Hoorcollege 1
Europese vroegmoderne geschiedenis in een globale context. NIET geschiedenis van de
vroegmoderne wereld. Maar Globalisering I heeft er veel mee te maken.
Hoe ziet Europa eruit rond 1500? Hadden de mensen toen wel het idee Europeaans te zijn? En hoe
verandert dat beeld tot 1800?
Cartografie rond 1300 ziet er heel anders uit dan rond 1500 (meer continenten, Amerika en Afrika).
Ook het materiaal van de kaart is anders (1500: papier) en de afbeelding is geprint.
Periodiseringsprobleem. 1500-1800? Het woord ‘modern’ is vrij nieuw. Wanneer begint moderniteit?
Wat is moderniteit? Wat maakt iets dan vroegmodern? Dat verschilt per regio. Begon het met de
stoommachine? Of met de Zwarte Dood? Of met de Renaissance?
Iemand die zich daar toen al mee bezighield was Petrarch (1304-1374). Hij overleeft de Zwarte Dood
en sociale economische groei. Hij beleefde een periode van veel verandering. In de jaren 1350
beleeft hij het gebruik van de mechanische klok en zandloper. Petrach vertelt hier ook over, over een
klok in Milaan. Hij is bekend als een geleerde om een nieuwe beweging te initiëren (de Renaissance).
Hij ontdekte brieven van Cicero en begon de brieven te gebruiken als model voor zijn eigen schrijven.
Hij beschouwde de periode tot zijn tijd als de middeleeuwen (dark ages). Hij was dus de eerste die
die periode als ‘beëindigd’ beschouwde. Hij zag een enorme verandering tussen die periode en zijn
periode. Waren er werkelijk zoveel veranderingen of was er ook veel continuïteit vanuit de
middeleeuwen? Jacob Burckhardt (1818-1897) en Jules Michelet (1798-1897) leefden zelf ook in een
bewogen tijd, economische en politieke hoogtepunten, en waren geïnteresseerd in eerdere
transities. Franse historicus Jules Michelet (1798-1897) sprak als eerste over een Renaissance.
Burckhardt zette dit idee voort. Hij zag de Renaissance als iets wat begon in Italië. Was het een
beweging of een periode? Kunnen we over de Renaissance praten buiten Europa? Of is het
Eurocentrisch? Hadden de Chinezen ook een renaissance? Was het een scherpe breuk? Waren er
meerdere renaissances?
Humanisme
Wordt vaak geassocieerd met de Renaissance: chief strand of intellectuel culture 1500-1650.
Humanisten geloofden in het nieuwe belang van het studeren in grammatica, retoriek, poëzie,
geschiedenis, morele filosofie (studia humanitatis). Deze studia humanitatis werden eerder
beschouwd als het laagste niveau van onderwijs, maar de humanisten hadden hernieuwde gehechte
waarden. Volgens humanisten kon je alleen via deze studies een goed mens worden ‘mens moet je
leren’, mensen worden niet gevormd zonder onderwijs. De principes uit klassieke literatuur moest
worden toegepast op de wereld van toen. Leiderschap had ook onderwijs nodig, menselijke activiteit
was belangrijk op aarde.
Renaissance zou hebben gezorgd voor de reformatie, die weer gezorgd zou hebben voor de
verlichting
- Renaissance (maar ook reformatie en de verlichting dus..) zou ook invloed hebben gehad op
de staatsvorming
- Leopold von Ranke (1795-1886): German History in de Age of Reformation
Karl Marx (1818-1883) zag de Renaissance ook een periode van transitie, feudalisme kapitalisme.
Marx Weber zag de periode als een periode van meer rationalisme en secularisme.
Historici zien de Renaissance dus als een breuk, periode van verandering, een transitie richting
modernisatie.
,Vroegmodern
- Term ontstaat in late jaren 1960, vroege jaren1970
- Gekenmerkt door transformatie en transitie, in welke snelheid gingen sommige processen?
- Verschuivende nadruk van grote politieke, religieuze gebeurtenissen naar socio-economische
en culturele processen.
- Is het geografisch beperkt?
