Interpersoonlijke processen SV Universiteit Utrecht jaar 3
1: The Building Blocks of Relationships
Mensen zijn sociale wezens en bij een gebrek aan contacten met anderen lijden we hieronder. De kern van onze sociale natuur is de behoefte
aan intieme relaties. Relaties met anderen zijn centrale aspecten van ons leven.
Intimiteit is een multifaced concept met verschillende componenten en verschilt van “casual” associaties in tenminste 7 manieren:
knowledge, interdependence, caring, trust, responsiveness, mutuality, en commitment. Echter komen relaties in verschillende
vormen en grootten.
Mensen hebben een “need to belong” in dichte relaties, en als dit niet wordt voldaan volgen variërende problemen. Onze behoefte om erbij te
horen stuurt aan regelmatig sociaal contact met degenen met wie men zich verbonden voelt te zoeken. Om aan de behoefte te voldoen, zijn
we gedreven om hechte relaties aan te gaan en te onderhouden; we hebben interactie en gemeenschap nodig met degenen die ons kent en
voor ons zorgt. We hebben maar een paar hechte relaties nodig om aan doe behoefte te voldoen (kwaliteit boven kwantiteit). Wie de partner
is doet er niet veel toe zolang zij maar stabiele acceptatie en genegenheid bieden.
Enkele van de sterkste bewijzen die een behoefte om erbij te horen ondersteunen, komen uit onderzoeken naar de biologische voordelen die
we behalen uit nauwe banden met anderen. Over het algemeen leven mensen gelukkiger, gezonder en langer als ze nauw met elkaar
verbonden zijn dan wanneer ze alleen zijn. Het verzacht pijn, verminderd de alarmresponse en wonden helen sneller. Mensen met te weinig
intimiteit in hun leven lopen risico voor verschillende gezondheidsproblemen. Denk aan verminderd immuunsysteem bij jongeren, en hogere
moraliteitsratings.
Onze mentale en fysieke gezondheid wordt ook beïnvloed door de kwaliteit van onze verbindingen met anderen. Mensen die
prettige interacties hebben met anderen die voor hen zorgen zijn meer tevreden over hun leven dan degenen die zo'n sociaal contact
missen, en dit geldt over de hele wereld. Daarentegen hebben psychiatrische problemen, angststoornissen en middelenmisbruik de
neiging mensen te treffen met problemen met relaties met anderen. Dit betekent niet dat het een oorzaak is van psychische
problemen, maar kan er wel een deel van zijn of het erger maken.
Er zijn verschillende kijkpunten waarom wij de behoefte hebben aan intimiteit. 1 mogelijkheid is dat het evolutionair is ontstaan.
Relaties worden ook beïnvloedt door cultuur. Bijv. vroeger waren gearrangeerde huwelijken veel normaler dan tegenwoordig, ook trouwen
mensen nu minder dan vroeger, wachten langer hiermee, maar wonen wel vaker samen of hebben kinderen zonder huwelijk. Daarbij eindigen
meer huwelijken in een scheiding en werken moeders buitenshuis.
Deze veranderingen zijn van belang. Culturele normen vormen een basis voor onze relaties; ze vormen onze verwachtingen en
definiëren de patronen waarvan we denken dat ze normaal zijn. Denk aan cohabitatie (samen wonen). Mensen gaan tegenwoordig
eerst samenwonen voordat zij trouwen. Echter wanneer je samenwoont zonder al plannen te hebben te gaan trouwen kan dit ook
nadelen hebben. Je bent dan minder toegewijd aan elkaar en ervaart hierdoor onzekerheid en conflicten. Hoe langer mensen dan
samenwonen, des te minder enthousiast ze worden om te gaan trouwen en neigen te scheiden. Het beste is om al getrouwd te zijn
of binnen een jaar te trouwen.
