Het palet van de psychologie H2,3,4,5,6, 8
College 1, introductie en biologische psychologie
Wat is psychologie?
De wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van gedrag en mentale processen
Psyche = ziel
Logos = wetenschap
Psychologen proberen gedrag en mentale processen te:
o Beschrijven (2 mensen om de dansvloer draaien om elkaar heen, ze bewegen)
o Verklaren (ze zijn aan het dansen)
o Voorspellen (ze gaan zoenen)
o Beïnvloeden (door een rustig romantisch liedje op te zetten)
DUALISME- Geloven in een scheiding tussen lichaam en geest
Kritiek op dualisme
Als lichaam en geest twee aparte ‘dingen zijn…
Hoe communiceren lichaam en geest dan?
Als ons mentale leven dan losstaat van ons lichaam, hoe verklaar je de hersenactiviteit in MRI of PET-
scans die 1 op 1 zijn te herleiden naar mentale processen?
Inzicht vanuit de biologische psychologie
Wij zijn ons brein:
“Zoals de nieren urine produceren, is het brein het orgaan dat ons bewustzijn produceert” (Dick
Swaab)
Descartes: uitvinder van het dualisme
“Bewijs” dat mensen een geest c.q. een bewustzijn hebben:
1. Mensen hebben een vrije wil (kunnen eigen keuzes maken)
Dat onderscheidt ons van machines, dieren, zombies…
2. Ik denk dus ik ben
Van veel zaken die je ervaart, gelooft, etc. kun je je afvragen of het wel ECHT is BEHALVE het feit
dat je kunt DENKEN (hoe definieer je de kleur blauw)
DUS:
Mensen zijn MEER dan alleen hun (fysieke) lichaam
Bijna iedereen denkt op deze manier over zichzelf (en menselijk bewustzijn in algemeen)
Onderzoek: Vrije wil bestaat niet echt (Haynes et al, 2008)
Biologische psychologie
Er zijn 2 visies:
o Organistische visie: Biologische processen maken het gedrag mede mogelijk. De mens past
zich aan aan zijn omgeving. Dieren/organismen
o Mechanistische visie: Mensen worden gereduceerd tot cellen zoals een speelgoedauto tot
radertjes. Mensen worden vergeleken met apparaten.
,De vormende invloed van erfelijkheid
Jim Springer and Jim Lewis: identieke tweeling
Uit elkaar van geboorte tot 40e jaar: Erg veel overeenkomsten in intelligentie, persoonlijkheid en
zelfs in attituden
Tabula Rasa – onbeschreven blad
De vormende invloed van de omgeving
Een aanpassingsproces
Door omgeving gevormd, genetische aanleg wordt steeds minder van invloed
Welke omgeving? School, ouders, ‘peers’
Bijv.: effect opvoedstrategieën autoritair, toegeeflijk of gezaghebbend (democratisch)
Een derde factor
De vormende invloed van ‘rijping’, Naast de invloed van genetische aanleg of socialisatie
- Hersenen zijn in de groei tot tenminste begin 20 e jaar
- Cognitieve vermogens hangen hier nauw mee samen
- Aanleg en omgeving mogelijk wel invloed op rijping (als je geen goede voeding krijgt zul je dit
ook merken op de rijping)
Neuronen en neurotransmitters
Informatieoverdracht: elektrisch, eenrichtingsverkeer
Myeline zorgt ervoor dat de geleiding beter is.
Wat gebeurt er tijdens de rijping (epigenese)?
, - Synaptogenese – aanmaken van vertakkingen neuronen
- Pruning – het wegsnoeien van onnodige verbindingen
- Myelinisatie – isoleren rondom de zenuw, waardoor deze zenuw ‘sneller’ wordt
De synaptische spleet.
De neurotransmitters zijn de rode bolletjes, informatieoverdracht is
chemisch.
Binnen de cel de neuronen verspreiden ze zich elektrisch en tussen de
neuronen chemisch.
Na afloop: neurotransmitters worden weer opgenomen in het axon of
afgebroken door enzymen.
1. Neurotransmitters in ‘vesciles’ oftewel zeepbellen
Neurotransmitters
Dopamine- bevorderend - beweging, aandacht, leren
Serotonine -remmend- stemming, emoties, dromen
Noradrenaline- bevorderend- verhoogt energie, hartslag, bloeddruk
Samenhang met ziektes: Depressie (te weinig serotonine)
Parkinson (te weinig dopamine)
Schizofrenie (te veel dopamine)
Oorzaken ADHD (attention Deficit Hyperactivity Disorder)
ADHD zou naar schatting voorkomen bij 1 op de 20 kinderen. Dat betekent dus dat erin bijna elke
schoolklas wel één zit.
Men gaat er van uit dat het een gedragsstoornis is die veroorzaakt wordt door een onevenwicht in de
aanmaak van bepaalde neurotransmitters in de hersenen zoals catecholamine. Onderzoek van de
hersenen toont aan dat de frontale hersenschors, de basale hersenkernen en de parallelle
verbindingsbanen daartussen bij ADHD 8-11% kleiner zijn dan bij normale. Rond 80% van de variatie
tussen kinderen in hyperactiviteit, impulsiviteit en concentratiezwakte berust op erfelijke factoren.
Het risico op ADHD bij broertjes en zusjes van een kind met ADHD is 3 tot 5 maal verhoogd ten
opzichte van de gewone populatie.
• Medicatie ADHD: Ritalin, Concerta en dexamfetamine
• Reactie op het drinken van koffie, gebruiken van drugs zoals speed etc. anders bij mensen
met ADHD
Phinaes Gage (1848)
Werkte bij de spoorwegen en kreeg en ijzeren staaf door zijn hersenen. Hij ging niet dood, maar zijn
persoonlijkheid veranderde wel en hij kreeg last van epilepsie.
Onderdelen van de hersenen: