Hoofdstuk 6: De tijd van regenten en vorsten
Jaartallen:
1568-1648: Tachtigjarige Oorlog
1602: oprichting VOC
1618-1648: Dertigjarige Oorlog
1621: oprichting WIC
1632: Galilei voor de inquisitie in Rome
1643-1715: Lodewijk XIV koning
1650-1672: stadhouderloos tijdperk
1655: eerste slavenhandel Nieuw-Amsterdam
1667: Suriname wordt een Nederlandse kolonie
1683: Turkse aanval op Wenen
1685: Lodewijk XIV herroept het Edict van Nantes
1688-1689: Glorious-revolution
Paragraaf 6.1: Een wereldeconomie
Kenmerkende aspect: wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een
wereldeconomie.
Begrippen:
Aandeel: papier waarvan de koper (aandeelhouder) mede-eigenaar is van een bedrijf
Batavia: hoofdkwartier van de VOC op Java
Gouverneur-generaal: hoogste bestuurder van de VOC in Azië, later hoogste bestuurder van
Nederlands-Indië
Handelskapitalisme: vroege vorm van kapitalisme waarbij handelaren een leidende rol
hadden in de economie
Kapitalisme: economisch systeem waarbij de productiemiddelen privébezit zijn en personen
geld in een onderneming investeren om winst te maken.
Monopolie: alleenrecht
Multinational: onderneming met vestigingen in meerdere landen
Onderneming: bedrijf
Plantage: tropisch landbouwbedrijf:
Productiemiddel: hulpmiddel waarmee wordt geproduceerd
Tijd van regenten en vorsten: zesde tijdvak (1600-1700)
VOC: Verenigde Oost-Indische Compagnie
Wereldeconomie: economisch systeem van wereldwijde handelscontacten
WIC: West-Indische Compagnie
,Samenvatting:
Handelskapitalisme
Handel in luxeproducten à Kapitalisme ontstaan
Productiemiddel privébezit handelaar
Handelaren hielden zich bezig met handel en nijverheid, handel belangrijkst à
Handelskapitalisme
In 1602 VOC opgericht. VOC kreeg monopolie en rechten, zoals verdragen sluiten met
vorsten, oorlog voeren, gebieden besturen
VOC verkocht aandelen voor start. Deel winst naar aandeelhouders en VOC zelf. Aparte
bestuurders leiden de VOC, niet aandeelhouders
Gouverneur-generaal hoogste bestuurder in Azië.
Het handelsnetwerk van de VOC
VOC focust eerst vooral op specerijen
Ze verjaagden andere landen en gebruikten veel geweld tegen koloniale bevolkingen
Batavia gebouwd op Java
VOC was een multinational. Ze bouwden factorijen in veel verschillende landen.
Specerijen, zijde en katoen verdiende heel goed. Later ook thee en koffie.
Het begin van een wereldeconomie
Vele wereldwijde handelscontacten vormde het begin van de wereldeconomie
Voor de handel rondom de Atlantische Oceaan werd in 1621 de WIC gesticht, naar
voorbeeld van de VOC
VOC was grootste Europese onderneming, de WIC iets minder actief
Cyclus van wereldhandel: Europeanen haalden specerijen uit Azië. Naar West-Afrika
brachten ze wapens, ijzer en alcohol in ruil voor goud, ivoor en Afrikaanse slaven. Deze
werden naar Amerika gebracht om in (suiker, tabak en koffie) plantages te werken. De winst
van de plantages ging weer naar Europa.
,Paragraaf 6.2: De gouden eeuw van Nederland
Kenmerkende aspect: De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en
cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
Begrippen:
Generaliteitslanden: gebieden in de Republiek die in de 17e eeuw op de Spanjaarden
veroverd waren en bestuurd werden door de Staten-Generaal (Noord-Brabant, Zeeuws-
Vlaanderen en delen van Limburg)
Gereformeerd: calvinistisch
Gewetensvrijheid: recht om te geloven wat je wilt
Gouden eeuw: lange bloeiperiode
Regent: bestuurder
Staatshoofd: persoon die het hoogste gezag in een staat heeft of belichaamt (tegenwoordig
veel koningen en presidenten)
Stapelplaats: plaats waar goederen worden opgeslagen om de prijzen te beïnvloeden
Samenvatting:
De staatkundige situatie in de Republiek
In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden hadden de rijke burgers veel macht.
