Totstandkoming van een overeenkomst:
Aanbod en aanvaarding:
“Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan” art. 6:217
lid 1 BW.
Aanbod:
Van een aanbod is pas sprake wanneer de verklaring de voornaamste elementen van de
inhoud van de eventuele overeenkomst bevat, zodat een eenvoudige “ja” van de wederpartij
voldoende is om de overeenkomst tot stand te doen komen.
Niet ieder “aanbod” is een aanbod in de juridische zin. Een aanbod kan ook een uitnodiging
zijn om te onderhandelen. Denk aan wat voor mensen er in een huis moeten wonen die in
het artikel staat.
Herroepelijk/onherroepelijk aanbod: een aanbod is herroepelijk, tenzij de
onherroepelijkheid uit het aanbod volgt (art. 6:219 lid 1 BW). Volgens lid 2 is het
aanbod herroepelijk zolang het aanbod nog niet aanvaard is of er nergens uit blijkt
dat het aanvaard zal worden. Een onherroepelijk aanbod is een aanbod waarvoor
een termijn is gesteld voor de aanvaarding.
Vrijblijvend aanbod: een aanbieder die zijn aanbod vrijblijvend heeft gedaan, kan zijn
aanbod na aanvaarding ‘onverwijld’ (zo snel mogelijk maar niet direct, dat is
‘terstond’) herroepen en zo terugkomen op zijn aanbod.
Verval aanbod:
- Je kan aan een aanbod een termijn plakken. In beginsel is het aanbod gedurende
dit termijn onherroepelijk (art. 6:219 lid 1 BW). Een aanbod vervalt wanneer het
is herroepen. Dan vervalt het echt en verliest het aanbod haar kracht.
- Wanneer er geen tijdsaanduiding wordt vermeld dan ligt het verval aan of het
aanbod mondeling of schriftelijk is gedaan (art. 6:221 lid 1 BW). Een mondeling
aanbod vervalt wanneer het niet direct wordt aanvaard. Je kan ook aan de
aanbieder een bedenktijd vragen. Een schriftelijk aanbod vervalt wanneer het
niet wordt aanvaard na een redelijk termijn. Wat dit termijn is verschilt per
aanbod.
- Een aanbod vervalt wanneer het is verworpen (art. 6:221 lid 2 BW)
- Een aanbod vervalt wanneer de aanvaarding afwijkt van het aanbod op meer dan
ondergeschikte punten. De afwijkende aanvaarding geldt dan als nieuw aanbod
(art. 6:225 BW).
- Een aanbod vervalt wanneer het wordt ingetrokken. Hiermee zorg je ervoor dat
het aanbod nooit heeft bestaan. Hierbij moet je er wel voor zorgen dat de
, verklaring van intrekking de persoon eerder of gelijktijdig bereikt dan de
verklaring van het aanbod (art. 3:37 lid 5 BW).
Een aanbod vervalt NIET door dood of verlies van handelingsbekwaamheid van één
van de partijen (art. 6:222 BW).
Aanvaarding:
Een verklaring van de wederpartij dat zij het aanbod aanvaard. Een aanvaarding moet
overeenkomen met het aanbod en dient te zijn gedaan op het moment dat het aanbod nog
van kracht was (art. 6:225 jo 6:221 BW).
Een aanvaarding moet door middel van een verklaring. Deze verklaring kan (ook voor de
aanbieder) in beginsel in iedere vorm geschieden (art. 3:37 lid 1 BW). Een verklaring
verkrijgt pas haar werking wanneer deze de persoon heeft bereikt tot wie ze is gericht (art.
3:37 lid 3 BW).
Wil, verklaring en gerechtvaardigd vertrouwen:
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling. Dit betekend dat we twee
wilsverklaringen nodig hebben. Een rechtshandeling vereist namelijk een op een
rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard (art. 3:33 BW).