Werkcollege 1
Wat is modern? Modern is iets wat nieuw is? Ten opzichte van wat ervoor de periode gebeurd is kan
iets modern zijn. Modern is dus contextgericht. In de steentijd waar mensen hout konden maken en
dit 20 dagen kon laten vuren, dan dachten zij: Wij zijn heel modern, want wij hebben ervoor gezorgd
dat we het altijd warm hebben. Petrarch dacht dat hij modern was, vrouwen uit Ming China dachten
dat zij modern waren, vrouwelijke machthebbers dachten dat zij modern waren. Modern is een
woord dat constant veranderd. Sommige denken dat ze modern zijn, sommige mensen verwerpen
moderniteit. In de 20e eeuw toen de technieken gebruikt werden om mensen te vermoorden
(gaskamers) dan zie je dat dat modern is (transport, registratie, badges), maar het is allemaal
gebruikt voor etnische zuiveren als dit moderniteit is, dan wil ik het niet. Dan gaan mensen verder
in een postmoderne wereld: waarin er niet geweld gebruikt wordt in kolonies, slavernij, doden, winst
maken etc. Verwerpen van Middeleeuwse aspecten (dark ages) was modern. Maar de middeleeuwen
waren geen donkere jaren.
Een set veranderingen in gemeenschap, economie en religie.
Geschiedenis is geschreven in zand: het kan steeds veranderen. Iets schrijven over de oudheid met
nieuwe perceptie, is eigenlijk eigentijdse geschiedenis.
Feudalisme/leenstelsel
Heren lenen land aan tenanten, die militaire diensten leveren en werkzaamheden moeten doen. De
heren bepaalden alles, de tenanten moesten doen wat de heer was zonder tegenspraak. Het was een
piramide hiërarchie, je werd er ook in geboren, als heer of als tenant/pachter/huurder.
Humanisme
Ipv. Religie en dogma (dat theologie, ideologie, organisatie onbetwistbaar is), empirisch en kritisch.
Er waren allerlei doden (Zwarte Dood), en priesters konden er niks aan doen, politieke leiders ook
niet. De Zwarte Dood trof IEDEREEN (equalisatie), de kerken konden geen aanwijzingen geven
waarom hele gelovige en goede mensen doodgingen. Er was een algemene vraag: hoeveel geld
priesters hadden, of ze wel echt zoveel macht moesten hebben? Mensen waren niet tevreden met
het afbetalen van zondes, ze waren onrustig. Ze gingen kijken waar ze wel antwoorden konden
vinden (in de Oudhoud). Humanisme is belangrijk in de vroegmoderne tijd, maar het uis niet bij
uitstek een vroegmodern begrip (In Middeleeuwen waren er ook seculiere critici), maar tijdens de
vroegmoderne tijd gingen mensen de mensheid in het centrum zetten en de kerk, politiek,
landbouw, moest worden gereorganiseerd. De mensheid bekijken vanuit natuur i.p.v. God. Natuur is
dus belangrijk. Ook het ontdekken van het menselijk lichaam.
Verschil met verlichting: humanisme is een soort voorbode van de verlichting. Humanisme was een
kleine beweging, de ideeën van Petrarch sijpelden niet door in de hele samenleving, veel mensen
gingen gewoon door met hun leven zonder die nieuwe ideeën. Men gaat met humanisme echt naar
de oudheid kijken, maar dan kritisch. Ze wilden minder macht voor religie en politieke leiders, de
Oudheid biedt een tijd waarin het christendom nog niet zo belangrijk was: we kunnen best terug naar
een tijd waarin religie een minder grotere rol speelt.
, Verlichting: rationalisme, menselijkheid, reorganisatie voor regeringen, deze hele beweging gebeurde
tegelijk met Europese mensen in koffiehuizen die met elkaar discussieerden, maar deze zelfde
mensen deden mee aan slavernij. Dus in de verlichte Europese wereld was er een deel opzoek naar
verlichte ideeën, maar ook veel mensen deden nog aan slavernij etc. Wie worden er eigenlijk
verlicht?
Hoorcollege 2
De wereld groeit, maar wordt ook koeler (‘kleine IJstijd’). Ook groeit de bevolking invloed rurale
en urbane maatschappijen?
