Hoorcollege 10 Contact en hechting
Sociale ontwikkeling
Sociale ontwikkeling
= de ontwikkeling van het contact/de interactie met elkaar. Je kan niet sociaal
zijn zonder een ander. Hoe ga je met anderen om en hoe gaan anderen met jou
om? Je gaat kijken naar de interacties van mensen met elkaar in relatie tot
elkaar. Die relaties dat is de afhankelijkheid van elkaar op een bepaalde manier.
Afhankelijkheid in de babytijd, een baby is totaal afhankelijk van de opvoeders.
Een baby kan nog helemaal niks. Een baby moet zo vroeggeboren worden, want
die heeft een groot hoofd (grote hersenen), er zit een groot analytisch
denkvermogen bij. Op die manier ontwikkeld de mens zich zo goed en snel.
Sociale ontwikkeling wordt steeds op een andere manier gedaan, steeds is er
iets andere belangrijk binnen het aangaan van relaties door interactie.
De basis van sociaal gedrag
Een baby die begint al met zichzelf te uiten (=1 e vorm van communicatie). Er zijn
een aantal aangeboren gezichtsuitdrukkingen. Die kan je zien als emoties (een
uitdrukking die iets verteld over het gevoel van iemand). Een pasgeboren baby is
er nog niet ontdekt dat die bewust met zijn omgeving aan het communiceren is.
Aangeboren basis-emoties (universele gezichtsuitdrukkingen) zijn belangstelling,
stress en walging. Dat zit er dus eigenlijk al in, al ben je daar niet bewust van als
baby, toch communiceer je daarmee. De opvoeders zien dat, dus er is sprake
van interactie in een relatie tussen mensen, en dus is er sociaal gedrag. De
gezichtsuitdrukking die je laat zien is het begin van interacteren met mensen.
Met 6 weken wordt er al gesproken van de sociale glimlach. Je ziet dan een baby
naar bepaalde personen, vaker zijn spieren gebruiken dan bij andere dingen. Als
de baby mensen uitkiest om naar te glimlachen spreek je van een sociale
glimlach. Zo komen er steeds meer halfbewuste gedragingen bij die met emotie
te maken hebben. Na 3-4 maanden kunnen baby’s boosheid en verdriet laten
zien. Na een maand of 6 begint ook angst, ook dat heeft een reden waarom het
dan wel is en daarvoor nog niet. Na een jaar of 2 dan komt bijv. schuldgevoel (je
weet dat iemand anders iets vindt van wat jij doet) en minachting.
Huilen is een speciaal soort gedrag en emotie. Huilen is namelijk iets waar je
mee begint. Eerste wat je doet als je geboren wordt is huilen. Huilen betekend
dat je longen volgroeid zijn en dus kan ademen. Maar het is ook een reactie op
een verandering van je leven (van baarmoeder naar de echte wereld). Als snel
wordt huilen communiceren. Het is een automatisch proces, maar gaat wel om
verschillende redenen. Bijv. honger hebben, moe zijn, pijn hebben, verveling,
geïrriteerd etc. Het is best moeilijk als opvoeder om duidelijk te krijgen waarom
een baby huilt. Dat is een kwestie van leren en ervaring opdoen, steeds kijken
wat is er nou aan de hand. Er valt veel te communiceren met een baby. Dat
huilen is iets dat een ontwikkeling door gaat. In de eerste maanden neemt huilen
toe en daarna neemt het weer af. Na een maand of 4-5 wordt er weer minder
gehuild. In die eerste maanden wil een kind nogal wat en heeft die steeds meer
het idee van dit en dat is niet goed, er zit dan een natuurlijk respons in om te
gaan huilen als het niet lekker loopt. Na een tijdje kan die dat meer gaan
controleren, meer motoriek mogelijkheden om bijv. iets weg te duwen als die
iets niet fijn vindt. Het kind wordt meer zelfstandig, maar ook vanuit zijn hoof, de
cognitieve ontwikkeling, ga je op een andere manier communiceren. Als je beter
kan communiceren, dingen kan aanwijzen, heb je dat huilen minder nodig. Een
, baby die huilt om zijn emoties te uiten, geeft zijn beleving daarin weer en voor
ouders is dat een hint om te kijken wat er aan de hand is.
