Hoorcollege 11 en 13 Gezin en vriendschap
& Zelf en identiteit
Sociale ontwikkeling
Zelfbeeld
Als we naar het zelfbeeld kijken, zien we dat het beeld van het kind steeds
veranderd/niet altijd hetzelfde. Onder zelfbeeld verstaan we het beeld wat we
van onszelf hebben. En dat bestaat uit een aantal ideeën over onze eigen
gedachten, gevoelens en gedragingen. Dat gaat ten eerste van concreet naar
abstract. Er is ook een verschuiving van een fysiek beeld als je kijkt naar jezelf
en dat verschuift zich langzaam naar een psychologisch beeld van jezelf. Dus
bijv. een kleuter die kan zeggen “ik ben al groot” (gericht op het uiterlijk) en een
puber zou meer vertellen “ik ben zelfstandig” (psychologische term). Ook zie je
dat het zelfbeeld verschuift van globaal beeld naar een veel gedifferentieerder
beeld. Dus naarmate je ouder wordt kan je de complexiteit van je eigen persoon
herkennen en integreren in het geheel. In het begin kan je zeggen “ik ben
gelukkig” en als je ouder wordt zeg je “ik ben gelukkig in die en die situatie,
maar in een andere situatie minder”.
Baby en zelfbeeld
Als je kijkt naar een baby dan zie je dat de hele jonge baby’s (t/m 1 jaar) nog
geen zelfbeeld of zelfbesef hebben. Dat betekent dat ze zichzelf nog niet los
kunnen zien van zichzelf en de omgeving. Tegen het eind van de babytijd, rond
de 12 maanden, komt dat besef wel en dan kan je doordat ze invloed uitoefenen
op de omgeving. Ze beginnen de ontdekken dat ze los staan van de rest van de
wereld en dat ze dus ook invloed hebben op die wereld. Dat kun je testen door
middel van de spiegel rouge test, dat is een test waarbij ze bij het kind met
lippenstift een rondje op de neus zetten, dan zie je dat op het moment dat een
kind voor de spiegel staat en lacht naar het andere kind, dan herkent die zichzelf
nog niet in de spiegel en als het kind zichzelf wel herkent dan zie je dat het kind
naar zijn neus grijpt i.p.v. de spiegel. Een andere term die goed is om te weten is
Social referencing (vanaf 8 maanden): baby’s gaan zich afstemmen op emoties
van anderen om onduidelijke gebeurtenissen te plaatsen. Op het moment dat
een kind bij de dokter is en zich redelijk onzeker voelt omdat het een vreemde is,
dan kijkt die in de eerste instantie naar zijn moeder om te kijken of zij lacht of de
angst deelt.
Als je 18-24 maanden bent dan besef je ook dat je capaciteiten hebt en fysieke
eigenschappen hebt. Dan kunnen kinderen bijvoorbeeld ook zeggen ”ik kan hard
rennen”.
Rond de 2 jaar zie je dat kinderen zich in kunnen leven in de ander (theory of
mind). Kinderen kunnen verklaringen gebruiken voor een manier waarop
anderen denken. Kinderen kunnen empatisch zijn, ze zien bijv. dat een ander
verdriet heeft en ze gaan dan troosten. Ze kunnen ook ”doen alsof” spelletjes
gaan spelen (bijv. vader en moedertje) En ze kunnen ook gaan liegen, is wel een
beetje hard gezegd, want op het moment dat jij niet in beeld bent dan hebben ze
ook niet het idee dat ze iets fout doen.
Peuter/kleuter en zelfbeeld
Je ziet dat ze nog steeds, als ze het over zichzelf hebben, ze het hebben over
fysieke kenmerken (feitelijkheden). Peuters hebben de neiging om hun
, capaciteiten en kennis op alle gebieden te overschatten. Dat is leuk voor ons om
te zien, maar voor de peuter nogal redelijk frustrerend. Ze hebben dat ooit
gemeten en peuters hebben gemiddeld 350 keer per dag een faalervaring, dat is
dat ze denken dat ze iets kunnen en dat ze tegen hun eigen beperkingen
aanlopen. Desondanks blijven ze een optimistisch zelfbeeld hebben, dus de
peuters voelen zichzelf het middelpunt van het universum en denken dat ze
superman of Mega Mindy zijn. En daardoor is het iedere keer heel lastig om een
faal te incasseren, dus dan kunnen ze zich helemaal op de grond storten, maar
ze stappen er ook wel weer snel overheen. De oorzaak daarvoor is dat ze nog
niet begonnen zijn met zichzelf met andere te vergelijken. Dus daardoor zien ze
niet dat ze sommige dingen nog moeten leren. Hun zelfbeeld is nog heel globaal,
ze gaan ervanuit dat alles wat ze doen goed is. Het is nog niet zo genuanceerd
als op latere leeftijd.
Schoolkind en zelfbeeld
Je ziet dat het zelfbeeld stapje voor stapje steeds gedifferentieerder wordt. Je
bent niet overal goed of slecht in, maar je bent in sommige dingen beter dan de
ander en in sommige situaties word je ook anders aardiger gevonden dan de
ander etc. Je ziet dat er naast de fysieke kenmerken ook psychologische
kenmerken bij komen. Rond de 6 jaar is er een onderscheidt tussen het ideale
zelf en het reële zelf. Bijvoorbeeld dat op het moment dat kinderen verliezen met
een spelletje, dan zou die willen dat die tegen zijn verlies kan, maar dat kan die
niet. Gaandeweg zie je ook dat kinderen, bijv. een kleuter die verloren heeft met
een spelletje, dan zie je dat die keihard gaan huilen, maar als ze op de
basisschool zitten dan zie je dat het kind ook in staat is om te proberen om de
emoties niet te uiten. Als kinderen 9 jaar oud zijn dan zie je dat het eigen
perspectief en het perspectief van de ander volledig wordt beheerst.
Adolescenten en zelfbeeld
Die beschrijven zichzelf aan de hand van kenmerken die belangrijk zijn in contact
met anderen. Dan hebben we het bijvoorbeeld over de
persoonlijkheidskenmerken, maar ook de fysieke verschijning speelt een
belangrijke rol, het sociale zelfbeeld, het school gebonden zelfbeeld. Dus ze
kunnen zich ook meer verschillende rollen toelichten, dus bijvoorbeeld de
student die je op school bent ben je anders dan de zoon of dochter die je huis
bent. Idealen worden belangrijker, je ziet dat rond de pubertijd kinderen vaak als
dan niet kortduren bijv. vegetarisch worden. Weten wie je bent vs. accepteren
wie je bent is soms nog lastig. Toenemend inzicht in zichzelf maakt ook gebreken
zichtbaar. Dus dat is af en toe voor de pubers best lastig. In het begin is er een
dipje in zelfwaardering, maar die neemt geleidelijk weer toe als je ouder wordt
en je meer ideeën krijgt over wie je nu eigenlijk bent.
Persoonlijkheidsontwikkeling: Erikson
Erikson legde de nadruk op de sociale interactie met andere mensen en hij ging
ervan uit dat mensen zowel gevormd als belemmerd werden door de
samenleving en de cultuur waarin ze leefde. In ieder stadium zie je dat er een
psychosociaal conflict is binnen jezelf die je moet oplossen. Stadia 1 t/m 5 moet
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper charissamarijt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.