HC 6: Letselschade en Verzekeringen
Mr. Armin Vorsselman
Programma
§ Letselschade en verzekeringen: algemeen
• Soorten verzekeringen in de praktijk
• Relevantie voor de letselschadepraktijk
• Directe actie / eigen recht benadeelde
• Onderscheid schadeverzekeringen / sommenverzekeringen
§ Uitleg polisvoorwaarden
A. Uitleg in het algemeen
B. Uitleg van verzekeringsovereenkomsten
C. Uitleg overig: wapenclausule / terrorismeclausule / opzetclausule
D. Art. 7:962 BW: subrogatie / subrogatieverbod
§ Toekomst: directe verzekering?
Verzekeringsrecht is voor veel studenten een onderwerp dat niet het meest
aantrekkelijk is binnen alle onderwerpen van het letselschaderecht. Vandaag gaat het
over verzekeringen in letselschadezaken. Wat gaan we dan behandelen? We zullen kort
stilstaan bij de soorten verzekeringen die we in de praktijk tegenkomen. Docent zal
daar een paar voorbeelden van geven, dat is op zich zeer beperkt. Er zijn zoveel
verzekeringsproducten waar je tegenaan kan lopen en ondanks de ruime ervaring van
de docent in de praktijk loopt hij tegen producten aan waarvan hij denkt hey bestaan
die ook.
Naast de letselschadepraktijk doet de docent ook een deel gewone
aansprakelijkheidsrecht, bijvoorbeeld voor bedrijven die allerhande schade oplopen en
bijvoorbeeld cyberverzekeringen hebben waardoor ook schade door kan ontstaan. Die
zal je in de letselschadepraktijk niet tegenkomen, maar er is een rijke groep van
verzekeringsproducten die jullie tegen kunnen komen in jullie dagelijks leven maar ook
uiteraard in de letselschade praktijk en dat is relevant voor vandaag.
Waarom is de verzekering relevant voor de letselschadepraktijk. Nou dat is deels een
open deur, maar we zullen zien dat verzekering en aansprakelijkheid en het
aansprakelijkheidsrecht dat jullie al hebben besproken in burgerlijk recht 3, maar ook
in het vak personenschade, hebben erg met elkaar te maken. De verzekeringen lokken
de aansprakelijkheidsprocedure uit en andersom.
Docent gaat kort iets vertellen over de directe actie en het verschil daartussen tussen
de directe actie en het eigen recht van een benadeelde. Docent van volgende week gaat
meer vertellen over de procedures die je kan tegenkomen in de letselschadepraktijk.
Docent gaat kort stilstaan bij het onderscheid tussen schadeverzekeringen en
sommenverzekeringen. Een onderscheid die jullie terugvinden in boek 7 BW. En dan
komt docent op de echte inhoud, dat is dan de uitleg van de verschillende
polisvoorwaarden. Dat zijn dus in algemene zin, hoe moet je polisvoorwaarden
uitleggen en dan meer toegespitst op de verzekeringsovereenkomsten. Dan lopen we
in de praktijk vaak tegen een aantal clausules aan in die polisvoorwaarden die vaak
terugkomen. Docent zal er kort een paar behandelen. Dat is de wapenclausule,
terrorismeclausule en de opzetclausule. En tot slot van de uitleg gaat docent kort
stilstaan bij art. 7:962 BW en dat gaat over het subrogatieverbod en subrogatie. De
belangen van de verzekeraars daarbij en de mogelijkheden en onmogelijkheden.
1
,Tot slot de vraag wat de toekomst van de letselschade praktijk zou moeten zijn. Dat is
een open grote alomvattende vraag, maar docent spitst meer toe op de vraag of er een
directe verzekering zou moeten komen. Misschien komt die er zelfs wel en of dat
wenselijk is en voor wie en voor wie niet.
Verzekeringsproducten
• AVP-verzekering: aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren
• WA-verzekering auto: Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen
• OIV-verzekering: ongevallen inzittenden verzekering
• SVI-verzekering: schadeverzekering voor inzittenden
• Diverse verzekeringen voor ondernemers / ondernemingen
- AVB-verzekering: aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven
- Werkmaterieelverzekering
- WEGAM-verzekering: werkgeversaansprakelijkheid motorrijtuigen
- WSV: werknemersschadeverzekering
- GWV: goed werkgeverschap verzekering
- VSVW: verkeersschadeverzekering voor werknemers
Om maar gelijk te beginnen. Een aantal verzekeringsproducten heeft de docent op deze
slide gezet en dat zijn de producten die we veel tegenkomen in de praktijk. Docent gaat
ze niet allemaal bij langs, maar dat zijn producten die we bijna in elke letselschade zaak
tegenkomen. Docent ziet dat de reisverzekering daar nog niet eens bij staat. Docent
denkt dat de meest voorkomende producten de eerste en de tweede zijn, de AVP-
verzekering (aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren; dat is de schade die je
in het dagelijks leven aan een ander kunt toebrengen en de dekking van de gevolgen
daarvan) en de WA-verzekering auto (Wet Aansprakelijkheidsverzekering
Motorrijtuigen; in de branche de woonverzekering genoemd).
