Voor u ligt het verslag bevorderen van zelfmanagement. In opdracht van Hogeschool Inholland
Amsterdam is het verslag geschreven. Het heeft betrekking op de minor praktijkondersteuning
huisarts (POH). Er is een fictief praktijkvoorbeeld geschreven voor het verslag. Het verslag is
vormgegeven naar de criteria van het beoordelingsformulier. Deze criteria staan als titel benoemd
boven de alinea’s en zijn te zien in de inhoudsopgave.
Wij wensen u veel leesplezier toe.
1
,Inhoud
Samenvatting......................................................................................................................... 3
1 Inleiding............................................................................................................................... 4
2 Centrale vraag..................................................................................................................... 5
3 Probleemstelling.................................................................................................................. 5
3.1 Praktijkvoorbeeld.......................................................................................................... 5
3.2 Gewenste situatie......................................................................................................... 6
3.3 Oorzaken van het probleem..........................................................................................6
3.4 De gevolgen van het probleem.....................................................................................6
4 Doelstelling.......................................................................................................................... 7
4.1 De voorwaarden............................................................................................................7
5 Interventies.......................................................................................................................... 7
5.1 Wat is de interventie?....................................................................................................7
5.2 Bij wie wordt de interventie toegepast?.........................................................................7
5.3 Door wie is de interventie ontwikkeld?..........................................................................7
5.4 Hoe werkt de interventie?.............................................................................................7
5.5 Waar wordt de interventie uitgevoerd?..........................................................................8
6 De onderbouwing van de interventie...................................................................................9
7 De randvoorwaarden bij het implementeren van de interventie...........................................9
7.1 Kennis en vaardigheden bij de patiënten......................................................................9
7.2 Kennis en vaardigheden bij de professional..................................................................9
7.3 Juridisch........................................................................................................................ 9
8 Conclusie........................................................................................................................... 10
9 Aanbeveling....................................................................................................................... 11
10 Bibliografie....................................................................................................................... 12
11 Bijlagen............................................................................................................................ 13
Bijlage 1: Beoordelingscriteria voor een systematische review van randomised controlled
trials (RCT’s)..................................................................................................................... 13
Bijlage 2: Beoordelingscriteria voor een systematische review van randomised controlled
trials (RCT’s)..................................................................................................................... 15
Bijlage 3: Beoordelingscriteria voor een systematische review van randomised controlled
trials (RCT’s)..................................................................................................................... 17
2
,Samenvatting
In dit innovatieplan is er onderzocht hoe de zelfmanagement van patiënten met diabetes en
chronische nierschade kan worden vergroot. Dit zijn doorgaans patiënten die veel moeite hebben met
het veranderen van hun gedrag omtrent hun gezondheid. Het is bij deze patiëntengroep belangrijk om
ze hierin te ondersteunen. Dit maakt het voor de patiënten makkelijker om hun schadelijke gedrag te
veranderen. Door hun zelfmanagement te vergroten, worden de patiënten beter gemotiveerd om hun
gedragsverandering ook vast te houden. Om deze reden is de volgende centrale vraag opgesteld:
Met behulp van welke interventie kan het risico op hart- en vaatziekten verkleind worden bij patiënten
met diabetes mellitus type 2 en chronische nierschade in relatie met het bevorderen van
zelfmanagement op het gebied van voeding?
Dit probleem komt vaak voort uit weinig kennis over de gevolgen van hun ongezonde levensstijl op
hun gezondheid. Hierdoor blijven deze patiënten hangen in hun schadelijke gedrag. Dit heeft tot
gevolg dat de gezondheid van de patiënten nog slechter wordt. Als patiënten met chronische
nierschade niet in staat zijn hun ongezonde voedingspatroon te verbeteren, kan dit leiden tot meer
nierschade en uiteindelijk het overlijden van de patiënt. Het is van noodzaak om de patiënten bij dit
probleem aan te pakken. Hierdoor zal de zelfmanagement van de patiënten toenemen en zal de
schade voor de gezondheid worden vermindert.
De gewenste situatie is dat de patiënten beschikken over voldoende kennis en vaardigheden om de
voedingsinterventies zelfstandig uit te voeren. Dit kan worden bewerkstelligt met 2 interventies. Door
de patiënten meer kennis te geven over de voeding, zal de kennis van de patiënt worden vergroot. Dit
kan worden gedaan door de POH’er van de patiënten. Desnoods kan de POH’er de patiënt ook
verwijzen naar een diëtist. Daarnaast starten de patiënten met het gebruik van een continues glucose
monitor (CGM) sensor. Dit is een sensor dit onder de huid wordt geplaatst en die de bloedsuiker 24
uur per dag meet. Doordat de patiënten kunnen zien wat hun bloedsuiker doet als ze wat eten en
doordat ze ook niet meer hoeven te prikken, zullen de patiënten minder obstakels ervaren omtrent
hun ziektebeeld.
Door deze interventies wordt het zelfmanagement van de patiënten verhoogd. Ze hebben zelf de
mogelijkheid om continu de bloedglucosewaarde te zien. Vervolgens kunnen ze hier door middel van
de adviezen van de diëtiste en POH’er op inspelen om de waarde te optimaliseren.