De normen die onze intieme relaties bepalen verschillen per generatie en hiervoor zijn verscheidene redenen. 1) Economie; sociaal
economische ontwikkeling heeft wereldwijd toegenomen waardoor mensen, met name vrouwen, zelfstandiger zijn geworden. 2)
Individualisme; support van zelfexpressie en nadruk op zelfvoldoening is toegenomen in de Westerse wereld. 3) Technologie; moderne
reproductieve middelen staan toe dat single vrouwen een kindje kunnen baren zonder partner. Ook kunnen vrouwen middelen nemen om niet
zwanger te worden waardoor gezinnen minder kinderen hebben. Verder speelt moderne communicatie middelen ook een rol. Mensen konden
elkaar vroeger niet altijd bereiken en sexting bestond toen ook niet. Ook spelen er bij appen meerdere regels mee waar mensen vroeger niet
aan deden, zoals hoe snel kan ik terug berichten. Een groot sociaal online netwerk kan mensen jaloers maken of mensen voorrang geven
online en niet mensen in het echt waardoor relaties met mensen spaak lopen. 4) Seks ratio; het aantal mannen of vrouwen in een cultuur
bepaalt de standaard. Culturen met een hoog seks ratio (niet genoeg vrouwen) houden er een traditionele man -vrouw verdeling aan over.
Culturen met een laag seks ratio (meer vrouwen dan mannen) zijn minder traditioneel, vrouwen hebben hogere status banen en zijn seksueel
minder gereserveerd.
Onze relaties worden ook beïnvloedt door onze geschiedenis en ervaringen die we ermee hebben, genaamd attachment styles
(hechtingsstijlen).
Secure style of attachment (veilige hechting); kinderen ontwikkelen relaties gekenmerkt door vertrouwen.
Anxious-ambivalent style of attachment (angstige-onzekere hechtingsstijl): deze kinderen zijn onzeker in hun relaties en dit wordt
gekenmerkt door nerveusheid, aanhankelijke en behoeftig.
Avoidant style of atachment (vermijdende hechtingsstijl: kinderen zijn bedachtzaam over anderen of boos op anderen en
ontwikkelen niet gemakkelijk vertrouwelijke relaties.
Vroege interpersoonlijke ervaringen geven vorm aan de koers van de daaropvolgende relaties. Onderzoek naar deze relaties bij volwassenen
vond dat er geen 3 maar 4 hechtingsstijlen zijn. Kim Bartholomew vond 2 redenen waarom mensen intieme relaties vermijden namelijk omdat
zij liever onafhankelijk zijn en zelf steunend of omdat mensen bang zijn voor afwijzing.
De 4 stijlen zijn secure, preoccupied (andere naam voor anxious- ambivalence), fearful (bang voor afwijzing) en dismissing (intimiteit
met anderen is de moeite niet waard, zelf steunend).
Er zijn 2 brede thema’s onderliggend aan deze 4 stijlen. Mensen
verschillen in de mate van avoidance of intimacy (vermijding van
intimiteit). Dit heeft betrekking op het vertrouwen en gemak waarmee
afhankelijke intimiteit met anderen wordt geaccepteerd. Mensen
verschillen ook in hun anxiety about abandonment (angst om te
worden verlaten). Deze 2 thema’s zijn continue dimensies, grenzend
van hoog naar laag.
Elke relatie wordt dus beïnvloedt door meerdere bronnen, en gedrag
van baby’s of volwassenen beïnvloeden hoe zij worden behandeld.
Relaties worden ook beïnvloedt door de trekken waarmee we worden
geboren, echter speelt ervaring een grotere rol hierin. Het level van
acceptatie of afwijzing van ouders spelen een grote rol in het begin
, hiervan. Dit is niet alleen wanneer kinderen jong zijn maar ook in hun tienerjaren en adolescentie. Ervaringen die wij hebben als volwassenen
kunnen hechtingsstijlen weer leren, ontleren of veranderen.
