Dit is de studiestof voor tentamen 1 van Psychologie de Basis op de Hogeschool van Amsterdam. Mijn jaarlaag heeft dit tentamen ook gemaakt aan de hand van mijn samenvatting en was er erg blij mee! Succes met leren :) Liefs Caitlin
Psychologie = wetenschap van gedrag en mentale processen (letterlijk: studie van de geest).
Interne processen (kun je niet waarnemen): denken, voelen etc.
Externe processen (kun je waarnemen): praten, lopen etc.
3 soorten psychologen:
1. Experimenteel psychologen: voeren onderzoek uit.
2. Docenten psychologie: geven les.
3. Toegepast psychologen: gebruiken de kennis van experimenteel psychologen om problemen van
mensen op te lossen.
Specialisaties toepast psychologen:
- Arbeids- en organisatie psychologen werken in een arbeidsomgeving.
- Sportpsychologen werken in het sportveld.
- Schoolpsychologen werken op/ met scholen.
- Klinisch psychologen/ counselors helpen mensen met moeilijkheden.
- Forensisch psychologen werken met het wets- en rechtssysteem.
- Omgevingspsychologen werken met het milieu en de omgeving.
- Gerontopsychologen werken met ouderen en hun gezondheid.
Psychologie is GEEN psychiatrie.
Psychiaters hebben een medische opleiding, psychologen niet.
Psychiaters mogen medicijnen voorschrijven, psychologen niet.
Psychiaters hebben patiënten, psychologen hebben cliënten.
Pseudopsychologie: niet feitelijke psychologische kwesties, maar die wel als de waarheid worden gezien
(terwijl het dus niet wetenschappelijk onderbouwd is).
Zoals horoscopen.
6 vaardigheden voor kritisch denken:
1. Wat is de bron?
- Heeft degene die de bewering doet kennis over dit onderwerp?
2. Is de bewering redelijk of extreem?
- Als er ‘altijd’ in de bewering staat, is dat dan ook echt altijd?
3. Wat is het bewijsmateriaal?
- Is het gebaseerd op wetenschappelijk bewijsmateriaal (= feiten) of op anekdotisch
bewijsmateriaal (= ervaringen van personen)?
4. Kan de conclusie beïnvloed zijn door bias?
- Bias= een vooroordeel, vertekening of vervorming van de situatie, meestal op basis van
persoonlijke ervaringen en waarden.
Emotionele bias: de neiging om op je gevoel te oordelen en niet op je verstand.
1
, Samenvatting Caitlin tentamen 1
Confirmation bias (bevestigingsbias): alle informatie die tegen jouw opvattingen ingaan negeren
en informatie zoeken die jouw opvattingen wel ondersteunen. (Mensen blijven horoscopen lezen
omdat ze alleen de dingen onthouden die wel klopten).
5. Worden veel voorkomende denkfouten vermeden?
- Men neemt vaak het ‘gezond verstand’ als goed bewijs.
- Men gaat vaak van een causaal verband uit terwijl het vaak een correlationeel verband is. (Men
gaat ervanuit dat A heeft veroorzaakt dat B gebeurde, terwijl dat vaak niet zo is en ze alleen
samengingen in plaats van veroorzaken). Dit heet de correlatie-causaliteit-denkfout.
6. Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
Hoofdstuk 4:
Hoofdstuk 4.1:
Leren= een blijvende verandering in gedrag of mentale processen als gevolg van een bepaalde ervaring.
Vormen van leren:
Habituatie: leren om niet te reageren op een herhaalde aanbieding van een stimulus.
- Als je naast een spoort woont dan hoor je de trein op een geven moment niet meer.
Mere exposure-effect: aangeleerde voorkeur voor stimuli waaraan we al eerder zijn
blootgesteld.
- Als je liedjes vaker luistert dan ga je ze leuker vinden.
Stimulus-respons-leren: vormen van leren die we kunnen beschrijven in termen van stimuli en
responsen.
- Klassieke en operante conditionering
Cognitief leren
Klassieke conditionering: een vorm van stimulus-respons-leren waarbij een in eerste instantie neutrale
stimulus het vermogen verwerft om dezelfde aangeboren reflex op te roepen als een andere stimulus die
deze reflex oorspronkelijk oproept.
- Neutrale stimulus: roept van nature geen reactie op.
- UCS: stimulus die een respons oproept van nature.
- UCR: reactie op de UCS.
- Dan is de verwervingsfase: de CS roept steeds vaker de CR op. Dit is dus de fase waarin de
conditionering plaatsvindt.
- Als je de NS en de UCS samen aanbiedt dan heet dat contiguïteit. Dit gebeurt tijdens de
verwervingsfase.
- CS: een NS die geconditioneerd is.
- CR: de reactie op de CS.
- Gebruik contraconditionering om van de conditionering af te komen. (Je zorgt dat de
conditionering geassocieerd wordt met een fijne stimulus).
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper caitlinzonneveld. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.