Bij deze interventies wordt het volgende doel gesteld: De patiënten beschikken binnen 4 maanden
over voldoende kennis en vaardigheden met betrekking tot voeding bij diabetes en chronische
nierschade en weten wat de gevolgen zijn van een slecht voedingspatroon en hanteren een gezond
voedingspatroon. Dit is meetbaar door naar de lab waarden en BMI te kijen. Daarnaast kan er uit een
gesprek met de patiënten onderzocht worden hoe hun leefstijl op dat moment is.
3
, 1 Inleiding
Momenteel hebben 50,1% van de Nederlandse volwassenen overgewicht. Overgewicht komt vaker
voor bij mannen dan bij vrouwen. Er wordt gesproken van overgewicht bij een BMI (body mass index)
van 25 kg/m2 of hoger. De groep mannen ouder dan 65+ met matige overgewicht is het grootst met
48,1% (E.L. Bieleman, 2019).
Ernstig overgewicht (BMI 30 kg/m2 of hoger) gaat vaak gepaard met comorbiditeit. Voorbeelden van
ziekten die gepaard gaan met overgewicht zijn diabetes mellitus type 2 en hart- en vaatziekten (Elena
Martin-Rodriguez, 2015).
Het risico op ziekten wordt groter naarmate de BMI of de buikomvang toeneemt. Voor diabetes
mellitus type 2 en hart- en vaatziekten is de hoeveelheid buikvet de belangrijkste risicofactor (R.
Siren, 2012). Een verhoogde hoeveelheid buikvet hangt sterker samen met vroegtijdige sterfte dan
een verhoogd BMI (Karine R. Sahakyan, 2015).
Tussen 2011 en 2019 hadden 63% van de mannen die binnenkwamen op de huisartsenpraktijk
diabetes (A.M.W. Spijkerman, z.d.).
Bij het ontstaan van type 2-diabetes spelen genetische en omgevingsfactoren en rol. Waarbij diabetes
type 1 genetische factoren de grootste rol spelen, zijn het bij diabetes type 2 met name de
omgevingsfactoren. Mensen met diabetes type 2 hebben vaak meerdere risicofactoren tegelijk.
Interacties tussen risicofactoren spelen een rol bij het geleidelijk opbouwen van ongevoeligheid voor
insuline en de verhoogde glucosegehaltes in het bloed (Yan Zheng, 2017).
Overgewicht is één van de grootste risicofactoren. De belangrijkste risicofactor voor diabetes type 2 is
echter de hoeveelheid buikvet. Het verband tussen overgewicht en/of te veel buikvet en diabetes type
2 wordt deels verklaard door vrije vetzuren die bèta-cellen kunnen aantasten (Mariana Murea, 2012).
Andere leefstijlfactoren die van invloed zijn op het ontwikkelen van diabetes type 2 zijn: lichamelijke
inactiviteit, ongezonde voeding (te veel verzadigd vet en onvoldoende voedingsvezels), roken en het
eten van bewerkt vlees.
Gevolgen van diabetes type 2 zijn schade aan bloedvaten en zenuwweefsel en op den duur hart- en
vaatziekte, nierziekte, gevoelloosheid en/of pijn in de ledematen (Yan Zheng, 2017).
Diabetes vermindert de kwaliteit van leven van patiënten. De last die mensen ervaren hangt deels
samen met bloedglucosewaarden (ESE. Barents, 2018).
Mensen met diabetes kunnen angstig zijn voor te hoge of te lage waarden en de bijbehorende
complicaties. De kwaliteit van leven van mensen met diabetes daalt echt het meest door de
aanwezigheid van comorbiditeit. Met name hart- en vaatziekten, overgewicht en psychische
stoornissen zorgen voor een sterke afname in kwaliteit van leven bij diabetespatiënten (Aikaterini
Trikkalinou, 2017).
In 2017 bedroegen de uitgaven aan diabeteszorg bijna 1,6 miljard euro. Van de kosten voor diabetes
wordt 38% uitgegeven aan genees- en hulpmiddelen, 31% aan eerstelijnszorg en 14% aan
ziekenhuiszorg.
De preventie van diabetes type 2 richt zich vooral op leefstijlfactoren. Daarnaast bestaan vele
initiatieven die zich richten op een gezonde leefstijl en bereiken van een gezond gewicht. Deze
initiatieven zijn vooral gericht op mensen met een hoog risico op hart- en vaatziekten en mensen met
overgewicht (A.M.W. Spijkerman, z.d.).
Van het totaal aantal nieuwe patiënten met nierfunctievervangende therapie was in 2005 18%
diabetespatiënt. De verwachting is dat chronische nierschade vaker zal optreden, omdat diabetes
mellitus type 2 op steeds jongere leeftijd ontstaat. Daarnaast neemt de levensverwachting toe doordat
de behandeling van cardiovasculaire risicofactoren is verbeterd (ESE. Barents, 2018).
Bij diabetespatiënten is een gezonde leefstijl van belang. Patiënten die zich hier onvoldoende aan
houden, verhogen hun risico op onder andere hart- en vaatziektes en nierschade. Er is voldoende
kennis nodig bij diabetespatiënten om een gezonde voedingsstijl te hebben en te onderhouden. De
aanleiding van dit project is om diabetespatiënten met overgewicht en nierschade te ondersteunen bij
het bevorderen van de zelfmanagement met betrekking tot eten. De patiënten moeten laten zien dat
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rverbruggen1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.