Voor een meerzijdige rechtshandeling als een overeenkomst hebben we er hier dus 2 van
nodig. Een overeenkomst is dus een aanbod in de vorm van een wilsverklaring en een
aanvaarding in de vorm van een wilsverklaring die op elkaar aansluiten.
Wilsontbreken:
Een wil en verklaring kunnen uiteenlopen. Denk aan iemand die op een veiling naar iemand
anders zwaait en de veilingmeester dit als een aanbod ziet. De wil is hierbij niet hetzelfde als
de verklaring. Dan is er dus volgens art. 3:33 BW geen rechtsgeldige overeenkomst ontstaan
omdat de verklaring die de zwaaier uitte niet overeenkwam met zijn wil om de mensen te
begroeten.
Gerechtvaardigd vertrouwen (art. 3:35 BW): Wanneer iemand handelingen verricht
waardoor de wederpartij er redelijkerwijs vanuit kan gaan dat de persoon wil wat hij
overduidelijk verklaart, dan kan deze persoon zich niet beroepen op wilsontbreken.
Het vertrouwen moet wel gerechtvaardigd zijn. Je kan je dus beroepen op dit artikel
wanneer je op geen enkele manier had behoren te kunnen weten dat de partij iets
anders wilde dan wat hij verklaarde.
Te goede trouw: De wederpartij moet te goede trouw niks anders hebben kunnen
denken dan dat de wil en de verklaring van de persoon hetzelfde waren (art. 3:11
BW). Of de schijn als werkelijk mag worden gehouden verschilt per situatie. Je hebt
enigszins een onderzoekplicht om te ontdekken of de persoon echt wil wat hij
, verklaart. Dit artikel is dus eigenlijk de onderzoeksplicht voordat gerechtvaardigd
vertrouwen kan slagen.
Redelijkheid en billijkheid: Gerechtvaardigd vertrouwen kan worden tegengehouden
door de redelijkheid en billijkheid. Wanneer de ene partij overduidelijk nadeel en de
andere partij overduidelijk veel voordeel ondervind door het wilsontbreken van een
van de partijen dan kan de overeenkomst ongeldig worden verklaard (art. 6:2 jo art.
6:248 BW). Dit zal niet vaak voorkomen. Het moet echt overduidelijk zijn dat dit
totaal niet de bedoeling kan zijn geweest van de desbetreffende partij.
Geestelijke stoornis (art. 3:34 BW): wilsontbreken kan veroorzaakt worden door een
geestelijke stoornis ten tijde van de wilsverklaring. Je moet kunnen bewijzen dat hij
onder invloed was van een geestelijk stoornis door bijvoorbeeld een medische
verklaring. Er moet volgens lid 1 een causaal verband zijn tussen de stoornis en de
verklaring. Wanneer de verklaring onder invloed dan de stoornis is gedaan is de kans
groot dat die stoornis tevens een redelijke belangenwaardering belet.
De rechtshandeling is bij een aanwezige stoornis niet nietig maar vernietigbaar! De
gestoorde mag dus zelf kiezen of hij beroep doet op art. 3:34 of dat hij dit laat
schieten.
Art. 3:34 BW VS art. 3:35 BW:
Bewijs voor een geestelijke stoornis zoals beschreven in art. 3:34 BW betekend nog niet dat
je gewonnen hebt. Als de wederpartij echt geen enkele mogelijkheid had om te zien dat er
op dat moment een geestelijke stoornis gaande was dan kan hij zich met art. 3:35 BW
schaakmat spelen.
Ontvangsttheorie (art. 3:37 lid 3 BW):
Een verklaring naar een persoon moet die persoon wel echt hebben bereikt. Wanneer de
verklaring niet tijdig is bereikt is de verklaring niet geldig. Zodra de aanvaarding is ontvangen
bij de aanbieder is de overeenkomst tot stand gekomen.
Vordering tot nakoming overeenkomst:
Wanneer je wil dat een partij de overeenkomst nakomt moet je je beroepen op art. 3:296
BW.
