdat er niet een Hof is zoals het EHRM. Argumenten tegen: 1) de positie van het kind is
beperkt in andere verdragen; 2) staten worden verplicht om kinderrechten serieus te nemen; 3) het IVRK
bevat speciale bepalingen, zoals het belang van het kind (art. 3), het recht om gehoord te worden (art. 12); 4)
het IVRK wordt steeds meer gebruikt in rechtspraak, met name art. 3.
Stelling: Het best-interests assessment zoals het VN Comité voor de Rechten van het Kind dat voorstaat in
General Comment No. 14 werkt te veel paternalisme in de hand.
T. Liefaard, ‘‘Het belang van het kind en de hooggespannen verwachtingen van het IVRK: pleidooi voor een
kinderrechtenbenadering’ (2016)
Minimale benadering = voorkomen van schade aan de ontwikkeling van het kind (uitgangspunt van Ido
Weijers). Optimale benadering = waarborgen van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van het kind
(uitgangspunt VN-Comité). Volgens Weijers is de optimale benadering problematisch, omdat dit impliceert dat
de overheid een zo gunstig mogelijke ontwikkeling kan waarborgen (in werkelijkheid wordt dit niet
waargemaakt) en het zet de deur open naar het gebruik van het belang van het kind als een instrument om de
levenswijze en opvoedingsstijl van ouders te bepalen. Rechten van ouders mogen alleen worden ingeperkt als
ze ‘aantoonbare schade’ aan het kind aanbrengen. Bij het belang van het kind horen minimale eisen te gelden
om het kind hier tegen te beschermen.
Het VN-Comité ziet het belang van het kind als een drieledig concept: een recht, een interpretatiebeginsel en
een procedureel voorschrift (belang moet worden betrokken in besluitvorming die een kind of groep kinderen
betreft). De concrete invulling van het belang van het kind hangt af van de omstandigheden, dus is flexibel.
Het Comité pleit voor een lijst met elementen die bij de beoordeling moeten worden betrokken.
Argumenten voor: 1) het belang van het kind is een breed criterium, risico dat je te snel in het vaarwater van
ouders komt; 2) de kinderrechter heeft vrijheid om een belangenafweging te maken en de mening/wens van
het kind kan door rechters gepasseerd worden op grond van het belang van het kind + de beoordeling wordt
door volwassenen (rechters) gedaan; 3) General Comment wordt als een belangrijk instrument beschouwd; 4)
de lijst met elementen van het Comité eist veel van staten. Argumenten tegen: 1) het belang van het kind
wordt gezien als een interpretatiebeginsel, dus moet in samenhang met andere bepalingen van het IVRK
worden gelezen; 2) er moet invulling aan het belang van het kind worden gegeven op een manier die passend
is bij de ontwikkeling van het kind; 3) partijen dienen rekening te houden met de mening van het kind; 4)
General Comments zijn niet juridisch bindend.
Week 2: Implementeren en monitoren van
kinderrechten
Het is de bedoeling dat landen na het ratificeren ook het IVRK implementeren. Mogelijkheden hiervoor:
Wetgeving: het creëren of aanpassen hiervan. Sommige landen zoals Nederland hadden al veel
wetgeving op dit terrein, dan is het makkelijker om het IVRK te omarmen, want er is weinig
aanpassing nodig. Voor andere landen moest wetgeving worden gemaakt/aangepast om
kinderrechten te implementeren. Het aanpassen van wetgeving kan lastig zijn, omdat er een staande
praktijk is. Dus: implementatie door aanpassing en nieuwe wetgeving, heeft grote invloed.
Rechtspraak: ook in Nederland wordt in toenemende mate de rechter aangesproken om
kinderrechten handen en voeten te geven. Rechters spelen een belangrijke rol in de bescherming van
kinderen in specifieke situaties.
Andersoortige maatregelen, met name beleid. Het duurt heel lang om wetgeving aan te passen en de
rechtspraak is erg afhankelijk van de omstandigheden, dus organisaties proberen vaak via lobby en
media-aandacht het beleid te beïnvloeden, dat gaat sneller.
(Internationaal: de Millennium Development Goals en DSG’s hebben voor kinderen relevante doelen.)
De implementatie van het IVRK is primair een nationale aangelegenheid, het gaat ook om het laten
doordringen van kinderrechten op nationaal niveau. In Nederland gelden art. 93 en 94 Gw, maar bijv. in
Pagina 3 van 18