Behaald cijfer: 8! Dit document bevat antwoordschema's voor het vak Internationaal Publiekrecht. Geschreven in het jaar 20/21. Het bevat alle stappen en belangrijkste informatie die relevant zijn voor het tentamen!
SCHEMA’S INTERNATIONAAL PUBLIEKRECHT
Week 1: Inleiding + Staten, volken en zelfbeschikking
Staat-criteria
De criteria voor het zijn van een staat zijn (Montevideo Verdrag 1933-criteria):
1. Territory (grondgebied)
2. Population (bevolking)
3. Government (gezag)
4. Capacity to enter into international relations
● Juridisch onafhankelijk: capaciteit voor het aangaan en nationale implementatie
van internationale verplichtingen
● Niet gelijk aan erkenning
Wanneer vinden we dat aan die criteria is voldaan?
Een van de dingen is dat er tegenwoordig veel naar de effectiviteit van het gezag wordt gekeken. Ten
tweede is van belang hoe de entiteit tot stand is gekomen; bijvoorbeeld door druk van buitenaf of met
illegale middelen. Een staat moet legaal tot stand komen. Ten derde wordt het zelfbeschikkingsrecht
als basis voor erkenning gehanteerd. Als een staat eenmaal bestaat en er ontstaat een conflict, dan
ondermijnt dat conflict niet het staat-zijn van de staat (vb. Afghanistan is een staat, ondanks groot
gezag van Taliban).
Non-interventiebeginsel
Non-interventiebeginsel = Het beginsel dat het internationaal recht in beginsel verbiedt dat staten
zich met de interne aangelegenheden van andere staten bemoeien. In de Nicaragua-zaak oordeelde
het IGH dat states can’t intervene by methods of coercion in the intern affairs of other soevereign
states (§205). Het non-interventiebeginsel vloeit voort uit de soevereiniteit van staten.
Het beginsel van zelfbeschikking
Volgens het beginsel van zelfbeschikking heeft een volk het recht om zijn eigen politiek status en
economische, sociale en culturele ontwikkeling te bepalen (ook wel het interne zelfbeschikkingsrecht).
Er is onderscheid te maken tussen extern en intern zelfbeschikkingsrecht.
● Extern zelfbeschikkingsrecht = Het recht om een eigen staat te vestigen. Dit recht komt toe
aan koloniale en niet-zelfbesturende gebieden. Dit zijn volkeren die zijn onderworpen aan
kolonisatie en/of buitenlandse bezetting. Toekenning van het recht van externe
zelfbeschikking aan andere groepen wordt niet toegestaan door de statenpraktijk.
○ Kolonie = Stuk grondgebied dat is bezet door een staat.
○ Niet-zelfbesturend gebied = Gebieden waar de volkenbond in het verleden gezegd
heeft dat het gebieden zijn die nog niet op eigen benen kunnen staan en waar het
bestuur in handen is gegeven van een Westerse staat (vb. landen in Midden-Oosten
bestuurd door Frankrijk of Verenigd Koninkrijk, vb. Palestina).
● Intern zelfbeschikkingsrecht = Het recht betekenisvol mee te doen in het publieke leven
van een staat en het hebben van recht op het uitoefenen van sociale/culturele/taalkundige of
andere (minderheids)rechten.
Het zelfbeschikkingsrecht houdt niet per definitie ook het recht op afscheiding in. Uit de Quebec-
zaak volgt dat wanneer er sprake is van onderdrukking van het volk afscheiding wél te rechtvaardigen
is. In de Quebec-case hadden ze wel recht op zelfbeschikking (= recht op eigen cultuur), maar geen
recht op afscheiding (= recht op eigen staat vormen).
Uti possidetis-beginsel
Uti possidetis (zoals je in bezit hebt) houdt in dat een nieuwe staat wordt afgebakend door de reeds
bestaande grenzen; het respecteren van internationale en interne grenzen. Als er in de kolonie een
nieuwe staat tot stand komt, is er een afspraak gemaakt dat dat binnen de grenzen is van de
koloniaal gedefinieerde staten.
1
,Erkenning van staten
Er zijn twee theorieën m.b.t. de erkenning van staten:
1. Declaratoire theorie: De declaratoire theorie houdt in dat als een staat vindt dat aan de vier
objectieve criteria voor het vormen van een staat is voldaan, dan is dat juridisch gezien een
staat. Om met dat land dan relaties aan te gaan, dan is dat de erkenning. Maar de staat
bestaat dan eigenlijk al.
2. Constitutieve theorie: De constitutieve theorie. Je hebt een kleine groep van staten en die
staten samen bepalen of een nieuw lid toegelaten kan worden tot de kring van staten. Het
gaat niet om de objectieve criteria, maar om het feit dat de andere staten de staat willen
accepteren.