Algemene voorwaarden:
Algemene voorwaarden zijn onderdeel van de overeenkomst. Het is een lijst met bedingen
die de gebruiker standaard onderdeel laat zijn van al haar overeenkomsten (art. 6:231a
BW).. Het zijn dus eigenlijk de kleine lettertjes. Zo hoeft de gebruiker niet meer bij iedere
overeenkomst in detail alle bedingen op te zoeken. Algemene voorwaarden hebben echter
wel een negatieve lading omdat ze eenzijdig zijn opgesteld in het belang van de partij zelf.
Omdat het gewoon onderdeel is van de overeenkomst moet het worden aangeboden en
worden aanvaard.
Een wederpartij is altijd aan de algemene voorwaarden gebonden, ook wanneer hij/zij deze
niet leest (art. 6:232 BW)! Als je het niet begrijpt moet je om toelichting vragen. Dit artikel
wordt “snelle gebondenheid” genoemd.
, Kernbedingen (art. 6:231 sub a BW):
Dit zijn zaken die essentieel zijn voor de overeenkomst. KERNBEDINGEN VALLEN NIET ONDER
DE BEDINGEN VAN AFDELING 6.5.3! Kernbedingen zijn zaken als de prijs van een product of
het product zelf.
Het Assoud/SNS arrest geeft aan wanneer er sprake is van een kernbeding. Er is sprake van
een kernbeding wanneer het beding zo essentieel is dat er zonder deze bedingen geen sprake
meer zou zijn van een overeenkomst.
Zijn de algemene voorwaarden tussen de partijen tot stand gekomen (stap 2):
Is er een aanbod en een aanvaarding conform art. 6:217 BW?
Vormvrijheid overeenkomst:
De wet stelt geen eisen aan de vorm waarin de partijen overeenkomsten kunnen sluiten. Dit
ziet men terug in art. 3:37 lid 1 BW. Er is een overeenkomst wanneer er een
wilsovereenstemming is gedaan en niet wanneer er iets “getekend” is. Er kan worden
weergegeven dat er in een bepaalde situatie een vorm moet worden aangenomen, maar
daar staat vaak bij wat de sanctie is wanneer dit niet gebeurd. Het gebeurd zelden dat de
overeenkomst nietig wordt verklaard omdat er niet gehouden is aan de wettelijke normen
(art. 3:39 BW).
Petermann/Frans Maas arrest:
Petermann vraagt of Frans Maas een offerte wil sturen met daarop de algemene
voorwaarden. Frans Maas doet dit in een Duitse brief en verwijst in het Nederlands naar de
voorwaarden. Wanneer Frans Maas zich beroept op deze voorwaarden gaat Petermann hier
tegenin omdat zij niet akkoord zouden zijn gegaan met deze voorwaarden. De Hoge Raad
oordeelt dat Petermann bij Frans Maas het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat ze
het eens zijn met de algemene voorwaarden door niet om opheldering te vragen of aan te
geven dat ze het niet begrijpen.
Rechtsregel: Als de overeenkomst en algemene voorwaarden in een andere taal zijn en jij
deze niet begrijpt dan moet je om opheldering vragen. Doe je dit niet, dan is er geen
gerechtvaardigd vertrouwen en zijn de algemene voorwaarden gewoon van toepassing.
Battle of forms (art. 6:225 lid 3 BW):
Dit is het geval wanneer twee bedrijven een overeenkomst willen sluiten maar deze allebei
hun eigen algemene voorwaarden willen binden aan de overeenkomst. Hier staat dat de
partij die als tweede aangeeft dat hij zijn algemene voorwaarden wil binden, dan werken zijn
voorwaarden geen verwijzing toe. Wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Tenzij de tweede
partij de algemene voorwaarden van de eerste partij van de hand heeft geroepen!
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Rechtenstudentstan. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.