LES 1A – ZELFMANAGEMENT: BEGRIPPEN, MODELLEN EN
MEETINSTRUMENTEN
Begrippen
Er zijn een aantal begrippen die samenhangen met zelfmanagement:
- Eigen regie Eigen regie is het vermogen van een persoon om zelf te bepalen op welke
wijze hij het eigen leven inricht en hoe de zorg en/of begeleiding bij eventuele ziekte daarbij
wordt ingevuld.
- Zelfmanagement Zelfmanagement is het zodanig omgaan met een chronische
aandoening (symptomen, behandeling, lichamelijke-, emotionele- en sociale gevolgen en de
bijbehorende aanpassingen in de leefstijl) dat de aandoening optimaal wordt ingepast in het
leven. Zelfmanagement betekent dat chronisch zieken zelf kunnen kiezen in hoeverre zij de
regie over het leven in eigen hand willen houden en mede richting willen geven aan hoe
beschikbare zorg wordt ingezet, om een optimale kwaliteit van leven te bereiken of te
behouden. Het doel is het dagelijks functioneren, de kwaliteit van leven en het welzijn te
behouden of verbeteren. Iemand is chronisch ziek, wanneer het ziek zijn langer dan 3
maanden aanhoudt.
- Zelfredzaamheid Zelfredzaamheid is het vermogen van iemand om voor zichzelf te
zorgen. Men kan eigen problemen oplossen en gaat zelfstandig door het leven, ofwel weet
zichzelf te redden.
- Empowerment Empowerment is een vorm van zelfsturing, iemand tot iets in staat stellen,
men streeft ernaar om vervulling van rechten en basisbehoeften van de doelgroep op te
eisen. Empowerment is een proces van versterking waarbij iemand grip krijgt op zijn situatie
of omgeving.
- Herstel In een herstelproces (her)ontdekken mensen mogelijkheden voor een vervullend
leven met of zonder aandoening. Herstellen kan een cyclisch proces zijn, waarin
onderscheiden fasen elkaar afwisselen en niet noodzakelijk hoeven op te volgen.
- Veerkracht Veerkracht is het vermogen om je aan te passen aan stress en tegenslag en
daar soms zelfs sterker uit te komen. Het gaat hierbij niet enkel over het ‘terugveren’ naar de
oorspronkelijke positie, maar ook om het doorgroeivermogen.
- Draaglast Draaglast omvat alle belastende factoren die op een mens rusten.
- Draagkracht Draagkracht is hetgeen wat iemand daadwerkelijk aankan.
- Gezamenlijke besluitvorming Bij gezamenlijke besluitvorming wordt samen met de
zorgverlener een keuze of beslissing gemaakt.
- Coping Coping is de manier waarop men met problemen en stress omgaat. De term
‘coping’ is afkomstig uit de sociale psychologie en kan in het Nederlands vertaald worden
met ‘het hoofd bieden aan’. In tegenstelling tot de afweermechanismen, die vooral
onbewust gebeuren, worden coping strategieën bewust toegepast.
o Een belangrijk kenmerk van coping is dat de mens tot op zekere hoogte keuzevrijheid
heeft in de manier van omgaan met een probleem. Er zijn adequate en inadequate
coping strategieën. Adequate of gezonde strategieën van coping zijn
probleemoplossend, zoals hulp zoeken bij anderen, opkomen voor de eigen rechten
en emotie verlagende acties. Voorbeelden van ongezonde strategieën zijn overmatig
gebruik van alcohol of tranquillizers, zelfbeschadiging of agressief gedrag. Coping is
belangrijk als het gaat om onrust, ongemak, pijn, overvraging en dergelijke enerzijds
en problematisch gedrag anderzijds.
- Therapietrouw Therapietrouw is de mate waarin patiënten zich aan de afgesproken
behandeling houden.
- Ziekte inzicht Ziekte inzicht is de hoeveelheid kennis die iemand heeft over de ziekte.
Zelfmanagement in een model
,Er zijn twee modellen die zich beiden focussen op het zelfmanagement:
- Chronic Care Model Het chronic care model
speelt in op de noodzaak om de zorg voor
chronisch zieken te veranderen. De zorg moet
anders georganiseerd worden om te kunnen
voldoen aan de groeiende zorgvraag die
bovendien complexer wordt. Het chronic care
model is een hulpmiddel voor de ontwikkeling
en verbetering van de chronische zorg. Het
model bestaat uit zes elementen die van invloed
zijn op het resultaat van de zorg. Het doel van
het model is om zorg voor chronisch zieken te
verbeteren door goede samenwerking tussen
de patiënt en een team van zorgverleners. Daarbij is de patiënt goed geïnformeerd en werkt
hij actief mee aan de behandeling. Het team van zorgverleners is goed voorbereid en
proactief. Elk element uit het chronic care model kan bijdragen aan het verbeteren van de
zorg. Het combineren van de elementen vergroot de kans op betere uitkomsten op
patiëntenniveau, zoals betere kwaliteit van leven en minder complicaties.
- Generiek model zelfmanagement Het generiek model zelfmanagement heeft tot doel het
in één oogopslag zichtbaar te maken van de essenties van zelfmanagement en aan welke
onderdelen aandacht besteed kan worden bij het werken aan zelfmanagement in de praktijk.
