Samenvatting Syllabus Eukaryote Microbiologie
I: Introductie tot de eukaryote micro-organismen
Domeinen MO’s:
- Bacteriën
- Archaea
- Eukaryoten
Protisten bevatten alle eukaryoten die geen plant, dier of schimmel zijn –
protisten zijn parafyletisch (= dat de meest recente voorouder van de
protisten zich niet louter heeft ontwikkeld tot moderne protisten maar ook
tot schimmels, dieren en planten)
II: Introductie tot de schimmels
Introductie tot de schimmels
Schimmels vertonen veel meer overeenkomt met planten en dieren dan
met bacteriën en archaea
Schimmels zijn chemoheterotroof
Planten hebben plastiden, schimmels niet
Planten en schimmels hebben allebei een celwand
Verschillen in de sterol samenstelling:
- Dieren – cholesterol
- Planten – sitosterol, campesterol en stigmasterol
- Schimmels – ergosterol
Waarom is het eenvoudiger om antibiotica te ontwikkelen voor bacteriën dan voor schimmels?
Schimmels bevatten een celwand, bacteriën niet
Schimmels worden resistent tegen antibiotica van bacteriën, omdat zij op allerlei manieren in
contact komen bij bacteriën
Iets wat giftig is voor de mens is vaak ook giftig voor schimmels en andersom
Antibiotica voor bacteriën zijn er veel meer en is ook goedkoper
Wat zouden goede targets zijn voor het ontwikkelen van anti-schimmelmiddelen?
Iets wat de celwand afbreekt, zoals chitine (monosacharide: N-acetylglucosamine, komt ook
voor in pantsers van insecten en krabben enzo. Kan je chitichan (N-acetylgroep is er af: kun je
bio-plastics van maken) en β-1,3-glucan (komt ook in planten voor maar dan β-1,4-glucaan
(cellulose, maar 1,3 komt ook soms voor).
Ook kan gericht worden op ergosterol
Rol van de schimmels in de natuur
Saprotrofe schimmels breken organisch afval af.
Mycorrhiza schimmels leveren water en mineralen aan de plant er krijgen er suiker voor terug, 2
typen:
- Ectomycorrhiza vormen een mantel van draden rondom de wortel
Penetreren de buitenste lagen van het wortelweefsel
, - Endomycorrhiza groeien uitsluitend het wortelweefsel binnen
Penetreren de celwanden, maar niet plasmamembraan
Schimmels kunnen ook parasitaire interactie aangaan met gastheer – ook belangrijke pathogenen
Rol van schimmels voor de mens
Schimmels verantwoordelijk voor bederf van land- en tuinbouw en schade aan gebouwen
Schimmels zijn belangrijke pathogenen bijna alle landbouwgewassen
Er kan tot wel 30% verloren gaan
3 manier ziekte veroorzaken bij mens en dier
- Allergie
- Mycotoxines = moleculen die voor mens en dier giftig zijn
Aspergillus flavus vormt aflatoxine
Penicillium roqueforti vormt geen toxines op kaas maar wel op roggebrood
- Infectie, 2 soorten te onderscheiden
Klassieke pathogenen – kunnen mensen infecteren met een goed immuunsysteem
Opportunistische pathogenen – alleen mensen infecteren met verminderd
immuunsysteem
Candida albicans veroorzaakt veel opportunistische infecties. Veel mensen drager, maar geen last.
Schimmel kan pathogeen worden wanneer het immuunsysteem is verzwakt
Schimmels brengen ook goed:
- Wordt geconsumeerd of gebruikt bij de bereiding van voedsel
- Ze scheiden enzymen, alcoholen, organische zuren en farmaceutische verbindingen uit
Schimmels worden gebruikt voor de productie van eiwitten die normaal gesproken niet in schimmels
gemaakt worden (=heterologe productie) in schimmels die GRAS (Generally Regarded As Safe) zijn –
waarin de fermentatie en fysiologie goed bestudeerd zijn en waar veel moleculair genetische
technieken voor zijn ontwikkeld. Ook worden gastheren gekozen die een hoge eiwitproductie
hebben (Aspergillus niger, Aspergillus oryzae en Trichoderma reesei). I.t.t. bacteriën loopt de eerste
stap van de glycosylering net als bij dieren.
Schimmels zijn goed voor onderzoek naar de eukaryotische cel. Uit mRNA basenvolgordes blijkt dat
schimmels zeer verwant zijn aan dieren. Processen als celdeling zijn dan ook sterk geconserveerd.
Voordelen van het bestuderen van humane cellen in schimmels:
- Schimmels hebben een korte delingstijd en de levenscyclus vindt een beperkte duur plaats
- Celdeling en de levenscyclus kunnen onder gecontroleerde condities in het lab worden
volbracht
- Schimmels hebben een beperkt genoom, waardoor het opsporen van genen relatief simpel is
- Schimmel zijn minder complex dan dieren
- Moleculaire technieken voor schimmel zijn sterk ontwikkeld
Waarom wordt A. niger liever voor industriële eiwitproductie gebruikt dan andere schimmels?
Maakt geen mycotoxine
Het is GRAS
Het produceert een grote hoeveelheid eiwitten/enzymen van nature
Het kan citroenzuur produceren als metaboliet. Het zuur uit je cola wordt hier uit gehaald
, Veel transformatietechnieken etc. van bekend
Kan op grote schaal in bioreactoren worden gekweekt
Maakt ook metabolieten die je niet wilt in je enzympreparaten, waarmee ze zetmeel
omzetten in glucose --> mycotoxine
Aan welke eisen moet een schimmel voldoen om geïntroduceerd te worden als een nieuw
productiesysteem naast of ter vervanging van reeds bestaande systemen?
