Meeting 1
Vignet 1
Wat zijn de risicofactoren voor het ontwikkelen van een eetstoornis?
DSM – Anorexia Nervosa (AN)
A. Beperking van energie inname door bepaalde eisen, dat leidt tot significant laag lichaamsgewicht in de
context van leeftijd, sekse, ontwikkelingstraject en fysieke gezondheid. Een laag lichaamsgewicht is minder
dan minimaal normaal or minder dan het verwachte minimale gewicht.
B. Grote angst voor gewichtstoename of dik worden, of aanhoudend gedrag dat gewichtstoename verstoort,
ook al is het gewicht significant te laag
C. Verstoring in de manier waarop iemands zijn/haar lichaamsgewicht of vorm ervaart, ongepaste invloed van
lichaamsgewicht of vorm op zelfevaluatie, of aanhoudend gebrek van herkenning van de ernst van het lage
lichaamsgewicht
Types
Restricting: Duurt 3 maanden waarin de persoon geen terugkerende eetaanvallen of zuiveringsgedrag
heeft gehad. In dit type wordt gewichtsverlies behaald door dieet, vasten of excessief sporten
Binge-eating/purging: Duurt 3 maanden waarin de persoon wel terugkerende episodes van eetaanvallen of
zuiveringsgedrag heeft gehad.
Gedeeltelijke remissie: Nadat er voldaan is aan de volledige criteria voor anorexia nervosa, is er een
aanhoudende periode waarin niet aan criteria A is voldaan, maar wel aan criteria B of
C wordt voldaan.
Volledige remissie: Nadat er voldaan is aan de volledige criteria voor anorexia, is er een aanhoudende
periode waarin er niet voldaan is aan de criteria.
Ernst van anorexia nervosa in termen van BMI
Mild: meer of gelijk aan 17kg/m2
Matig: 16 - 16.99kg/m2
Ernstig: 15 – 15.99 kg/m2
Extreem: onder 15 kg/m2
Het half uithongeren en zuiverend gedrag kan geassocieerd zijn met significante en levensbedreigende
medische condities. Fysiologische stoornissen zoals amenorroe (afwezigheid menstruatie) en afwijkingen van
vitale functies komen vaak voor.
Wanneer iemand serieuze ondergewicht heeft komen er ook vaak depressieve symptomen naar voren zoals
depressieve stemming, sociale terugtrekking, prikkelbaarheid, insomnia en verminderde interesse in seks.
Andere kenmerken geassocieerd met anorexia zijn zorgen over eten in het openbaar, gevoelens van
ondoelmatigheid, sterk verlangen om de omgeving onder controle te houden, inflexibel denken, gelimiteerde
sociale spontaniteit en overdreven ingehouden emotionele uiting.
Binge-eating/purging type heeft hogere mate van impulsiviteit en hebben meer kans op alcohol en
drugsmisbruik dan restricting type.
Prevalentie: 12 maanden prevalentie van AN bij jonge vrouwen is 0.4%. Er is minder bekend over de
prevalentie bij mannen. Wel is bekend dat het minder voorkomt bij mannen dan vrouwen. De ratio is 10:1
vrouw : man.
Risicofactoren
, Temperament: Individuen die angststoornis ontwikkelen of obsessieve karakteristieken laten zien in
kindertijd, hebben verhoogde kans op het ontwikkelen van anorexia.
Omgeving: De variatie in prevalentie van anorexia nervosa is geassocieerd met culturen en settingen
waarin dun zijn gewaardeerd wordt. Beroepen dat dun zijn aanmoedigen, zoals model, is ook geassocieerd
met een verhoogd risico
Genetisch en fysiologisch: Er is een verhoogd risico op anorexia en boulimia bij eerstegraads familieleden
van individuen met de stoornis. Er is ook een verhoogd risico op bipolaire of depressieve stoornis bij
eerstegraads familieleden van iemand met anorexia, voornamelijk binge-eating/purging type.
Suïcide risico is verhoogd bij anorexia nervosa, met cijfers van 12 per 100.000 per jaar.
Co-morbiditeit: bipolaire stoornis, depressieve stoornis en angststoornissen komen vaak samen voor met
anorexia nervosa. OCD is te zien bij sommige individuen met anorexia nervosa, voornamelijk restricting type.
Alcohol en andere middelen gebruik is ook co-morbide met anorexia nervosa, voornamelijk
binge-eating/purging type.
DSM – Boulimia Nervosa
A. Terugkerende episodes van eetaanvallen. Een episode van eetaanvallen is gekarakteriseerd door:
1. Het eten van een bepaalde hoeveelheid dat meer is dan wat de meeste individuen zouden eten,
binnen een bepaalde periode
2. Gebrek aan controle over het eten tijdens de episode
B. Terugkerend ongeschikt compenserend gedrag in gewichtstoename te voorkomen zoals zelfopgewekt
overgeven, misbruik van laxeermiddelen, diuretica (middel om te plassen) of andere medicatie, vasten of
excessief sporten.
C. Eetaanvallen en ongeschikt compenserend gedrag komen beide ten minste 1 keer per week voor 3
maanden lang voor.
D. Zelf-evaluatie is ongepast beïnvloed door lichaamsvorm en gewicht
E. Verstoring komen niet exclusief voor tijdens episodes van anorexia nervosa
Gedeeltelijke remissie: Nadat er voldaan is aan de volledige criteria van boulimia nervosa, wordt er aan een
paar criteria voldaan voor een aanhoudende periode
Volledige remissie: Nadat er voldaan is aan de volledige criteria van boulimia nervosa, wordt er niet meer
voldaan aan de criteria voor een aanhoudende periode.
Ernst van boulimia nervosa:
Mild: gemiddelde van 1-3 episodes van compenserend gedrag per week
Matig: gemiddelde van 4-7 episodes van compenserend gedrag per week
Ernstig: gemiddelde van 8-13 episodes van compenserend gedrag per week
Extreem: gemiddelde van 14 of meer episodes van compenserend gedrag per week
Mensen met boulimia hebben vaak normaal gewicht of overgewicht. De stoornis komt voor bij obesitas
individuen, maar dit is niet gewoonlijk. Individuen met boulimia beperken hun totale calorie consumptie en
hebben voorkeur voor lage-calorie voeding.
Menstruele onregelmatigheid en amenorroe komen veel voor bij vrouwen met boulimia.
Prevalentie: 12 maanden prevalentie van boulimia bij jonge vrouwen is 1-1.5%. De prevalentie is het hoogste
bij jong volwassenen. Er is minder bekend over boulimia bij mannen, maar het komt minder vaak voor bij
mannen dan vrouwen. De ratio is net als bij anorexia 10:1, mannen : vrouwen
Risicofactoren