Om het gelijk maar interactief te maken wil de docent een poll starten. Wie van jullie
weet of hij/zij een AVP-verzekering (aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren)
heeft? Dat is eigenlijk een reguliere verzekering; je komt bij iemand anders op bezoek
en je stoot de vaas om en dat is onrechtmatig (nemen we dan maar aan) in dit geval en
de ander wil graag de schade vergoed hebben en je wend je tot je verzekering. Als het
erger is, de vaas gaat niet kapot maar daarbij loopt de ander ook nog letsel op, dan kan
je dat verhalen op de AVP-verzekering. Wie weet of hij/zij dat heeft of dat dat voor jou
is afgesloten. Dan gaat de docent ervan uit dat de nee-stemmers; 18 hebben ja ingevuld
en 10 hebben nee ingevuld. Dat is eigenlijk een beetje wat de docent terugvindt in alle
colleges die hij hierover gegeven heeft, en jullie zijn rechtenstudenten dan zou je
eigenlijk verwachten dat het percentage hoger zou moeten zijn, maar het is niet zo gek
dat het niet zo is. Want de gemiddelde mens zullen we maar zeggen, wordt niet zo vaak
geconfronteerd met verzekeringen en een beroep daarop doen en is zich ook niet direct
bewust van de vraag of je verzekerd bent en tot hoe ver je verzekerd bent. Veel mensen
zijn nog verzekerd op de polis van hun ouders, komt ook voor.
Is dit een verplichte verzekering of is dit geen verplichte verzekering (de AVP-
verzekering)? Wie denkt dat dit een verplichte verzekering is? Dit is de verzekering die
het meest voorkomt van alle verzekeringen. Wie gaat ervan uit dat deze verplicht is en
wie gaat ervan uit dat deze niet verplicht is. Hier tekent zich een duidelijker beeld af.
Dit is niet een verplichte verzekering. En voor de mensen die denken dat het wel
verplicht is, jullie zijn een goed gezelschap er zijn veel mensen die denken dat deze
2
, verzekering verplicht is. Verplichte verzekeringen zijn er wel, maar dat geldt gek
genoeg niet voor een AVP-verzekering. Stel docent denkt dat iedereen en in ieder geval
alle rechtenstudenten dat het erg onverstandig zou zijn om geen AVP-verzekering af te
sluiten, want dit product biedt dekking tegen alledaagse ongevallen waar
onrechtmatigheid een rol speelt. En dat kan werkelijk van alles zijn.
Er zijn wel verplichte verzekeringen, dat is bijvoorbeeld de tweede op de slide, de WA-
verzekering voor een auto. Europeesrechtelijk geregeld, Wet
Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen is gebaseerd op Europese wetgeving.
Het is een verplichte verzekering. Elke auto moet verplicht verzekerd zijn onder de
WAM.
De OIV-verzekering; ongevallen inzittenden verzekering en SVI-verzekering;
schadeverzekering voor inzittenden. Dit zijn verzekeringen die ook te maken hebben
met een auto. WA-verzekering is een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering, dat
dekt dus de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door die auto, maar daarmee
zijn nog niet direct de inzittenden verzekerd. Daarmee is de derde verzekerd. Maar als
je inzittende bent van diezelfde auto en je loopt letsel op, dan is het verstandig over het
algemeen om daar toch een verzekering voor te laten afsluiten of in ieder geval ervoor
te zorgen dat de auto waarin je als inzittende zit of als bestuurder, dat die een dergelijke
verzekering heeft. Een ongevallen inzittenden verzekering is een verzekering die met
name in de jaren 90 en 2000 heel veel door assurantietussenpersonen werden
verkocht en waarbij heel veel mensen denken dat daarmee de inzittenden verzekerd
zijn voor de schade die totstand komt na een ongeval. Ietsjes minder waar ongevallen
inzittenden verzekering is een zittende verzekering waarbij een vast bedrag is
verzekerd en als je bepaald letsel oploopt, en dat is blijvend, dan is er in de polis een
bepaalde dat noemt men een kliedertaxe. Daar is opgesomd welk percentage van dat
verzekerde bedrag je uitgekeerd krijgt als je bepaald letsel oploopt. Docent noemt een
willekeurig voorbeeld; als een duim geamputeerd is, dan staat daar een percentage
blijvende invaliditeit van 3% en als je dan verzekerd bent voor €50.000, dan krijg je
3% van die €50.000 uitgekeerd. Komen we later wel even op wat voor verzekering dat
is, want dat maakt uit als je in de praktijk van letselschade met dergelijke verzekeringen
aan de slag gaat. We noemen dit een sommenverzekering, docent komt hier zo op
terug.
Dan de SVI-verzekering, dat is een schadeverzekering voor inzittenden en het woord
zegt het al, daar is niet een vast bedrag verzekerd, wel een maximaal verzekerde som.
Dat is de som tot welk bedrag maximaal de schade wordt uitgekeerd, maar dat is meer
gebaseerd op de concrete schade die de betreffende inzittende van de auto heeft
geleden of nog lijdt. Daar zijn nog varianten op, voor een motor heet het niet
schadeverzekering voor inzittenden, maar schadeverzekering opzittenden. Docent
heeft tien jaar geleden een cursus gegeven aan assurantietussenpersonen, toen was het
nog zo dat zelfs de assurantietussenpersonen niet direct zelf wisten wat het verschil
tussen een SVI en een OIV was, maar gelukkig is dat inmiddels veranderd en dat gaan
jullie na dit college vast niet vergeten.
Dan heb je bijna onder druk van de jurisprudentie, en ook daar komen we wel op terug,
diverse verzekeringen voor ondernemers en ondernemingen. Verzekeringen die
worden afgesloten door ondernemers en ondernemingen. Dat is dan zeg maar de
ondernemers equivalent van de AVP-verzekering, dat is de AVB-verzekering. De
aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven; dat dekt aansprakelijkheid voor de
3