Praktijkleren 1, stageportfolio
, Inhoudsopgave
Inleiding 3
1. Klinisch redeneren 4
1.1 Anamnese 4
1.2 Diagnose 7
1.3 Resultaten 10
1.4 Interventies 11
1.5 Uitvoering en Evaluatie 13
2. Onderzoekend vermogen........................................................................................14
2.1 Probleemanalyse 14
2.2 Onderzoeksmethode 17
2.3 Dataverzameling 19
2.4 Data-analyse20
2.5 Rapportage 21
3. Bronnenlijst 22
Bijlage 1: Tussenevaluatie en Eindevaluatie verslag 24
Bijlage 2: Feedbackformulier Klinisch redeneren 35
Bijlage 3: Beoordelingslijst wetenschappelijk artikel 1 37
Bijlage 4: Beoordelingslijst wetenschappelijk artikel 2 40
Bijlage 5: Feedbackformulier Onderzoekend vermogen 43
2
, 2. Onderzoekend vermogen
2.1 Probleemanalyse
In het verpleeghuis het Houtens erf woont mevrouw B (93 jaar). Mevrouw is in een tijd van tien
jaar van actief naar passief gegaan en van algemene dagelijkse levensverrichtingen naar
passiviteiten in dagelijkse leven. Door de passiviteit zit mevrouw in de rolstoel of ligt mevrouw
op bed. Mevrouw heeft dus immobiliteitsproblemen en is bedlegerig.
Verder is mevrouw incontinent mogelijk door dementie hiervoor draagt mevrouw
incontinentiemateriaal overdag en in de nacht. Mevrouw heeft regelmatig in het
incontinentiemateriaal defecatie en urine. De huid van mevrouw is erg gevoelig als mevrouw
niet goed wordt verschoond kan de huid gaan irriteren en kunnen er wonden ontstaan.
Mevrouw heeft moeite met aankleden en wassen van het boven en onder lichaam aangezien
mevrouw passief is. Mevrouw wordt passiviteiten van dagelijks leven (PDL) verzorgd dit
betekent dat er belevingsgerichte zorg dat gericht is op cliënten met een grote of volledige
zorgafhankelijkheid (Kennispleingehandicaptensector, 2019). Bij het aan en uit kleden moet
daarom goed rekening gehouden worden of de kleding goed zit zodat de huid niet bekneld
raakt.
Mevrouw kan de houding niet veranderen, het gevolg hiervan kan zijn dat de huid lang bekneld
raken door druk-, schuif- of wrijfkrachten waardoor kleine bloedvaten van de huid en daaronder
gelegen weefsels samengedrukt worden. Door een te lange druk en slechte conditie van de
huid, ontstaat decubitus. De grootste kans op drukbeschadiging vindt plaats bij botuitsteeksels
(Klinisch redeneren bij ouderen, 2017).
Problemen van mevrouw
Kortom, mevrouw heeft problemen met betrekking tot incontinentie, overgewicht, immobilisatie,
spierverzwakking, ouderdom en dementie. Deze factoren beïnvloeden onderling en samen
elkaar waardoor mevrouw een vergrote kans heeft op decubitus. Mevrouw heeft af en toe
plekjes op de stuit, billen, hielen en voeten. De plaatsen waar doorligwonden vaak ontstaan zijn
bij uitstekende botten die veel druk moeten verwerken, zoals de onderrug, hielen, ellebogen en
heupen. De doorligwonden kunnen ook ontstaan op plaatsen waar de huid in contact komt met
bed of rolstoel waarbij druk wordt uitoefent op de huid (Merck Manual medisch handboek,
2005). Mevrouw zit de hele dag in de rolstoel of op bed. Dit geeft dus een hoog risico. Daarom
is een goede signalering en preventie noodzakelijk om decubitus te voorkomen.
3
, Decubitus (UMCG, z.d.)
Decubitus (doorliggen, drukplek) ontstaat door langdurige druk op dezelfde plaats. Dit kan
leiden tot roodheid van de huid, een milde vorm van decubitus, of zelfs tot diepe wonden bij
zeer ernstige decubitus. Iedereen die veel in bed ligt of in een (rol)stoel zit, kan decubitus
krijgen. De kans wordt groter als door de ziekte of handicap de zenuwen niet meer, of niet meer
voldoende reageren op pijnprikkels.
Om decubitus te beoordelen heb je een schaal met verschillende categorieën:
Categorie één: verkleuring (roodheid) van de huid, die niet verdwijnt of wegdruk baar is.
Categorie twee: oppervlakkige wond (beschadiging), beperkt tot opperhuid en lederhuid.
Bijvoorbeeld een blaar of een schaafwond, zonder dat het onderliggend weefsel is beschadigd.
Categorie drie: een diepere wond van huid en onderhuids vetweefsel, zonder dat de
onderliggende botten of pezen (spieren) zijn aangetast.
Categorie vier: een diepe wond waarbij de onderliggende botten of pezen (spieren) zijn
aangetast, met of zonder schade aan de opperhuid en lederhuid.
(Verpleegkundigevaardigheden1, 2019)
Kans op decubitus verkleinen:
Wisselhouding in bed
Voorkomen van schuiven in bed
Wisselhouding in de stoel
Goede voeding, zoals eiwitrijk dieet
Goede Huidverzorging
Risico factoren decubitus (Hartmann academie, z.d)
De grootste risicofactor is immobiliteit, aangezien dit causaal verband houdt met de duur van de
blootstelling aan druk. Verder zijn er risicofactoren zoals onvoldoende bloedtoevoer naar de
huid, koorts, incontinentie, verzwakte algemene conditie, fysiologische veroudering van de huid
en operatie specifieke risico’s
Het risico op doorligwonden inschatten wordt ingeschat met behulp van de beoordelingsschalen
zoals Norton, Waterlow of Braden. In figuur één is de Norton-schaal te zien.
Figuur 1. De Norton-schaal om ernst van decubitus in te schatten
4