Week 1a:
HR 18 december 1953, NJ 1954/242 (Zaal/Gossink)
Loonbegrip: de vergoeding door den werkgever verschuldigd ter zake van den bedongen
arbeid; daaronder vallen niet fooien, welke de werknemer van derden ontvangt
HR 14 november 1997, JAR 1997/263 (Groen/Schoevers)
De rechtbank heeft de vraag of tussen partijen een arbeidsovereenkomst als bedoeld
in artikel 7A:1637a BW (nu 7:610 BW) heeft bestaan beoordeeld aan de hand van de feiten
en omstandigheden van het geval, waarbij zij doorslaggevende betekenis heeft toegekend
aan de vraag of partijen totstandkoming van een arbeidsovereenkomst hebben beoogd
HR 10 oktober 2003, JAR 2003/263 (Van der Male/Den Hoedt)
Bij de beoordeling of iets een arbeidsovereenkomst is, moet niet alleen naar de tekst
worden gekeken, maar ook naar de andere omstandigheden. In dit geval hebben partijen
nooit de bedoeling gehad dat de vrouw voor het bedrijf zou gaan werken, wat zij ook nooit
heeft gedaan. De overeenkomst was dus alleen bedoeld om haar geld te kunnen geven.
Daarom bevat de overeenkomst geen verplichting tot het verrichten van arbeid en ook geen
gezagsverhouding, waardoor het geen arbeidsovereenkomst is.
HR 13 juli 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA6231 (Thuiszorg Rotterdam)
Bij de beoordeling of iets een arbeidsovereenkomst is, gaat het niet alleen om de bedoeling
van partijen, maar ook om de feitelijke uitvoering ervan. Het was hier de bedoeling van
partijen om een managementovereenkomst aan te gaan tussen de opdrachtgever en de
opdrachtnemer, maar er is feitelijk sprake van een arbeidsovereenkomst. Dit omdat er
voldaan is aan de criteria uit het arrest HR Groen/Schroevers: het persoonlijk verrichten van
de arbeid, de gezagsverhouding en de betaling als tegenprestatie voor de verrichte
werkzaamheden. De verschillende onderdelen moeten in samenhang worden bekeken, er is
niet één kenmerk beslissend. Het maakt hierbij niet uit dat sprake is van een derde partij.
HR 25 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP3887 (Gouden Kooi)
Deelnemer aan realityprogramma ‘De Gouden Kooi’. De vraag is of er sprake is van een
arbeidsovereenkomst tussen de deelnemer en de televisiezender.
Bij de vraag of iemand recht heeft op een WW-uitkering, moet onder meer worden
onderzocht of iemand ‘in een privaatrechtelijke dienstbetrekking’ heeft gestaan. Hiervoor
zijn de criteria voor het aannemen van een arbeidsovereenkomst van artikel 7:610 BW van
belang: een verplichting tot het persoonlijk verrichten van arbeid, een gezagsverhouding en
loon. Hierbij moet ook gekeken worden naar alle omstandigheden van het geval, dus ook
naar de uitvoering en niet alleen naar wat partijen hebben bedoeld of gewenst. In dit geval
was sprake van een arbeidsovereenkomst nu Talpa de deelnemer instructies geeft, er sprake
was van arbeid en de deelnemer betaald kreeg voor deelname. De WW-uitkering mocht dan
ook niet worden geweigerd.
, Rb A’dam 15 januari 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:198 (Deliveroo II)
Alles in onderlinge samenhang overziende komt de kantonrechter tot het oordeel dat de
aard van het werk en de rechtsverhouding tussen partijen sinds begin 2018 niet zodanig
wezenlijk zijn gewijzigd dat niet langer sprake is van het verrichten van arbeid op basis van
een arbeidsovereenkomst. Het gaat nog steeds om arbeid die behoort tot de organisatie van
Deliveroo. Als er gewerkt wordt is er onverminderd sprake van een gezagsrelatie. In feite
geldt dit ook voor de fase vanaf de aanmelding voor de dienst. Dat de aanwijzingen in
algemene zin zijn neergelegd en niet concreet telkens bij het werk, maakt dit niet anders nu
het gaat om eenvoudig ongeschoold standaardwerk, waar weinig andere aanwijzingen
denkbaar zijn dan thans zijn geregeld. Als gevolg van technologische mogelijkheden is er
weliswaar een grote vrijheid mogelijk waar het gaat om de beschikbaarheid voor arbeid,
maar deze past nog steeds binnen het karakter van de arbeidsovereenkomst, ook al wordt
op door de werknemer te kiezen tijdstippen gewerkt. De door de systemen gecreëerde
ruimte voor indeling van het werk is bijvoorbeeld vergelijkbaar met het op grote schaal
kunnen ruilen van diensten in vooraf vastgelegde roosters. Bovendien is het aanmelden voor
diensten een wezenlijke voorwaarde om inkomen te verwerven, waarbij nog geldt dat indien
een bezorger zich aanmeldt er niet automatisch werk is en hij afhankelijk is van de gunning
van de concrete bestelling door Deliveroo. De afhankelijkheid van Deliveroo acht de
kantonrechter nog steeds zwaarder wegen dan de zelfstandigheid van de bezorger.
Week 1b:
HR 5 april 2002, JAR 2002/100 (ABN AMRO/Malhi)
Essentie:
Het antwoord op de vraag of de inleenovereenkomst stilzwijgend is gewijzigd in een
arbeidsovereenkomst is afhankelijk van wat partijen aan elkaar hebben verklaard en wat zij
uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en redelijkerwijs mochten afleiden
(Haviltex-criterium).
Rechtsregel
De vraag is of partijen, hier dus Malhi en ABN Amro, zich aan elkaar verbonden hebben. De
rechtbank heeft hiervoor gekeken naar de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden, maar
volgens de Hoge Raad is dat alleen van toepassing als er al sprake is van een overeenkomst
en het de vraag is wat voor soort overeenkomst het is. In deze zaak gaat het om iets anders,
namelijk of, en zo ja, wanneer een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen nu er zonder
duidelijke afspraken andere werkzaamheden worden gedaan. Niet is gebleken dat de
arbeidsovereenkomst tussen Malhi en De Gast is geëindigd of dat ABN Amro Malhi als
werknemer overneemt. Malhi heeft voor het einde van zijn werkzaamheden bij ABN Amro
ook niet aangekondigd dat hij zich een werknemer van de bank voelt; hij is juist werkbriefjes
voor De Gast blijven invullen en De Gast betaalde ook het loon. Dit declareerde De Gast
weer bij ABN Amro. Hierdoor is de gezagsverhouding tussen ABN Amro en Malhi niet
voldoende om vast te stellen dat een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen.
Het kan ook zo zijn dat er sprake is van een verlengde inleenverhouding. De rechtszekerheid
weegt in dit geval zwaarder dan een stilzwijgende vervanging van de inleenovereenkomst tot
een arbeidsovereenkomst. Daarbij betrekt de Hoge Raad dat het voor niemand van de
partijen duidelijk is wanneer deze arbeidsovereenkomst dan zou zijn aangegaan. Ook de
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zojaarsma. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.