Achtergrond
How do AN, BN, and BED differ from each other? What are the similarities? Think
about symptoms, prevalence, differential diagnosis etc..
- AN heeft meestal ondergewicht, terwijl dit bij BN en BED niet per se zo is.
- BED doet niet aan purging of excessief sporten, dit komt wel bij BN voor en bij AN
subtypes
- Veel groter verschil tussen mannen en vrouwen bij AN en BN, bij BED is dit kleiner
- BED komt het meest voor, dan BN dan AN bij vrouwen
- Differentiële diagnose bij AN: medische conditie, depressie, drugs, SAD, OCD, body
dysmorphia (ook verstoord lichaamsbeeld, niet over vorm of omvang), bulimia,
avoidant restrictive food intake disorder (geen angst voor dik worden of verstoring)
Differentiële diagnose bij BN: anorexia, BED, kleine levin syndroom (medisch),
atypische depressie en BPD (impulsiviteit)
Differentiële diagnose bij BED: bulimia, obesitas, bipolaire/unipolaire depressie en
BPD (impulsiviteit)
- Verschil tussen BN en AN purge type zit in controle en verstoord zelfbeeld (intense
angst om aan te komen).
Problem 1 - vignet 1
DSM-5:
What are the risk & prognostic factors for AN, BN and BED?
- Risk factors: Temperament, omgeving, genetische/fysiologische kenmerken en
course modifiers (zoals comorbiditeiten of ernst) zijn risicofactoren.
- Risk factoren voor AN: beroepen, culturele verschillen, temperament, vaker in landen
met hoger inkomen (misschien omdat er minder gezondheidszorg is in landen met
laag inkomen), in Aziatische landen vaak vetfobie, genetische en fysiologische
factoren zoals first degree biological relative, obsessief in kindertijd, vooral genetisch
bij subtypes
- Risk factoren voor BN: temperament (zorgen om gewicht, laag self-esteem,
depressieve symptomen, SAD, anxiety), obesitas in kindertijd, vroeg gaan puberen,
genetische kwetsbaarheid, course modifiers (comorbiditeiten/ernst van de
symptomen)
- Risk factoren voor BED: genetisch/fysiologisch (lijkt in families te lopen), moderne
landen
- Prognostic factors: motivatie, comorbiditeiten en ernst van de symptomen.
Cassin & von Ranson
Which personality traits uniquely predict AN?
- Obsessieve-compulsieve PD. Hoge beperking en volharding. Weinig nieuwe dingen
opzoeken.
And which predict BN? And BED?
, - BN: impulsiviteit, sensatie zoeken, meer novelty seeking
- BED: sensation seeking, impulsiviteit, de invloed van borderline
Which traits predict more than one eating disorder (e.g., both AN and BN, or both BN
and BED)?
- Perfectionnisme, sensation seeking, narcissisme, autonomie, sociotropie.
- Avoidant personality disorder, dependant PD
- OCD bij AN & BED
- Borderline, BN en BED
- Alle eetstoornissen: hoge harm avoidance, lage self-directedness, lage
coöperativiteit. Reageren vaak op stressvolle situaties met gedragsmatige inhibitie,
angst, vrees, en depressie.
- AN en BN lijken beide gekarakteriseerd door perfectionisme,
obsessieve-compulsiviteit, narcissisme, sociotropie en autonomie, terwijl bingeing
meer gekarakteriseerd wordt door impulsiviteit en sensaties opzoeken.
Vignet 2
Strother et al:
Which factors should be considered when diagnosing men with an ED? Think about
issues such as weight history, effects of the media, exercise, gender and sexuality,
comorbidities…
- Er zijn verschillende gebieden waar rekening mee moet worden gehouden wanneer
er wordt gekeken naar gender-specifieke problemen die verschillend zijn tussen
mannen en vrouwen, waaronder: gewicht geschiedenis, seksueel misbruik en andere
trauma’s, gender oriëntatie, depressie en schaamte, sporten en body image,
comorbide chemische afhankelijkheid en druk vanuit de media.
- Weight history: vaker obesitas of compenserend gedrag (met name sporten) om
obesitas van vader te voorkomen. Wordt ook beïnvloed door atletische ambitie.
- Seksueel abuse/trauma: misbruik door man en hierdoor later problemen met
oriëntatie. Door niet te eten kunnen hormonen beïnvloed worden, waardoor
aseksualiteit vaker voorkomt. ‘Mannelijkheid’ kan zo vermeden worden. Pesten komt
ook vaker voor bij mannen met een verstoord eetpatroon.
- Seksuele oriëntatie: vaker zorgen over lichaamsbeeld en vaker homoseksualiteit.
Homoseksualiteit is wel een risicofactor, maar geen voorspeller.
- Depressie & schaamte: komt vaker voor bij mannen.
- Exercise & body image: mannen sporten vaker excessief. Compensatie voor
eetgedrag of om af te vallen. Er is minder vaak sprake van purgen. Ook muscle
dysmorphia komt vaker voor bij mannen (= niet gerelateerd aan eetgedrag). Mannen
gebruiken vaker steroïden om spieren te vergroten (dit heeft verschillende
bijwerkingen op langere termijn).
- Co-morbid chemical dependency: Mensen met een ED hebben vaak comorbide
psychiatrische stoornissen zoals middelengebruik (vooral stimulanten). Mensen met
een middelenverslaving laten vaak ook problemen met eten zien. Deze comorbiditeit
is hoger in mannen dan vrouwen.