Week 1
Opdracht 1 – seminar 1
a)
Een tekst heeft een bepaalde functie. Een tekst wordt geschreven om er
uiteindelijk iets mee te bereiken (het doel). Bij deze functie kan de tekst
verschillende vormen aannemen. Een tekst kan op verschillende manieren
geschreven worden om een doel te bereiken.
Bijvoorbeeld: instructieve tekst heeft het doel om de lezer iets te laten doen, de
uiting heeft een bepaalde functie (in dit geval instructies), de vorm kan een
kookboek zijn.
In één tekst met een bepaald doel kunnen verschillende vormen gebruikt worden
om dit doel te bereiken. Bijvoorbeeld een tekst om iemand te overtuigen
(persuasief) kan tegelijkertijd argumentatieve en narratieve delen bevatten.
b)
- Discourse functies: referential, emotive, conative, poetic, phatic, metalingual
(Jakobsons classificatie) – information, expression, persuasion (The Organon
model).
- Discourse vormen: descriptive (beschrijvend), narrative (verhalend/narratief),
expository (tentoonstellend), argumentative (argumentatief), instructive
(uitleggend) (Werlich’s discourse typology) – involved vs. informational
production, narrative vs. non-narrative concerns, elaborated vs. situation-
dependent reference, over expression of persuasion, abstract vs. non-abstract
style (the five dimensions of Biber).
Functie is gerelateerd aan het doel van de schrijver. De vorm is hoe de tekst
eruitziet – een tekst kan meerdere vormen tegelijkertijd hebben. Bijvoorbeeld:
een persuasieve tekst kan argumentatief en narratief gevormd zijn (tekst
hoorcollege)
- Het Bühlers Organonmodel en de Jakobsons classificatie benaderen de
discourse vanuit functioneel perspectief (tekstfuncties).
- De Werlich’s discourse typology en the five dimensions of Biber benaderen
de discourse vanuit tekstvormen.
Door de tijd is de informatie m.b.t. discourse uitgebreid: het Organonmodel is
uitgebreid door Jakobsen, waarna vormen zijn toegevoegd door Werlich en Biber,
waarna genres zijn toegevoegd.
Opdracht 2 – seminar 1
Voorbeelden discourse types:
Gesprek huisgenoten
What’s app messages:
Studieboek lezen
Samenvatting maken van studieboek
Recept
Begroeten familie/huisgenoten
Nieuwsbericht lezen (NOS)
Radioconversatie
Boekrecensie
Weerbericht
, Reclame
Blog
Youtube video
Berichten op Instagram
Handleiding / bouwtekening
Liedtekst
Trein omroeper
‘Bij de verschillen benoemen en verklaren moet er aandacht besteed worden aan
de talige vorm (stijl- en vormkenmerken).’ Discourse analytici moeten
aandacht besteden aan de talige vorm, deze talige vorm moet kunnen worden
onderbouwd. Bijvoorbeeld: een tekst is informeel, maar wat maakt de tekst
informeel? Hoe/waarom wordt de talige vorm als informeel gezien? – bv.
goedemorgen schat is informeel, wegens het gebruik van het woord schat, die je
niet zal gebruiken in een formele setting.
Genre is om vorm en functie te begrijpen – het voegt communicatieve context
toe. Eén uiting kan namelijk verschillende functies hebben in verschillende
contexten. Bijvoorbeeld ‘Dit is een mooi huis’ gezegd door een makelaar heeft
waarschijnlijk een persuasieve functie, terwijl dit niet het geval wanneer gezegd
door een vriendin. In een bepaalde context wordt, normaliter, een bepaalde
functie/vorm gebruikt.
In een discourse perspectief wordt niet alleen de taal, maar ook de context
bekeken. Discourse analysis geeft de mogelijkheid om andere
inzichten/disciplines (buiten taalwetenschap om) erbij te betrekken. Bijvoorbeeld
vanuit maatschappelijk interesses een politieverhoor analyseren.
Opdracht seminar 2
a)
, Andere mogelijke narratieve teksten: gedicht, nieuwsbericht, column, donatie
werving.
b)
De tekst is te classificeren als narratief, omdat het over een personage gaat, er
een plaats en tijd wordt aangeduid en het heeft een volgorde van
gebeurtenissen.
c)
De titel kan worden gezien als de abstract, vervolgt door de orientation in de
eerste zin. Hierna komt de complicating action aan bod: gebeurtenissen door de
tijd worden benoemd. De zin “duidelijk de juiste keuze” kan worden gezien als
een evaluatie, waarna wordt verteld wat er uiteindelijk is gebeurd (resolution),
namelijk het openen van de tweede brouwerij. Als laatst wordt er een link met
het heden gemaakt als “latere successen”.
d)
De werkwoorden in de tekst zijn niet in de verleden tijd gebruikt. Verder geeft de
titel (dienend als abstract) misschien te weinig specifieke informatie m.b.t waar
het verhaal over gaat.
Week 2
Opdracht seminar 1
Creatief gebruik maken: exploitable in definitie van Swales – afwijken van de
‘algemene structuur’ van een genre, maar wel in een mate dat dit het doel van
de tekst nog ondersteunt. Bij persuasieve communicatie is naast het bepalen van