Vroegmoderne periode als een transitie naar een moderne tijd (theorie van marxistische geleerden);
transitie feodale systemen naar kapitalisme. Andere theorie: vroegmoderne periode als een iets wat
aan het leiden is naar een moderne maatschappij. Volgen beide het pad van premodern naar
modern.
Nadruk op klimaat in de ontwikkelingen in de vroegmoderne periode; belangrijke
klimaatveranderingen in die periode. Rond de Zwarte Dood eindigde het middeleeuwse warme
klimaat en begon het koeler te worden, met meer extreme weersverschijningen. Dit was een
langzame verschuiving van warm naar koud, ook geen lineaire verschuiving. Er was wel een
algemene trend richting koeler klimaat. Verschuiving begint rond 1300, wordt koeler in 14 e eeuw,
1490-1560 iets warmer weer. Late 16 e tot late 17e eeuw: periodes van globale verkoeling (piek 1570-
1630). In Europa verkoelde het t meest in de piek: koude winters, koude lentes, koude en natte
zomers. Strengere winters (sommige jaren zoals 1600 waren zo koud dat ze ‘jaren zonder zomer’
werden genoemd). Soms wordt deze periode een ‘kleine IJstijd genoemd’. Deze koud heeft veel
gevolgen. De onvoorspelbaarheid had veel invloed op de maatschappij en de economie. Landbouw
bleef super belangrijk, de oogst bepaalde hoe goed het ging. Veranderend weer, koude zomers
veel misoogsten of minder voedzame gewassen. Minder goed stro voor het vee te voeden meer
sterfte van vee in winter. Veel effect op Europese bevolking, aangezien bijna de gehele populatie
afhing van de landbouw hongersnood, honger, lager geboortecijfer. De bevolking was vaak
chronisch ondervoed, vooral rond 1600/1700 meer vatbaar voor ziektes. Kleine IJstijd had veel
effect op de Europese bevolking en haar economie. Zwarte Dood in de 1340s en zijn terugkomsten
had ook een significante invloed op de bevolking 1/3e en soms 1/2e van de bevolking weg
veranderend Europa. Bevolkingsgroei van 1460 tot 1800. Wat veranderde in de vroegmoderne
periode? Na Zwarte Dood: 100 jaar stagnering bevolking; late 15 e eeuw (1480/1490): lange tijd van
demografische groei begint in Europa. Wat betekende deze groei voor de maatschappij? Hoe
veranderd bevolkingsgroei de wereld waarin we leven? Baby Boom rond 1490 (ontdekking wereld,
voorspoed, warm klimaat) werden volwassen in de periode van de Reformatie en de
centralisering van monarchieën. Sterven rond 1560 (klimaat word weer koeler, oogsten worden
minder voorspelbaar). Babyboom bevolking verdubbelde tussen 1460-1620, groei tot 1560.
Steden waren overvol. Europeanen klaagden over deze groei. Bevolking groeide sneller in noordwest
Europa, minder snel in Zuid-Europa. Was meer dan alleen een terugkomst van na de Zwarte Dood,
want groei ging wel door tot in begin 17 e eeuw. Klapt dan weer ineen rond 1630 door de plaag,
conflicten etc. nieuwe populatiecrises, alleen NL en ENG ontsnappen eraan, blijven groeien.
Bevolkingsgroei komt weer terug in de 18 e eeuw (1720-1750), behalve in de Nederlandse Republiek.
Tegen 1800: wereldbevolking 1 miljard. Wat nieuw aan de vroegmoderne periode is, is niet de
bevolkingsgroei want dat had je in elk tijdperk wel. Wat nieuw is: vanaf de 18 e eeuw; bevolkingsgroei
werd niet gevolgd door een bevolkingsafname, het gaat door met groeien. Waarom bleef dit
groeien?
Thomas Malthus; An Essay on the Principle of Population (1798): hij wilde bevolkingsgroei (vooral in
Engeland) verklaren. Hij observeerde dat populaties groeiden tot ze een natuurlijk limiet bereikten
(er is maar zoveel land beschikbaar voor landbouw). Dit natuurlijke limiet werd bereikt en dan