De Republiek had geen staatshoofd. De zeven gewesten werkten samen in de Staten-
Generaal. Beslissen over: leger en vloot, gezamenlijke buitenlandse politiek en
generaliteitslanden
Bestuurders in Republiek werden regenten genoemd. Hoogste bestuur in gewest zijn de
Staten: steden (burgers) en adel. De burgers waren vooral regenten die de macht aan elkaar
doorgaven
Eén regent leek beetje op de vorst, stadhouder: opperbevelhebber van leger en vloot,
toezichthouder rechtspraak en benoemen van regenten
Stadhouder benoemd door de Staten, maar toch erfelijk. Ze gedroegen zich vaak als een
vorst.
Bloeiende economie
17e eeuw = Gouden Eeuw voor de Republiek, het welvarendste land van Europa. Amsterdam
belangrijkste stapelplaats van Europa
De nijverheid deed het heel goed. Leiden was één van de belangrijkste textielsteden van
Europa.
Vanwege de neergang van de zuidelijke Nederlanden, vluchtten veel textielondernemers en
arbeiders naar het noorden, zorgde voor het succes in Amsterdam.
Door de groei van steden en welvaart, profiteerde de landbouw volop.
, Culturele bloei
Ook cultureel gezien gouden eeuw in Nederland. Vooral schilderkunst bloeide. Burgers
kochten veel kunst.
Ook in de wetenschap had de Republiek een vooraanstaande rol. Vanwege geestelijke
vrijheid mochten er boeken gedrukt worden, die in andere landen niet mochten worden
gedrukt
In de Republiek was het gereformeerde (calvinistische) geloof de staatgodsdienst.
Er was geen godsdienstvrijheid, wel gewetensvrijheid.
Paragraaf 6.3: Het absolutisme
Kenmerkende aspect: Het streven van vorsten naar absolute macht.
Begrippen:
Absolutisme: regeringssysteem waarbij de macht van de vorst door niets wordt beperkt
Constitutionele monarchie: koninkrijk waarin de macht van de koning is beperkt door de
wet
Glorious-Revolution: (roemrijke omwenteling) machtsovername in 1688/1689 waarbij
Engeland een constitutionele monarchie werd
Mercantilisme: politiek waarbij de overheid de eigen economie versterkt door productie en
export te bevorderen en import te beperken
Subsidie: financiële steun
Tsaar: Russische keizer
Samenvatting:
De Duitse keizer verliest macht
1618 de Dertigjarige Oorlog, keizer probeerde macht te versterken en protestantisme te
onderdrukken, maar Duitse vorsten verzetten zich daartegen
Zweden, Frankrijk en Spanje deden ook mee met de oorlog
Veel doden en grote delen van Duitsland verwoest à Duitsland versnipperde in honderden
staten.
Keizer weinig zeggen, richtte zich op Oostenrijk
De machtige Franse koning
In Frankrijk macht van de koning juist versterkt t.o.v. Duitsland.
Dit kwam door Lodewijk XIV die 72 jaar koning was. Alle macht voor de Franse vorst, geen
Staten-Generaal en onderdanen geen zeggen. Hij gelooft dat hij gekozen is door God. (l’état
c’est moi (de staat, dat ben ik).
Lodewijk XIV nam voorbeeld aan de Romeinse keizers, absolutisme.
Hij liet een reusachtig paleis bouwen en iedereen moest hem eren. Hij werd Zonnekoning
genoemd.
Ook regeerde hij over het leger en bepaalde de godsdienst in het land.