Een zeer uitgebreide samenvatting voor HBO-Rechten studenten van het vak Goederenrecht. Deze samenvatting bevat alle relevante wetsartikelen en concrete voorbeelden. Perfect studiemateriaal voor het tentamen! (Tentamen behaald met een 9).
Hoofdstuk 7. Recht van pand .................................................................................................................... 44
Hoofdstuk 8. Recht van hypotheek........................................................................................................... 50
Hoofdstuk 9. Zekerheid en verhaal ........................................................................................................... 55
1
,Hoofdstuk 1. Basisbegrippen van het goederenrecht
Goederenrecht
Het goederenrecht is het rechtsgebied dat gaat over de rechtsrelatie tussen een persoon en een goed.
Het verbintenissenrecht is het rechtsgebied dat de rechtsrelatie tussen personen bestrijkt. Deze twee
rechtsgebieden vormen samen het vermogensrecht. Het vermogensrecht is een van de twee
hoofdonderdelen van het privaatrecht.
Basisbegrippen in het goederenrecht
§ Goederen, zaken en vermogensrechten;
§ Roerende en onroerende zaken;
§ Hoofdzaak en bestanddeel;
§ Registergoederen en niet-registergoederen;
§ Natuurlijke en burgerlijke vruchten.
Goederen
Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten (art. 3:1 BW).
§ Zaken à de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (art. 3:2 BW).
§ Dit zijn voorwerpen van een bepaald materiaal, die we kunnen vastpakken en waarover we
macht kunnen uitoefenen.
§ Denk hierbij aan een huis, een boek of een stuk grond.
§ De zee en de lucht zijn geen zaken, omdat ze niet voor menselijke beheersing vatbaar zijn.
§ Vermogensrechten à rechten met een waarde die in geld uit te drukken is (art. 3:6 BW).
§ Er zijn drie categorieën vermogensrechten:
1. Overdraagbaar:
Rechten die afzonderlijk of tezamen met een ander recht overdraagbaar zijn. Bijvoorbeeld
eigendomsrecht of een vorderingsrecht. Beide rechten kunnen door de eigenaar aan een
ander worden overgedragen.
2. Stoffelijk voordeel:
Rechten die ertoe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen.
Bijvoorbeeld smartengeld.
3. In ruil voor stoffelijk voordeel:
Rechten die verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk
voordeel. Bijvoorbeeld iemand die slecht ter been is heeft een afspraak met zijn buurman
dat die één keer per week boodschappen voor hem doet in ruil tegen een vergoeding.
Roerende en onroerende zaken
Zaken kunnen worden onderverdeeld in roerende en onroerende zaken (art. 3:3 BW).
§ Roerende zaken à Zaken die niet onroerend zijn (verplaatsbaar).
§ Denk hierbij aan een auto, een fiets, een laptop en een pen.
§ Onroerende zaken à onroerende zaken zijn zaken die niet verplaatsbaar zijn.
§ Denk hierbij aan:
o De grond (bijvoorbeeld een tuin, een park en een weiland).
o Delfstoffen die nog niet gewonnen zijn (bijvoorbeeld gesteenten en mineralen).
2
, o Beplantingen die met de grond zijn verenigd (bijvoorbeeld bomen, struiken, planten
en gewassen die in de volle grond staan. Een plant in een pot is een roerende zaak).
o Gebouwen die met de grond verenigd zijn (bijvoorbeeld gebouwen die niet zomaar te
verplaatsen zijn).
o Werken die duurzaam met de grond verenigd zijn (bijvoorbeeld bouwsels die geen
gebouwen zijn en stellages).
o Gebouwen en werken die door vereniging met andere gebouwen en werken bedoeld
die zelf niet duurzaam met de grond zijn verenigd, maar die met andere gebouwen en
of werken vastzitten en door die verbinding duurzaam met de grond zijn verenigd.
Niet in alle gevallen bieden wetsartikelen uitsluitsel over de betekenis van de hier genoemde
begrippen. De Hoge Raad heeft over het begrip “onroerende zaak” een belangrijke uitspraak gewezen
onder de naam Portacabin-arrest.
Portacabin-arrest
Buys heeft op een aan hem toebehorend stuk grond een portacabin (keet) laten plaatsen. Een van de
eigenschappen van een portacabin is dat deze snel en eenvoudig geplaats en verplaats kan worden.
Volgens Buys is zijn portacabin een roerende zaak. De portacabin wordt ingericht en gebruikt als
kantoorruimte. Er is een gas-, water-, en elektriciteitsaansluiting. Ook is er een aansluiting op het
telefoonnet en riool. Verder is aan de onderkant van de portacabin een splint bevestigd die tot aan de
grond reikt, waardoor het lijkt of het bouwsel met de grond is verenigd. Rondom de portacabin ligt
een mooie tuin met tegelpad naar de ingang.
Buys is van mening dat zij zaak roerend is, omdat de portacabin geplaats en verplaats kan worden. De
Rabobank (tegenpartij in dit geschil) is van mening dat het gaat om een onroerende zaak, omdat het
bouwsel met de grond verenigd is.
De Hoge Raad is van oordeel dat uit de hiervoor omgeschreven omstandigheden onder meer blijkt dat
de portacabin in dit geval naar haar aard en inrichting bestemd is om als bedrijfsgebouw te worden
gebruikt en om duurzaam ter plaatse te blijven. De Hoge Raad acht het niet van belang dat in
technisch opzicht de mogelijkheid bestaat om het bouwsel te verplaatsen. De portacabin van Buys
betreft een onroerende zaak.
