Werkblad 4 Deelneming
Thema
Bij strafrechtelijke aansprakelijkheid is het zelfstandig plegen van het strafbare feit het
vertrekpunt. Wie een strafbaar feit pleegt, vervult zelf alle bestanddelen daarvan. Er kunnen
echter ook anderen betrokken zijn bij dat strafbare feit. Deelneming voorziet in de uitbreiding
van strafrechtelijke aansprakelijkheid ten aanzien van degenen die een bijdrage aan het
strafbare feit hebben geleverd. Het strafbare feit is het grondfeit waarvan de strafrechtelijke
aansprakelijkheid van de deelnemer is afgeleid. De aansprakelijkheid van de deelnemer is met
andere woorden accessoir aan het grondfeit. De verhouding tussen het grondfeit en de
accessoire deelnemingshandeling is het uitgangspunt bij de behandeling van de
deelnemingsvormen in dit werkblad. Het kan daarbij complex worden als verschillende
personen, op verschillende momenten, verschillende bijdragen aan hetzelfde strafbare feit
leveren. Aan de hand van duidelijke criteria moet worden getoetst of de gedraging van de
dader nog strafrechtelijk relevant is. Is de verdachte fysiek pleger, doen pleger, medepleger,
uitlokker, medeplichtige of geen van alle? Het is niet altijd eenvoudig een scherp onderscheid
te maken tussen de verschillende deelnemingsvormen. Zo kan de afbakening tussen
medeplegen en medeplichtigheid lastig zijn in die gevallen waarin het medeplegen niet
bestaat in een gezamenlijke uitvoering. Voorts is het opzet van de deelnemer essentieel. De
deelnemer dient opzet op de deelneming te hebben en opzet op het grondfeit (of culpa als het
gaat om deelneming aan een culpoos delict). Maar wat als zijn opzet niet samenvalt met het
opzet van de pleger?
Leerdoelen
De student kan na deze onderwijsweek:
uitleggen waarom deelneming een uitbreiding vormt van strafrechtelijke
aansprakelijkheid;
uitleggen op welke punten bepaalde deelnemingsvormen elkaar overlappen dan wel
uitsluiten;
aan de hand van een casus de voorwaarden van de verschillende deelnemingsfiguren
toepassen;
beredeneren hoe ver de aansprakelijkheid van de deelnemer reikt bij uiteenlopend opzet;
een beredeneerd standpunt innemen over de leerstukken van deze week aan de hand van
de dogmatiek, wetgeving en geldende jurisprudentie.
Literatuur
- Kelk/De Jong, HS 8.2.9 (poging tot deelneming) en HS 9
- N. Rozemond, Nijmeegse scooter, Ars Aequi 2014, p. 841-846 (Canvas)
- N. Rozemond noot bij NJ 2017/246 (Canvas)
Jurisprudentie
- HR 17-11-1981, NJ 1983, 84 (Containerdiefstal)
- HR 8 mei 2001, NJ 2001, 480 (Bacchus)
- HR 22 december 2009, NJ 2010, 193 (Vlinderbom)
- HR 22 maart 2011, NJ 2011, 342 (Geef het mes!)
- HR 17 december 2013, RvdW 2014, 144 (Nijmeegse scooter)
- HR 2 december 2014, NJ 2015, 390 (Overzichtsarrest medeplegen)
, Deelneming. Naast in je eentje feit plegen kan het ook met anderen. Is de ander dan ook
strafbaar? Toetsen aan verschillende deelnemingsvormen.
Doen plegen, uitlokken, medeplegen, plegen. Al die vormen ben je pleger, vol/even
aansprakelijk als de gewone pleger, de dader. Medeplichtigheid is een soort ondergeschikte
rol. Minder strafbaar, wat ook blijkt uit de strafmaat. Er gaat een derde vanaf.
Het criterium van medeplegen: nauwe en bewuste samenwerking.
Hiervoor is er überhaupt een gronddelict nodig -> accessoir. Je kan niet medeplichtig zijn aan
niets. Er moet wel iets zijn gepleegd.
Dubbel opzetvereiste. Opzet op gronddelict en op deelnemingsvorm. Eerst kijken naar
deelneming dan gronddelict.
Bij medeplegen is opzet op gronddelict soms lastig. Weet niet helemaal waaruit het moet
bestaan. Nijmeegse scooterzaak. Als je nauw en bewust samenwerkt lastig om zonder bepaald
opzet te doen. Als je nauwe en bewuste samenwerking hebt dus best snel bij voorwaardelijk
opzet komen, tenzij het totaal uit elkaar ligt. Als je samen helemaal plan hebt beraamd en met
zijn tweeën vlucht, zat in principe al in het plan, dan valt dat er onder (Nijmeegse
scooterzaak). Voorwaardelijk opzet dus best wel snel aangenomen bij medeplegen.
Voor scheidslijn medeplegen en medeplichtigheid overzichtsarrest medeplegen. Ziet op
grensgevallen, waar dus niet typisch nauwe en bewuste samenwerking. Moeilijk achterhalen
wie precies wat heeft gedaan. Wat geldt er bij zo’n grensgeval? Overzichtsarrest.
Thuiswerkopdracht 1
In het overzichtsarrest medeplegen geeft de Hoge Raad het beoordelingskader voor de
deelnemingsvorm medeplegen. Maak een overzicht van de kernoverwegingen van de Hoge
Raad en koppel aan die kernoverwegingen de verschillende arresten met bijbehorende casus
in het overzicht. Hoe dat te doen is vormvrij.
In het Overzichtsarrest medeplegen overwoog de Hoge raad dat het hoofdcriterium voor
medeplegen is: een voldoende nauwe en bewuste samenwerking* met een ander of anderen
waarbij de intellectuele en/of materiële bijdrage van de deelnemer aan het delict van
voldoende gewicht moet zijn (r.o. 3.1 en 3.2.1).
* In het Wormerveerse brandstichting arrest is het criterium van nauwe en bewuste
samenwerking tot stand gekomen.
De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde –
intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht
is. dat geldt in vergelijkbare zin indien het medeplegen – bijvoorbeeld in de vorm van ‘in
vereniging’* – een bestanddeel vormt van de delictsomschrijving (r.o. 3.2.1).
Voor het gewicht van de rol van de medepleger in de zin van artikel 47 Sr kan ook worden
gewezen op artikel 141 lid 1 Sr. Het daar strafbaar gestelde ‘in vereniging plegen’ van geweld
eist dat de verdachte ‘een voldoende significante of wezenlijke bijdrage aan het geweld’ heeft
geleverd, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn geweest.
* In het Bacchus arrest is bepaald dat er sprake was van een zodanige bewuste en nauwe
samenwerking dat de feiten tezamen en in vereniging zijn gepleegd. Dit moet altijd voor
medeplegen. Het is standaard. Waar het om gaat is dat hij zelf niet heeft geschoten, had
pistool niet vast. Kan je dan nog van medeplegen spreken? Wist hij wat zijn broer ging doen?
Hof heeft voldoende gemotiveerd dat er sprake was van zo’n nauwe en bewuste
samenwerking. Er is sprake van een gezamenlijk voornemen: kroeg inkomen. Een deel
uitgevoerd: hij had al geweld tegen de deur gebruikt. Daarin heeft hij wel al wat gedaan.
Poging binnen te komen. Omdat je deze twee hebt, je hoeft niet daadwerkelijk