Samenvatting ' Algemene economie en bedrijfsomgeving'
H1 De onderneming & algemene economie
Welvaart = Het beschikken over goederen en diensten voor de bevrediging van
behoeften
Economisch handel = het streven naar maximale welvaart met behulp van schaarse
middelen.
Algemene economie:
> Meso- en micro-economie. Bestuderen de kenmerken van de markten en
bedrijfstakken waarmee ondernemingen te maken hebben, vraag en aanbod, en
veranderingen als de prijzen wijzigen.
> Macro-economie. Beschrijvingen en analyses van allerlei verschijnselen door het
hele land. bijv. totale consumptie, import en export van bedrijven en nederland
> Monetaire economie. Houd zich bezig met geld en de rol van banken in de
economie. De omvang van kredietverlening en de hoogte van de rente zijn variabelen
die men vanuit de monetaire economie verklaart
> internationale economische betrekkingen. bestudeert het buitenlands handelen
van landen, internationale kapitaalstromen en monetaire betrekkingen tussen landen.
Bedrijfsomgeving:
Directe omgeving > kun je als bedrijf veel invloed op hebben ( leveranciers, klanten)
indirecte omgeving > perkte invloed (cc’s)
Macro omgeving > geen invloed
waarde = hoeveelheid x prijs
Productie = het product van werkgelegenheid en arbeidsproductiviteit
Loonsom = het product van werkgelegenheid en het loon per werknemer
Loonkosten per eenheid product = Gelijk aan het loon per werknemer gedeeld door
de arbeidsproductiviteit
H21 Internationale economische ontwikkelingen
IMF onderscheid 3 soorten categorieën landen.
1. Ontwikkelde industrielanden ( advanced economics )
2. Opkomende industrielanden ( emerging markets )
,3. Ontwikkelingslanden ( developing countries )
BRIC landen zijn Brazilie Rusland India China
Economieën kunnen op 2 manieren groeien:
1. Factor- of investeringsgedreven groei = productiegroei mogelijk maken door een
grotere inzet van productiefactoren kapitaal en arbeid.
- er moet veel gespaard worden (spaarquote moet omhoog)
- En er moet een grote arbeidsreserve zijn.
2. Innovatiegedreven groei = Verhoging productiviteit van de productiefactoren.
- arbeiders beter geschoold worden, betere machines voor efficiëntie.
Globalisering heeft 3 dimensies
- economische dimensie = snelle toename van internationale handel, investeringen en
geldverkeer.
- sociale dimensie = groei in internationale toerisme, migratie en persoonlijke contacten
via mobiel en internet.
- politieke dimensie = word zichtbaar in de samenwerking tussen nationale overheden
op sociaal-economisch, ecologisch, politiek en militair gebied.
Globaliseringsindex = meet hoe ver het proces van globalisering in een land is
gevorderd. ( BRIC landen komen steeds meer op ) en kleine rijke industrielanden
voeren de lijst aan. Omdat in hun zin het buitenland altijd dichtbij is. Een hoog inkomen
is ook nodig voor globalisering, voor vakanties en internationaal zaken doen. Arme
landen hebben daarvoor vaak geen geld.
Intraregionale handel = handel met landen binnen een regio
Interregionale handel = handel met landen buiten een regio
Internationale outsourcing = internationaal uitbesteden, een onderneming verplaatst
de productie naar een ander land en laat dit door een buitenlandse onderneming doen.
Offshoring = directe investering in het buitenland, zelf de productie verplaatsen en
regelen in een ander land.
3 belangrijke redenen om in het buitenland te investeren.
1. bedrijven krijgen door directe investeringen toegang tot de buitenlandse afzetmarkt.
2. Een directe investering bied een onderneming mogelijkheid om toegang te krijgen tot
productiefactoren, zoals grondstoffen en geschoolde arbeid. ( een olie producent
investeert alleen in een land waar hij denkt dat olie in de grond zit)
, 3. Bied mogelijkheid om efficiënter te produceren, bijv. door gebruik te maken van
goedkope arbeid in het buitenland.
Globalisering: kritiek
> verlies van nationale zeggenschap
> Vermindering culturele diversiteit (zelfs mcdonalds moet hier rekening mee houden,
bijv. varkensvlees aanbieden in midden oosten )
> eenzijdige nadruk op de economie
> toename ongelijkheid in de wereld
> toename ' besmettingsgevaar' ( bang dat de crisis overslaat naar ander land, bijv.
begon op de huizenmarkt in de VS en kwam daarna naar NL) mensen word bang.
antiglobalisten = mensen die tegen globalisering zijn, vanwege samensmelten culturen.
Sociale gevolgen van globalisering: Volksgezondheid, milieu en maatschappij.
categorieën markten in oost-azie:
1. Advanced economics: Japan
2. Newly industrialized countries: Hongkong, Singapore, Taiwan, Zuid-Korea.
3. Newly industrializing countries: Maleisie, indonesie, Thailand, Filipijnen, en CHINA en
INDIA
Koopkracht = totale bevolking delen door Bnp per hoofd
3 belangrijke redenen voor opkomst van Oost-Azie:
1. Onderwijsbeleid gericht op alle lagen van de bevolking. Gericht op basiskennis voor
iedereen. ( niet alleen op de mannen, zoals in bijv. Afrika )
2. Hoge binnenlandse besparingen en investeringen. besparingen maken de weg vrij
voor investeringen zodat je niet hoeft te lenen van het buitenland.
3. Overheidsbeleid. Macro-economische en sectorale beleid zijn volledig op
economische groei gericht. Zuid-korea en Singapore hebben voortgebouwd op Japanse
tradities. Veel autoritair politiek systeem.
Toekomst Oost-Azie:
> concurrentievoordeel in arbeidsintensieve sectoren bijv. Textiel- en
speelgoedindustrie
> Goede marktkansen op gebied van bevolkingsconcentratie
Bedreigingen:
> politieke, religieuze, etnische conflicten
> Gebrek aan politieke vrijheid
> Stormachtige economische groei --> neveneffecten --> bevordering sociale onrust
inkomstenverdeling.