Hoofdzaak en bestanddeel
Zaken kunnen worden onderscheiden in hoofdzaken en bestanddelen.
§ Hoofdzaak à Stel dat er twee of meer zaken zijn die op zodanige manier met elkaar
verbonden worden dat ze één zaak worden. De zaak die het grootst of het duurst is, vormt de
hoofdzaak.
§ Bestanddeel à Een bestanddeel heeft twee omschrijvingen:
1. Een bestanddeel is een zaak die volgens maatschappij verkeer deel uitmaakt van een
andere zaak; of
2. Een zaak die zodanig met een andere zaak verbonden is, dat deze niet zomaar zonder
schade van die andere zaak is los te maken.
§ Een bestanddeel is dus iets waarvan wij als maatschappij vinden dat het deel uitmaakt van een
andere zaak. Een bestanddeel is onderdeel van een hoofdzaak.
§ Is de zaak nog compleet als het bestanddeel ontbreekt?
3
,Voorbeeld bestanddeel:
Een scooter bestaat uit veel losse onderdelen. Iedereen zal het erover eens zijn dat een scooter
zonder wielen geen scooter is. De wielen zijn bestanddelen van de scooter. Ook het stuur, het zadel en
uitlaat zijn bestanddelen.
Voorbeeld bestanddeel:
Een ruit wordt in het raamkozijn van een woning gezet. Wanneer de ruit uit het kozijn zou worden
verwijderd, ontstaat er schade (ofwel aan de ruit, ofwel aan het kozijn). We kunnen dus concluderen
dat de ruit bestanddeel is geworden van de woning.
Hoofdzaak en bestanddeel zijn juridisch één geheel
Een hoofdzaak en een bestanddeel vormen in juridisch opzicht één geheel.
§ Bomen, struiken en planten kunnen ook bestanddelen zijn wanneer zij in de grond zijn
geplant. Ze zijn dan bestanddelen van de grond geworden.
§ Art. 5:20 lid 1 sub f BW laat zien dat je geen planten uit de grond mag trekken, omdat het niet
je eigendom is. In het goederenrecht staat de vraag “van wie is wat?” centraal.
§ Wanneer iemand een plant in een pot op zijn balkon zet, dan blijft die plant een zelfstandige
zaak.
Registergoederen en niet-registergoederen
Goederen kunnen tevens worden onderverdeeld in registergoederen en niet-registergoederen.
§ Registergoederen à goederen waarvan de overdracht of de vestiging in de daartoe bestemde
openbare registers moeten worden ingeschreven (het Kadaster) (art. 3:10 BW).
§ Overdracht betekent dat het goed van de ene persoon naar de andere persoon overgaat. In
bepaalde gevallen wordt niet gesproken van overdracht maar vestiging.
§ Openbare registers zijn registers waarin feiten die voor de rechtstoestand van
registergoederen van belang zijn worden opgenomen (art. 3:16 BW).
Hoe weet je wat een registergoed is?
De wet bepaalt van welke goederen de overdracht of vestiging in de openbare registers moeten
worden opgenomen. De wet bepaalt dus welke goederen registergoederen zijn (art. 3:16 BW jo. art. 8
Kadasterwet).
§ Onroerende zaken zijn altijd registergoederen (art. 3:89 BW), maar niet alle registergoederen
zijn altijd onroerende zaken.
§ Naast onroerende zaken zijn vliegtuigen en bepaalde categorieën schepen ook
registergoederen.
§ Voorbeelden: een huis, bedrijfsgebouw, stuk grond, grote schepen en vliegtuigen.
§ Niet-registergoederen à alle goederen die geen registergoederen zijn.
4
, Natuurlijke en burgerlijke vruchten
§ Natuurlijke vruchten à zaken die volgens maatschappelijk verkeer als vruchten van andere
zaken worden aangemerkt (art. 3:9 BW).
§ Denk hierbij aan appels van een appelboom.
§ Een natuurlijke vrucht wordt een zelfstandige zaak op het moment dat deze worden
afgescheiden. Wanneer een appel van een appelboom valt of wordt geplukt, dan is de appel
een zelfstandige zaak (lid 4).
§ Burgerlijke vruchten à rechten die volgens maatschappelijk verkeer als vruchten van
goederen worden aangemerkt (art. 3:9 lid 2 BW).
§ Met rechten worden vermogensrechten bedoeld. Het gaat dus om rechten die op geld
waardeerbaar zijn en die kunnen worden overgedragen.
§ Denk hierbij aan de rente over een geldbedrag dat op een spaarrekening staat of de
huuropbrengst van een woning.
§ Een burgerlijke vrucht wordt een zelfstandig recht op het moment dat deze opeisbaar wordt
(lid 4 BW).
Goede trouw
Goede trouw wordt aangenomen wanneer iemand niet wist of niet hoefde te weten dat feiten of het
recht waarop zijn goede trouw betrekking heeft niet juist waren (art. 3:11 BW).
§ Goede trouw ontbreekt wanneer de persoon feiten of het recht kende of hoorde te kennen.
§ Bijvoorbeeld wanneer je een tweedehands mobiele telefoon koopt en weet dat deze gestolen
is of wanneer je een auto bij een garage koopt die extreem goedkoop is. Je hebt dan een
onderzoeksplicht. Je moet dan onderzoeken of de auto gestolen is.
5
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AnniekEnt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,98. Je zit daarna nergens aan vast.