Het moet GRAS zijn
Fermentatie en fysiologie goed bestudeerd
Moleculair genetische technieken voor ontwikkeld
Geen mycotoxine uitscheiden
Hoge eiwitproductie, net zo hoog als A. niger
Schimmels als organisme
5 phyla van schimmels
1. Chytridiomyceten
Minst geëvolueerd en aantal soorten beperkt
Hebben flagellen – aangepast aan leven in water
2. Zygomyceten
Beperkt aantal soorten en sommige flagellen
Veelal saprofiet, ook enkele pathogeen
Productie tempeh uit sojabonen, anesthetica,
mindelen voor geboortebeperking en industriële
alcoholen
3. Glomeromyceten
Kleine groep die zeer veel voorkomen
Arbusculaire mycorrhiza
Endomycorrhiza’s die het wortelweefsel
penetreren in meer dan 80% van de
landplanten en waarbij hyfen sterk vertakken
en arbuscles vormen die betrokken bij
uitwisselen van nutriënten
4. Ascomyceten
Meeste schimmels in dit fylum
Seksuele sporen worden in een ascus (zak) gevormd
De meeste groene, bruine en blauwgroene schimmels op bedorven eten
S. cerevisiae, C. albicans, A. fumigatus
De seksuele voorplantingsstructuren zijn beperkt van grootte
Industriële productie van enzymen, organische zuren en antibiotica
5. Basidiomyceten
Seksuele sporen zitten op de basidia (steeltje)
Voorplantingsstructuren kunnen complex zijn en grote massa bereiken
Humaan pathogenen zoals Cryptococcus neoformans
, Levenscyclus en groeiwijze
Schimmelspore groeit over het algemeen uit tot een homokaryon = alle kernen hebben een
identieke genetische samenstelling. Met een haploïde kerninhoud = elke kern bevat een enkele set
chromosomen. Als het een partner ontmoet en fuseert heterokaryon = kernen met verschillende
genetische samenstelling die niet gelijk fuseren. In veel gevallen kan het heterokaryon/dikaryon
oneindig groeien. Op bepaald punt gaan kernen fuseren diploïd homokaryon meiose
haploïde homokaryotische seksuele sporen.
Levenscyclus van een gist (S. cerevisiae)
Ascopore kan ontkiemen en gaan delen door knopvorming dochtercel gescheiden van moedercel,
kunnen nu beiden opnieuw delen kolonievorming. Verschillende matingtypes aanwezig in een
culture (a en α) cellen versmelten kernen versmelten vrijwel onmiddellijk kan net als
haploïd door knopvorming vermeerderen. Bij hongering zal in de diploïde cel meiose plaatsvinden
haploïde homokaryotische ascosporen.
Levenscyclus van een filamenteuze schimmel
Zijn meercellig en groeien middels hyfen vertakken en vormen het mycelium. Indien deze
homokaryotische mycelia een partner ontmoeten heterokaryon. Zowel homo- als heterokaryoten
zullen het subtraat verlaten en de lucht in gaan groeien (luchthyfen) en voeden zich door onttrekking
van voedingsstoffen uit het substraatmycelium. Luchthyfen differentiëren tot sporendragende
structuren die aseksuele of seksuele sporen vormen. Aseksuele sporen zijn vaak te zien als pluizig
materiaal op voedsel. Paddenstoelen vormen seksuele sporen. Ontstaan doordat luchthyfen met
elkaar interacteren multicellulaire structuur waarin verschillende celtypen differentiëren
Gist-mycelium dimorfisme
Pathogene schimmels kunnen zowel gist als filamenteus groeien. I.t.t. gistcellen kunnen hyfen dode
en levende planten en dieren goed binnendringen en koloniseren. Filamenteus geeft ook mobiliteit
oppervlakte koloniseren. Gisten kunnen makkelijk laten verplaatsen in vloeistofstromen
(sapstroom in planten en bloed van dieren) en door de wind, insecten en verstoppen in
lichaamscellen
Wat zijn de voordelen van filamenteuze groeiwijze en een groeiwijze als gist?
- Filamenteus: sterke doordringing substraat, mobiliteit
- Gist: goede verspreiding in vloeistoffen, middels wind of vectoren en verstoppen in
lichaamscellen zoals macrofagen
Worden seksuele sporen van schimmel uitsluitend in paddenstoelen gevormd?
Nee, want er zijn ook schimmels die geen paddenstoelen maken, maar wel sporen
Zijn alle paddenstoelen afkomstig van basidiomyceten?
Nee, sommige ascomyceten kunnen ook paddenstoelen vormen
Waarom vormen schimmels paddenstoelen voornamelijk in de lucht?
Zodat ze hun sporen kunnen loslaten en deze met de wind worden verspreid
Cellulaire opbouw van de schimmelcel
Typische kenmerken van een eukaryote cel: 1 of meerdere kernen, mitochondriën, vacuoles,
peroxisomen, Endoplasmatisch Reticulum en een equivalent van het Golgi. Filamenteuze schimmels
worden vaak gecompartimentaliseerd door septa – hebben poriën waardoor organellen en