Zodra hechtingsstijlen zijn gevormd verklaren zij ook de eigenzinnige persoonlijke kenmerken die mensen meebrengen in hun relaties met
anderen. We zijn individuen met unieke combinaties van ervaringen en eigenschappen, en de verschillen tussen ons kunnen onze relaties
beïnvloeden. Er worden 4 invloedrijke soorten individuele variatie beschouwd: sekseverschillen, genderverschillen, persoonlijkheden en zelf
vertrouwen (self-esteem).
Sekseverschillen:
Een vooronderstelling dat vaak wordt gemaakt is dat mannen en vrouwen veel van elkaar verschillen. In werkelijkheid is dit verschil niet zo
groot en is er juist veel overlap, kijkend naar normal curves in een grafiek. Het bereik van verschillende gedragingen en meningen in een
seksegroep is groot en kan veel verschillen met het gemiddelde van die groep. Op de meeste dimensies aangaande relaties tonen vrouwen en
mannen veel overlap met elkaar. Invloed van sekseverschillen is dus niet heel groot.
Genderverschillen:
Sekseverschillen gaan over de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen door hun fysieke natuur. Genderverschillen refereren naar
sociale en psychologische verschillen, gecreëerd door onze culturen en opvoeding. De beste voorbeelden hiervan zijn onze genderrollen;
patronen van gedrag waarvan cultureel wat normaal wordt verwacht van mannen en vrouwen, bijvoorbeeld mannen horen mannelijk te zijn
en vrouwen vrouwelijk. Mannelijk georiënteerde talenten wordt naar gerefereerd als instrumentele traits (assertief, zelfafhankelijk, ambitieus,
leiderschap, besluiten maken) en vrouwelijk georiënteerde talenten wordt naar gerefereerd als expressieve traits (warm, zorgzaam, compassie,
aardig en sensitief naar anderen). De meeste mensen bezitten vaak maar de helft van de kenmerken die ‘hoort’ bij hun genderrol. Mensen met
instrumentele en expressieve kenmerken worden ook wel androgynous genoemd. De beste kijk naar instrumentele en expressieve kenmerken
is als 2 dimensies van hoog naar laag dat elke man of vrouw bezit.
Genderverschillen zijn belangrijk omdat deze constructie veel verantwoordelijkheid draagt voor de incompatibiliteit van relaties. Traditionele
mannen en vrouwen vinden elkaar minder leuk dan mensen die androgynous zijn. Ook zijn traditionele mannen en vrouwen in hun huwelijk
minder gelukkig met elkaar. Mensen hebben intieme relaties om affectie, warmte en begrip te krijgen van de ander, wanneer iemand dit niet
kan uiten zijn zij minder gelukkig met hun relatie. Traditionele mannen, heteroseksueel of homoseksueel, wereldwijd zijn minder tevreden met
hun relaties.
Persoonlijkheden:
Persoonlijkheidskenmerken beïnvloeden het gedrag van mensen in hun relaties over de hele levensspan, met maar geleidelijke veranderingen
over langere perioden. De Big Five is de meest gebruikte onderscheiding tussen persoonlijkheidseigenschappen. Een van de meest
beïnvloedbare kenmerken hiervan met een negatieve impact is neuroticisme.
Self-esteem (zelfvertrouwen):
Evaluaties van onszelf bepaald ons zelfvertrouwen. Mensen met een hoog zelfvertrouwen zijn gemiddeld gelukkiger en meer succesvol. Een
leidende theorie over waarom wij onszelf mogen, stelt dat we gebruik maken van een sociometer; we meten de kwaliteit van onze relaties.
Wanneer anderen ons mogen hebben we een hoog zelfvertrouwen en wanneer anderen ons niet mogen dan juist laag. Mensen met laag
zelfvertrouwen vinden het ook moeilijk te geloven dat zij wel geliefd zijn en overreageren ook op slechte buien van een partner.
