VTV 2 Theorie Samenvatting
Bijeenkomst 1: Infusietherapie en venapunctie
Verpleegkundige vaardigheden: Hoofdstuk 10, 20, 21.1
1. De verantwoordelijkheid van de verpleegkundige ten opzichte van deze handeling
in het kader van de wet BIG uitleggen
- WGBO
o Patiënt moet altijd door de arts op de hoogte gesteld worden van het doel
van het bloedonderzoek en tevens toestemming
- Wet BIG
o Voorbehouden handelingen
o Bekwaam is bevoegd
o In opdracht van arts
2. De regelgeving beschrijven betreffende hygiënisch, veilig, methodisch,
ergonomisch, milieubewust en kostenbewust werken bij infusietherapie
- Handen desinfecteren
- Werkveld schoonmaken
- Controle door collega’s
3. De eerste maatregelen bij een prikaccidenten benoemen en het risico van het
prikaccident inschatten aan de hand van de ‘landelijke richtlijn prikaccidenten’
- Blz. 357 VTV boek
- Stap 0: laat de prik-, snij- of bijtwond goed doorbloeden spoelen met water of
fysiologisch zout desinfecteren
- Stap 1: beoordeling van de aard van het accident
- Stap 2: beoordeling hepatitis B-immuunstatus verwonde
- Stap 3: achterhalen van de serostatus van de bron
- Stap 4: maatregelen ten aanzien van hepatitis B
- Stap 5: maatregelen ten aanzien van hepatitis C
- Stap 6: maatregelen ten aanzien van hiv
- Stap 7: afname nulserum bij verwonde
- Stap 8: voorlichting over en preventie van verdere verspreiding
4. De indicaties, verpleegkundige aandachtspunten en observaties (10) bij het
uitvoeren van een venapunctie beschrijven
- Indicaties
o Bepalen klinische chemische waarden
Electrolyten (Na, Ka, Cl)
Leverfuncties (Asat, Alat)
Nierfuncties (kreat, ureum)
Hartenzymen (CK)
o Bepalen klinisch haematologische waarden
Hb, Ht, Leuco’s, Trombo’s
Aptt, PTT, INR
o Bepalen toxicologie
1
, Medicatie, Alcohol, Opiaten
o Bloedkweken
o Bloedspiegels bijv.
Medicatie (digoxine)
Titer (hepatitis B)
o Bloedgroep/kruisbloed
o Bloedafname bij donoren
Aderlating bij ↑ Hb (Hemochromatose, COPD)
- Contra-indicaties
o Littekenweefsel
o Ontsteking
o Parese
o Trombose
o Hematoom
o Infuus of shunt
o Lymfklieren verwijderd
- Verpleegkundige aandachtspunten
o Locatie:
Vena basilica
Vena cephalica
o Zichtbaar maken bloedvat:
Voldoende licht
Kloppen op het bloedvat (met alcohol)
↑ doorbloeding:
Warmte
Vuist
Zwaartekracht
Bij donkere huidskleur: alcohol zorgt voor reliëfverschil
o Desinfectie: niet desinfecteren, mits verminderde weerstand, bij
bloedkweek en bloedafname voor transfusie
o Stuwen:
5-10 cm boven punctieplaats
Zorg dat er arteriële bloeddoorstroming is (palperen art. Radialis)
o Techniek: naald in 30 graden
o Persoonlijke bescherming
o Identificatie patiënt vs aanvraagformulier
o Laat patiënt liggen of zitten.
o Angst/pijn? Lidocaïne (Emla®, Rapydan®)
o Houdt bij meerdere buizen deze volgorde aan (contaminatie voorkomen):
Bloedkweek (eerst aëroob –groen-; daarna anaeroob –oranje-)
Stolbuizen zonder gel (rode dop)
Stolbuizen met gel (gele dop)
Citraat buizen (blauwe dop)
Heparine buizen zonder gel (donker groene dop)
Heparine buizen met gel (licht groene dop)
EDTA buizen (paarse dop)
2
, Oxalaat/ Fluoride (grijze dop)
(kleuren geen toetsvraag)
o Stuwband, naald, container
o Allergie voor desinfectans/pleisters?
o Verlengde bloedingstijd (aptt/ct)
o Preventie prikaccidenten
Veiligheidsnaalden
Naaldbeker binnen handbereik
Geen dop op naald
- Complicaties
o Flauw vallen
o Nabloeden
o Hematoomvorming
Gebruik antistolling
Moeizame punctie
o Infectie
o Littekenvorming
o Hemolyse door te lange stuwing m.a.g. onjuiste uitslagen (m.n. Kalium,
LDH verhoging)
o Stuwband alleen gebruiken bij aanprikken, hierna losser maken = ‘pause-
stand’
o Niet ontkoppelen! Anders geen mogelijkheid tot herstart stuwen
5. De indicaties (5), locaties (3), verpleegkundige aandachtspunten en observaties (10)
bij het inbrengen en verzorging van een perifeer infuus beschrijven
- Indicaties
o In stand houden van de vocht- en electrolytenbalans
Operatie, ongeval, dehydratie
o Toedienen van bloedproducten
Bloeding, stollingsproblemen
o Toedienen van medicatie e.a.
