LES 1 - KENNISMAKEN MET KLINISCH REDENEREN
Anatomie = de bouw van het menselijk lichaam
Fysiologie = de werking van het menselijk lichaam
Pathologie = ziekteleer als er in de bouw of in de werking van het menselijk lichaam iets niet goed
is, dan hebben we het over de pathologie. Pathologie is dus de afwijking van het menselijk lichaam
ten opzichte van de anatomie en fysiologie.
Klinisch redeneren is een proces van het verzamelen van gegevens. Als verpleegkundige ben je de
oren en ogen van de andere disciplines binnen de zorg, waardoor je de hele dag bezig bent met het
verzamelen van gegevens. Dit continu verzamelen van gegevens is van belang om in een vroeg
stadium dingen op te merken en aan te kunnen pakken.
Een belangrijk onderdeel binnen het klinisch redeneren is de reflectie. Hierbij ga je na of hetgeen wat
je hebt gedaan goed is. Ook in de praktijk is het van belang om altijd te reflecteren om zo je handelen
te kunnen bijstellen. Je ziet iets, je denkt erover na, je reageert erop en achteraf kijk je of het goed
was hoe je het hebt gedaan. Was het goed doe je het de volgende keer weer zo, was het niet goed
verander je het de volgende keer.
Het verpleegkundig proces is een cyclisch
proces.
Het verpleegkundig proces bestaat uit 6
verschillende stappen die telkens opnieuw
worden doorlopen (cyclisch). Centraal in dit
proces staat het kritisch denken. Van een HBO-
verpleegkundige wordt verwacht dat deze
kritisch kan denken en redeneren.
De zes stappen van het verpleegkundige
proces:
, - Anamnese De anamnese is het inwinnen van informatie en het verzamelen van gegevens.
- Diagnose Als verpleegkundige houd je je bezig met verpleegkundige diagnoses (zoals
problemen met eten, problemen met urine, etc.). Een verpleegkundige diagnose is een
klinisch oordeel over de actuele of potentiële gezondheidsproblemen van de zorgvrager.
- Planning van de resultaten Hierbij wordt gesteld wanneer welke resultaten worden
verwacht. Hierbij wordt dus een doel gesteld.
- Planning van de interventies Om de verwachte resultaten te behalen is het uitvoeren van
bepaalde handelingen (interventies) van belang. Het is belangrijk deze interventies goed te
plannen voordat deze worden uitgevoerd.
- Uitvoering Tijdens de uitvoering worden de geplande interventies uitgevoerd om zo de
geplande resultaten te behalen.
- Evaluatie Na de uitvoering wordt gekeken of de uitgevoerde interventies het verwachte
resultaat hebben gegeven. Zo niet, dan wordt er gekeken waar er in het proces dingen
moeten veranderen.
Als verpleegkundige moet je verder kijken dan alleen de lichamelijke klachten. Er wordt verwacht dat
je oog hebt voor de andere kernsets en kunt handelen met de andere kernsets.
Als
wijkverpleegkundige
heb je vaak een veel
beter totaalplaatje van
een patiënt dan als je
in een ziekenhuis
werkt omdat je dan
vaak thuis komt bij een
persoon. Hierdoor heb
je meer inzicht in de
functionele en sociale
staat van de patiënt.
Pijn is een lichamelijke klacht, maar kan wel van invloed zijn op de andere kernsets van patiënten
problemen —> als iemand vaak pijn heeft (lichamelijke klacht), kan het zijn dat deze persoon een
verminderd zelfmanagement heeft (functionele klacht). Door deze functionele beperking kan het zijn
dat iemand in eenzaamheid leeft (sociale klacht), waardoor iemand veel last heeft van angsten
(psychische klacht).
LES 2 – BASIS PARAMETERS
,Redeneerhulpen
Verschillende redeneerhulpen:
- ABCDE methode —> in Nederland is de ABCDE methode de gangbare manier om de vitale
functies van iemand vast te stellen.
o A (airway) —> hierbij wordt gekeken of de luchtweg vrij is. Wanneer de luchtweg
niet vrij is heeft reanimeren e.d. namelijk geen zin.
o B (breathing) —> Ademhaling moet normaal zijn (niet te snel, niet te langzaam, niet
veel geluid).
o C (circulation) —> De circulatie kan gevoeld worden aan de pols of de hals. Als je iets
voelt kloppen, kun je ervan uitgaan dat het hart nog werkt —> Het moet wel een
goede circulatie zijn (hard genoeg, niet onregelmatig).
o D (disability) —> Hierbij wordt het bewustzijn nagekeken. Het bewustzijn kan
worden vastgesteld doormiddel van verschillende hulpmiddelen:
AVPU —> hulpmiddel om de mate van bewustzijn vast te stellen. Deze
methode is makkelijk toe te passen als je niet in bezit bent van ingewikkelde
hulpmiddelen die je in het ziekenhuis wel tot je bezitting hebt.
A (alert) iemand is zich bewust van de tijd en de omgeving.
V (voice) iemand reageert op aanspreken maar niet op de
omgeving.
P (pain) iemand reageert enkel op pijnprikkels. (Je knijpt dan bij
de schouder)
U (unresponsive) iemand reageert nergens meer op en is dus
bewusteloos.
EMV/GCS (Glasgow coma
scale) —> E (ogen openen), M
(motorische reactie), V
(verbale reactie). Er kan per
onderdeel (E, M of V) een
score van 1-5 worden
toegewezen, waardoor je tot
een totale score komt die
iets zegt over het
bewustzijn van een
persoon. In totaal kan dus
een score van 15 worden
toegewezen, op dat
moment is iemand helemaal bij
bewustzijn.
o E (environment/exposure) Hierbij wordt gekeken naar de lichaamstemperatuur
van een persoon en de volledige expositie (wondjes, roodheid, urticaria, exantheem,
artritis, erysipelas, petechiën)
o F (full set of vital
signs) Hierbij
wordt de (M)EWS
bepaald. De Early
Warning Score geeft
de alarmsignalen
weer van een
patiënt bij een
, score hoger dan 6, is het van belang dat er binnen 10 minuten een arts is
ingeschakeld.
o G (get help) Hierbij wordt het niveau bepaald van eigen expertise, urgentie en
hulpvraag. Zorg dat de benodigde gegevens beschikbaar zijn en gebruik hiervoor de
SBAR methode.
- SBAR —> SBAR is de methode die gebruikt wordt om iemand snel en duidelijk over te
brengen wat er is waargenomen (tussen rode kruis en ambulance, tussen ambulance en
ziekenhuispersoneel, tussen huisarts en ziekenhuispersoneel)
o S (situation) —> Hierbij stel je jezelf voor en noem je de naam en de locatie van de
patiënt. Geef het probleem aan en geef de vitale functies (ABCDE) en actuele
uitslagen door.
o B (background) —> Hierbij wordt relevante informatie over de achtergrond van de
patiënt doorgegeven. Bijvoorbeeld de lijst van medicatie en medische
voorgeschiedenis
o A (assessment) —> Hierbij wordt de eigen beoordeling van de situatie gegeven.
o R (recommendation/repeat) —> Hierbij wordt de eigen aanbeveling gegeven. Wat
moet er met de patiënt gebeuren? Bijvoorbeeld dat de patiënt gezien moet worden
of dat de medicatie verandert moet worden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper carlijn69. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,48. Je zit daarna nergens aan vast.