Verder moet er ook gekeken worden naar de invloed van de menselijke natuur. Evolutionaire invloeden vormen dichte relaties over
generaties, waarbij bepaalde neigingen in elk mens geïnstalleerd zit. Evolutionaire psychologie heeft 3 fundamentele assumpties:
1. Sexual selection heeft ons geholpen te maken tot de soort die we zijn. “the need to belong” kan zijn ontstaan omdat het adaptief is
voor voortplanting.
2. Mannen en vrouwen verschillen van elkaar tot de mate waarin zij verschillende voortplantingsdilemma’s hebben meegemaakt.
Mannen kunnen hun leven lang produceren, vrouwen tot de menopauze. Deze verschillen in parental investment kunnen voor
verschillende strategieën hebben gezorgd in het selecteren van partners. Vrouwen kiezen hun partner zorgvuldiger uit omdat dit
gunstiger is voor hun voortplanting. Waarbij mannen deze kwaliteit wegvalt kunnen zij het goed maken door hun kwantiteit. Mannen
hebben ook paternity uncertainty; een vrouw weet altijd zeker dat een kind van haar is, mannen hebben deze zekerheid niet altijd.
Mannen hebben vaker een short term strategie en vrouwen een long term strategie. Ook vinden mannen uiterlijk belangrijk dan
vrouwen. Wanneer vrouwen voor short term kijken vallen zij op mannelijke mannen maar voor de long term vinden zij financiële
aspecten belangrijker.
3. Culturele invloeden bepalen of patronen van gedrag adaptief zijn en culturele verandering gaat sneller dan evolutie. Vroeger was het
bijvoorbeeld voor mannen beter als zij met zoveel mogelijk vrouwen kinderen kregen. Dat is tegenwoordig niet meer zo, denk aan
betere technologie in gezondheid etc. echter omdat evolutionaire verandering langzamer gaat, zie je deze invloeden nog steeds.
De laatste invloed van relaties is interactie. Relaties komen van de combinatie van de 2 mensen hun geschiedenis en talenten. Een relatie
wordt gevormd door de contributie van 2 mensen waardoor geen enkele relatie lijkt op die je hebt met andere mensen.
Intimiteit heeft ook enkele kosten. Stress en ongelukkigheid kunnen ook komen van het omgaan met anderen. Mensen kunnen bang zijn dan
hun geheimen worden onthuld of tegen hen worden gebruikt, verlies van onafhankelijkheid of dat seks en liefde met elkaar wordt verward.
Echter mensen nemen deze risico’s omdat we elkaar nodig hebben, als sociaal soort.
2: Research methods
kennis over onderzoeksmethoden zijn van belang, vooral in het veld van intieme relaties, omdat er veel oplichters tussen zitten. Boeken en het
internet staan vol met mensen die ideeën delen, maar nog nooit iets over relaties hebben gestudeerd. Het gebruiken van een techniek is vaak
niet voldoende voor dit onderwerp. Het is vaak nodig om resultaten van meerdere onderzoeken te combineren om de juiste conclusies te
kunnen trekken.
Geschiedenis van relatie wetenschap
Onderzoek naar relaties is recent, waardoor er ook nog gebrek is aan kennis. Filosofen en dichters deelden meningen over relaties, echter
zonder wetenschappelijke basis. Relatiewetenschap is rond 1930 begonnen te ontwikkelen, echter rond 1950 werd dit nog steeds niet aan de
orde gesteld. Rond 1960-1970 zorgden studies van Ellen Berscheid en Elaine Hatfield, naar aantrekkelijkheid en liefde, ervoor dat er meer
interesse kwam voor relatiewetenschap. Er werd vooral gekeken naar manipulatie op relaties, zoals Byrnes experiment. Ook al waren de
experimenten nog niet van goede kwaliteit, het toonde wel aan dat relaties bestudeerd konden worden.
Relatiewetenschap tegenwoordig:
• gebruikt vaak verschillende steekproeven van mensen uit alle lagen van de bevolking en rond de wereld.