Theorie over emoties
Waarom hebben baby’s emoties en waarom uiten ze dat zoveel? Een van die
theorieën daarover is de differentiële emotietheorie en die zegt dat bij baby’s de
emoties niet alleen maar uiten waar ze last van hebben, maar ze reguleren het
ook. Het uiten van hun emotie heeft ook een basis dat het ervoor zorgt dat het
het wat minder maakt. Het is niet alleen een uiting van emotie maar het is ook
een manier om de spanning los te laten. Een tweede theorie waarom baby’s hun
emotie uiten ligt in de hersenontwikkeling. Er zijn twee hersenontwikkelingen die
meer de emotie laten uiten:
1. De hersenschors ontwikkeld in de eerste maanden. De bovenkant van de
cortex. En die zorgt ervoor dat je de informatie uit je lichaam verwerkt
wordt. Alles wat je voelt wordt verwerkt in je hersenen. Je kan
ongemakken beter verwerken in je hoofd na een paar maanden. Dat geeft
een piek in dat je kan reguleren. Omdat je de verwerking ontwikkeld is het
makkelijker om dat te lokaliseren en daar wat mee te doen.
2. Het limbisch systeem. Met emoties, zorgt dat je dingen onthoudt, omdat
emotie en informatie goed samen past. Is extra actief in de adolescentie.
Het limbisch systeem ontwikkelt zich goed na een maand of 9 en dan
wordt het aangesloten op de rest van je hersenen, het bewuste nadenken
en emotie worden gekoppeld in die tijd. Die koppeling zorgt ervoor dat je
bewuster emoties kan gebruiken, dat je iets voelt omdat je iets ziet of
denk. Het is niet meer alleen de lichamelijke sensatie, maar ook omdat je
iets bijv. niet leuk vindt. Iets eerder begint dan al de angst te ontstaan,
angst is het nadenken over iets wat kan gebeuren. Als dat gekoppeld is
kan je overal bang voor worden.
Vreemdenangst
= wat in een algemene ontwikkeling bij ontzettend veel baby’s voorkomt. De
angst voor iemand die niet de opvoeder is, iemand die onbekend is. Het is
officieel voorzichtigheid en terughoudendheid als baby een onbekende
ontmoeten, is ongeveer vanaf 6 maanden, daarin zie je ook de verlegenheid
terug die als emoties wordt aangeleerd (verstoppen achter je opvoeders). Je bent
erg alert op dat je bij degen bent die je kent en wat je fijn vindt. Aan de ene kant
moet je erg bewust zijn van wie je kent, je moet je bewust zijn van een
herkenbaar gezicht. Als jij goed onderscheidt kun maken tussen gezichten, dan
leg je al de basis om vreemdenangst te krijgen. Er moet ook een
veiligheidssysteem ingebouwd zijn, ook dat is een basis voor vreemdenangst. Je
moet al verklaringen zoeken naar wat leuk is en wat niet en wanneer dat niet
lukt, dus op cognitief gebied, dan kan je bang worden. Dan moet je een
koppeling hebben gemaakt tussen het denkproces en angst. Bang worden voor
iets wat je niet kent. Het laat zien dat er een goede cognitieve en sociale
ontwikkeling plaats vindt.
Scheidingsangst
= Je wil graag dat de bekende niet weggaat. Wanneer de vaste verzorger
afwezig is, geeft dat een heftige emotionele reactie. De cognitieve en sociale
vaardigheden lopen een normale ontwikkeling door. Je hecht aan iemand en als
diegene weggaat vind je dat niet fijn.
2