IOR-dag 1
- Wat is recht
o Heeft te maken met normen en waarden gemaakt door de samenleving.
- Privaatrecht versus publiekrecht
- De 3 onderdelen van publieksrecht
- 3 soorten rechtsfeiten
- Overheden en hun organen
- Overheid in brede zijn
Recht: Wat is recht?
Recht bestaat uit normen:
- Je mag niet door rood rijden
- Diefstal is verboden
Recht: Privaat- en publiek recht
- Wanneer burgers iets zelf kunnen is er sprake van privaatrecht
o Kopen of huren van een huis
o Je kan iets, maar er moet niets
o Eigen bevoegdheid
- Wanneer burgers iets niet zelf kunnen (maar overheid nodig hebben) is er sprake van
publiekrecht
o Het verlenen van een bouwvergunning voor het bouwen van je huis
1. Altijd overheid nodig
2. Je kunt er zelf niet in sturen
Publiekrecht: 3 onderdelen
1. Staatrecht (passief)
a. Is de basis van al het bestuursrecht grondwet
i. Je mag stemmen
ii. Welke bevoegdheden heeft wie
2. Bestuursrecht (actief)
a. Kun je niet loskoppelen van het bestuursrecht
b. Een stuk overheid wordt er mee bestuurd
3. Strafrecht (doen we niet)
Staatrechts: staatsvorm
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat
- Eindhuisstaat: de centrale overheid (het rijk) is de baas
- Nederland heeft ook lagere overheden met eigen bevoegdheden
o 2 soorten decentralisatie:
1. Territoriale decentralisatie Heeft te maken met 1 overheid op een bepaald
gebied. Heeft veel taken. (De gemeente) (Provincies)
2. Functionele decentralisatie Er wordt gekeken naar 1 functie. (Het waterschap)
(DUO) (Zelfstandige bestuursorganen ZBO)
,Staatsrecht: overheden
2 soorten overheden
- Het Rijk (centrale overheid)
- Decentrale (lagere) overheden (provincie, gemeente en waterschap)
o Worden bestuurd bestuursorganen
Het van Thorbecke met drie verdiepingen
- Schema van de trias politica
o Je hebt een bestuur gevende macht
o Je hebt een regelgevende macht
o Je hebt de rechterlijke macht
- Regering is de uitvoerende macht
- 1e en 2e kamer is regelgevende macht controleren manier van uitvoering
- Rekenkamer controleert financiële deel van wat er allemaal gebeurt is
Staatrecht: organen van het rijk
Waar vind je wat iedereen mag doen:
- De regering, art. 42 Grondwet (GW)
- De koning, de artt. 24 t/m 41 GW
- De minister, de artt. 42 t/m 49 GW
- De ministerraad, art. 45 GW
- De staatssectratris, de artt. 46 t/m 49 GW
- De Staten-Generaal, hoofstuk 3 GW
o In een wettenbundel mag je nooit schrijven
o Wel markeren
Staarrecht: organen van lagere overheden
- Gedecentraliseerde overheden
o Hebben hun eigen wet
- Hoofdstuk 7 van de grondwet
- Provincie:
o Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten & Commissaris van de Koning (CdK)
- Gemeente:
o Raad, college & burgemeester
- Waterschap:
o AB, DB & voorzitter
, Staartrecht: bevoegdheden van de organen
- De regering en de Staten-Generaal zijn samen de formele wetgever en kunnen
wetten (in formele zin) maken, art. 81 Grondwet
- Als je wilt weten of de wet is in formele zin stel je de volgende vragen:
o Wie heeft de wet gemaakt?
o Als de wet afkomstig is van de regering + 1e en 2e kamer
1. Dan is het een wet in formele zin
2. Als 1 van deze 2 niet aanwezig is, is het geen wet in formele zin
- Twee soorten wetten
1. Meestal is een wet (in formele zin) ‘herhaaldelijk toepasbaar’/ bindend/ geld voor
een onbepaalde groep = wet in materiele zin = algemeen verbindend voorschrift
avv
2. Soms geldt de wet (in formele zin) maar voor 1x = bloot formele wet (bijv.
begrotingswet of goedkeuringswet)
Staatsrechten: algemeen verbindende voorschriften (AVV)
- Andere overheidsorgaan kunnen ook ‘herhaaldelijke toepasbare voorschriften’
maken: wet in materiële zin= avv
- Soorten avv’s
o Wet (in formele zijn) die herhaaldelijk toepasbaar is
o Koninklijke besluiten die herhaaldelijk toepasbaar zijn (AMvB)
o (Ministeriële) regelingen
o Verordeningen van lagere overheden (bijv. de algemene plaatselijke
verordeningen/ APV)
- Hoog gaat voor laag
- Bijzondere regelingen gaat voor standaard regelingen
- Jong gaat voor oud
Algemeen: rechtsfeiten
- Een rechtsfeit is een feit, waar rechtsgevolgen aan verbonden zijn: er ontstaat een
recht of een plicht
- 3 soorten rechtsfeiten:
o Blote rechtsfeit (zonder gedraging ontstaat er een recht of een plicht)
o Rechtshandelingen (handelingen waarmee rechtsgevolgen beoogd worden)
(altijd bewust)
o Feitelijke handelingen (handelingen met niet beoogde rechtsgevolgen) (niet
bedoeld)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper DJKreuze. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.