De ringen bevatten aspecten die met elkaar samenhangen en op elkaar in kunnen werken. Ze
zijn van invloed op de dynamiek tussen de chronisch zieke en de zorgverlener, die centraal
staan. De verschillende ringen zijn als volgt:
o De kern Bij zelfmanagement zijn de chronisch zieke en de zorgverlener
gelijkwaardige partners, die een samenwerkingsrelatie aangaan. Zij zoeken een
balans tussen de eisen die de aandoening stelt (belasting) en de hoeveelheid eigen
regie en verantwoordelijkheid die de chronisch zieke wil en kan nemen
(belastbaarheid). Het vinden van deze balans leidt tot een optimale kwaliteit van
leven.
o De gele ring Deze ring omvat de belangrijkste competenties, voor zowel de
chronisch zieke als voor de zorgverlener.
o De lichtgroene ring Deze ring omvat de aandachtsgebieden, voor het
optimaliseren van het
zelfmanagement.
o De donkergroene ring
Deze ring omvat de
omgevingsfactoren/
randvoorwaarden, deze
kunnen invloed uitoefenen
op de invulling en mate
van zelfmanagement.
, Meetinstrumenten
Er zijn een aantal verschillende meetinstrumenten die gebruikt kunnen worden om het
zelfmanagement van iemand vast te stellen:
- Positieve gezondheid In het concept van positieve gezondheid wordt gezondheid niet
meer gezien als de af- of aanwezigheid van ziekte, maar als het vermogen van mensen om
met (veranderende) fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en zoveel
mogelijk eigen regie te voeren. Gezondheid is dan niet meer strikt het domein van de
zorgprofessionals, maar van iedereen. Bij positieve gezondheid worden er zes
gezondheidsdimensies onderscheiden om het ‘gezondheidswelzijn’ te meten;
lichaamsfuncties, mentale functies, spirituele dimensie, kwaliteit van leven, sociaal
maatschappelijke participatie en het dagelijks functioneren.
De voordelen van het concept van positieve gezondheid is onder andere dat er een vollediger
beeld ontstaat van de toestand van de zorgvrager. Uitkomsten uit het web kunnen worden
besproken met de art of een andere vertrouwenspersoon.
- PiH-NL (samenwerken aan gezondheid) De PiH-NL is een vragenlijst die zorgverleners en
zorgvragers ondersteunt bij het in gang zetten en uitvoeren van zelfmanagement met 12
onderwerpen, die zelfmanagement meten en inzichtelijk maken welke onderdelen voor
patiënten lastig zijn. Hierna kunnen de zorgverlener en zorgvrager gezamenlijk bepalen op
welk gebied van zelfmanagement er ondersteuning gewenst is. Door herhaling van de
vragenlijst na een bepaalde periode kan de eventuele vooruitgang gemeten worden.
o De vragenlijst bestaat uit twaalf items die zijn onder te verdelen in 4 schalen: kennis,
omgaan met gevolgen van een chronische ziekte, actieve rol in het consult en de
mate waarin iemand in staat is zelf thuis klachten en symptomen te monitoren. Bij
het invullen van de vragenlijst wordt gebruik gemaakt van een 8-punts schaal. De
doelgroep van de vragenlijst zijn de volwassenen. Voordelen van de PiH-NL zijn dat
de antwoorden op de vragenlijst het uitgangspunt zijn voor het gesprek. Zo past het
gesprek goed bij de punten die nog aandacht nodig hebben, waardoor de zorg beter
wordt afgestemd op de wensen en behoeftes van de zorgvrager. Een nadeel van de
PiH-NL zijn dat het moeilijk kan zijn om sommige gevoelens uit te drukken, waardoor
mogelijk oneerlijke antwoorden worden geformuleerd. Een ander nadeel is dat door
het gebruik van de 8-punts schaal de vragenlijst minder persoonlijk is.
- Effectenster De effectenster is voornamelijk gericht op het in kaart brengen van
problemen en benodigde acties. Op deze manier kan de zorgverlener gerichter aan de
zelfredzaamheid van de zorgvrager werken. Het instrument is niet vanuit de zorg ingestoken,
maar vanuit de verschillende doelgroepen: er zijn zes soorten sterren die zijn gebaseerd op
een specifiek thema of doelgroep (bijvoorbeeld de Ouderenster of de Budgetster). De sterren
hebben elk tussen de zes en de acht domeinen. Aan de hand van een aantal vragen ontstaat
een figuur in de vorm van een ster. De effectenster heeft dus niet als doel om de
zelfredzaamheid van iemand te meten maar om inzicht te krijgen in het proces en de
effecten van het zorgverleningsproces waardoor het instrument de ontwikkeling in de
zelfredzaamheid van de zorgvrager versnelt. Een voordeel van de effectenster is dat het een
manier is om inzicht te krijgen in gedrag en vaardigheden. Een ander voordeel van de
effectenster is dat deze de ontwikkeling van de zelfredzaamheid van de zorgvrager kan
versnellen. Een nadeel van de effectenster is dat het alleen bedoeld is om inzicht te krijgen in
het gedrag van de zorgvrager en niet daadwerkelijk in de zelfredzaamheid van de zorgvrager.
- Zelfredzaamheidsradar De zelfredzaamheidsradar is een breed gebruikt instrument om
de zelfredzaamheid van de zorgvrager in kaart te brengen en samen te bedenken hoe die kan
worden verbeterd, met en zonder hulpmiddelen of slimme technologie. De
zelfredzaamheidsradar bestaat uit 15 domeinen (continentie, aankleden, mobiliteit,
leervermogen, etc.) die worden beoordeeld met een 5-punts schaal. Bij de domeinen waar
een laag cijfer aan is gegeven, kan gekeken worden naar mogelijkheden voor verbetering.