Antibiotica, cytostatica
Contrastvloeistof
o Waaknaald
Beschikbaarheid bloedvat inzake bewaken vitale functies
(bloeddruk) & toedienen medicatie
- Verpleegkundige aandachtspunten
o Afspraak arts
o Houding: laat patiënt liggen of zitten.
o Angst/pijn? lidocaïne (Emla®, Rapydan®)
o Verwijder ringen, armbanden, etc.
o Allergie voor desinfectans/pleisters?
o Verlengde bloedingstijd (aptt/ct).
o Locatie: extremiteit
Bij voorkeur de ‘niet dominante’ (onder)arm
3
, Niet in de buurt van een gewricht i.v.m. bewegelijkheid, verhoogd
risico op complicaties.
o Vena:
v. cephalica/ v. ulnaris/ v. radialis/ v. basilica/ dorsaal veneus
netwerk
o Zichtbaar maken bloedvat:
Voldoende licht
Kloppen op het bloedvat (met alcohol)
↑ doorbloeding:
Warmte
Vuist
Zwaartekracht
Bij donkere huidskleur: alcohol zorgt voor reliëfverschil
o Desinfectie: JA!
o Stuwen:
5-10 cm boven punctieplaats
Zorg dat er arteriële bloeddoorstroming blijft
o Materiaal
GA maat infuuscanule hangt af van: indicatie en toestand van
vaten (voorgeschiedenis patiënt)
o Soort systeem
Enkel, Y-systeem, cytostatica, kraantje, terugslagventiel
o Preventie prikaccidenten
Naaldencontainer, veiligheidsnaalden, geen dop op naald
o Persoonlijke bescherming
o Techniek
Bloedvat aanprikken in 30 graden
Canule opvoeren in 10 graden
Kleppen in venen
o Moeilijk te prikken
Vraag collega
Goed stuwen
Andere arm
Elleboogplooi?
De bovenkant van de voet of enkel
- Infuuspompen
o Druppelgestuurd
o Volumetrisch
o Perfusorpomp/spuitpomp
- Bolusinjectiemedicatie
o Voorbehouden handeling!! 1e x door arts, nooit door studenten!
o Voorkeursplaatsen: elleboogplooi, onderarm
o Handrug = pijnlijk
o Zeer langzaam inspuiten (te snel = relatieve overdosering)
o Vergroot risico op:
Allergische en toxische reacties m.a.g. hypotensie
Infectie
4
, Vaatwand beschadiging en extravasatie
Nabloeding
o Bij m.n. misselijkheid, onwel voelen, veranderingen pols = direct stoppen
en arts waarschuwen
- Complicaties perifeer infuus
- Flebitis
o Verschijnselen
Lokale ontstekingsverschijnselen
Zwelling van de vene
Scleroserende (verharde) vaten
Pus in of rondom de insteekopening
Brandend gevoel (bij inlopen)
Koorts/lijnsepsis
o Preventie
Dagelijkse observatie punctieplaats
Canule verwijderen als indicatie vervalt
Goede handhygiëne
Desinfectie (niet steriele) aanprikpunt van infuusfles of –zak
Gebruik zo weinig mogelijk extra toegangen
Volgens protocol materiaal vervangen of eerder bij
zichtbare verontreiniging, bij beschadigingen of mechanisch
falen
Goed fixeren en afdekken:
Steriele semi-permeabele transparante
polyurethaanfolie.
Folie vervangen bij loslaten of vervuiling
Juiste maat venflon
Inloopsnelheid en/of vloeistof en/of concentratie
aanpassen
Bij NaCl 0.9% minder flebitis dan bij Glucose 5%
Irritatie (chemische flebitis) door medicatie en
afwijkende pH
Gebruik filternaald bij glasampullen
o Behandeling
Bij (risico op) chemische flebitis:
Inloopsnelheid en/of concentratie aanpassen i.o.m.
arts/apotheker
In alle overige gevallen:
Infuus verwijderen
Pijn verzachten
Arm hoog leggen
Bij nieuw infuus: in andere arm met nieuwe zak en
nieuw systeem
Evt. antibiotica bij bacteriële infectie
- Subcutaan lopen infuus
o Verschijnselen
Infuus loopt slecht of niet meer
5
, Lekkage
Verdikking/zwelling
Geen backflow
Lokale ontstekingsverschijnselen
Tintelingen/sensibiliteitsstoornissen
Necrose
o Preventie
Instructie patiënt
Infuus zo min mogelijk afkoppelen of manouveren
Infuus controleren doorlopende observatie backflow
Goede fixatie
Volgens protocol systemen en fixatiemateriaal vervangen
o Behandeling
I.p. infuus verwijderen
Spoelen bij chemo! (met NaCl 0,9%)
Evt. nieuw infuus niet in deze arm inbrengen
Pijn verzachten
Arm hoog leggen
Beweging is goed
- Afknelling ledematen
- Decompensatie cordis
o Preventie
Extra controle risicogroepen: hartpatiënten, longpatiënten,
nierpatiënten, kinderen.
Pompgebruik
Extra controle druppelsnelheid
Let op voorgeschreven infusievloeistof
Nauwkeurig bijhouden van de vochtbalans/ wegen
Observatie pols, RR, AH, oedeem, urineproductie
o Behandeling
Vitale functiecontrole
Overleg arts:
Oorzaak?
Aanpassen infuussnelheid of infusie staken
Geven van diuretica
Aanpassen van de infuusvloeistof
- Allergische reactie
o Preventie
Anamnese
Extra (vitale functie) controle bij medicijnen die bekend
staan om hun overgevoeligheidsreacties
o Behandeling
Infuus stoppen
Vitale functiecontrole en overleg arts
Voorgeschreven medicatie toedienen
Schone lijn met neutrale infuusvloeistof
Oude systeem bewaren ter controle
6