Collectieve niet-erkenning = Wanneer de VN uitbrengt dat andere staten een staat niet mogen
erkennen, bijvoorbeeld vanwege schending van de kernwaarden of een onacceptabele visie van een
staat, etc (Rhodesië + Cyprus-casus).
Week 2: Internationale organisaties + Mensenrechten
INTERNATIONALE ORGANISATIES
Wat zijn internationale organisaties?
Internationale organisaties, ook wel intergouvernementele organisaties, zijn organisaties die door
staten in het leven zijn geroepen. Er zijn ook particuliere, ook wel non-gouvernementele
organisaties, zoals Greenpeace. Internationale organisaties behartigen veelal bovennationale
belangen.
Rol internationale organisaties
Je kunt op verschillende perspectieven kijken naar de rol van internationale organisaties:
1. Coexistence: Het naast elkaar bestaan.
● Het naast elkaar bestaan van soevereine staten en internationale organisaties
wordt gezien als het kenmerk van de internationale orde. Ze bestaan vreedzaam
naast elkaar en gaan voor hun eigenbelang. De rechtssubjectiviteit is beperkt.
2. Cooperation: Samenwerking.
● Het gaat om functionele samenwerking in internationale organisaties. Het gaat dan
bijvoorbeeld om gecoördineerde besluitvorming, uitvoerende organen die namens
alle staten gezamenlijk bepaalde taken uitvoeren, etc. Het gaat om gezamenlijke
functionele belangen. Het is praktisch.
3. Community: Het vormen van een gemeenschap.
● De internationale organisaties vertegenwoordigen gemeenschappelijke belangen
gebaseerd op gedeelde waarden en doelen. Niet louter een functionele
samenwerking, maar ook een inhoudelijke samenwerking. Een ander kenmerk is
de supranationale besluitvorming, waarin de meerderheid beslist en staten ook
gebonden zijn aan het besluit als ze tegen hebben gestemd.
2
, INTERNATIONALE ORGANISATIES
Oprichting en beëindiging Internationale organisaties kunnen worden opgericht bij
verdrag. Op die manier kan een internationale
organisatie rechtspersoonlijkheid toegewezen krijgen. Ze
heeft dan zelfstandige bevoegdheden en treedt
zelfstandig op in de context van het internationaal
publiekrecht.
Interne organisatie Een internationale organisatie bestaat uit allerlei
organen. Dit verschil per organisatie. Hieronder vallen
ook de ambtenaren. Financiering geschiedt door vaste
bedragen, vrijwillige bedragen en eigen inkomsten van de
organisatie.
Bevoegdheden Attributiebeginsel houdt in dat internationale
organisaties bevoegdheden geattribueerd hebben
gekreeg door de staten.
Specialiteitsbeginsel houdt in dat er wordt toegezien of
de internationale organisatie zich ook daadwerkelijk bezig
houdt met dat wat ze als opdracht heeft gekregen (vb.
WHO ziet op gezondheid, niet op iets anders).
Implied powers [Nuclear Weapons] wil zeggen dat een
internationale organisatie onder het attributiebeginsel
bepaalde bevoegdheden heeft gekregen, maar dat nooit
kan worden voorzien welke bevoegdheden verder precies
nodig zijn voor de organisatie. Met implied powers wordt
een organisatie ook geacht die bevoegdheden te hebben,
die niet expliciet in het statuut zijn opgenomen, maar die
noodzakelijk zijn om de in het statuut opgenomen
bevoegdheden daadwerkelijk uit te kunnen oefenen.
Besluitvorming De stemprocedure verschilt per internationale
organisatie. Dat kan via unanimiteit, gekwalificeerde
meerderheid, etc.
De rechtsgevolgen van een besluit van internationale
organisaties verschilt per organisatie. Sommige besluiten
zijn bindend (VN Veiligheidsraad ex. art. 25 VN Hv),
andere slechts aanbevelend (AVVN ex. art. 10 VN Hv).
Aansprakelijkheid De aansprakelijkheid verschilt per organisatie. Soms is de
organisatie aansprakelijk en soms ook de leden.
Toerekening geschiedt op wie de effectieve controle
heeft.
Immuniteit organisaties [Mothers of Srebrenica] Immuniteit is absoluut; er is in beginsel geen uitzondering
op te maken. Internationale organisaties zijn immuun voor
de rechtsmacht van de nationale rechter. Er kan ook
sprake zijn van beperkte immuniteit afhankelijk van de
organisatie.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rechtenstudentje050. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.