Hoorcolleges vennootschapsrecht
Ouiam Hammouchi
Week 1: personenvennootschap
Personenvennootschap
Algemene kenmerken
- Contractuele samenwerkingsvorm het is in de systematiek van boek 7A
een bijzondere overeenkomst/benoemde overeenkomst; als de OVK bepaalde
kenmerken heeft, dan is het een personenvennootschap, ongeacht of partijen
dat wel of niet hebben beoogd; verbintenissenrecht
o Intuiti personae de samenwerking wordt aangegaan op persoonlijke
basis, met het oog op de persoon, kwaliteiten, hoedanigheden etc. Er
kan dus niet zomaar iemand toetreden of uittreden. Als iemand
uittreedt, dan vervalt in beginsel de vennootschap, tenzij je bepaalt dat
dit niet zo is. Je kan bepalen in de OVK dat het automatisch overgaat
bij overlijden op de erfgenaam, of dat als iemand uittreedt de overige
vennoten gewoon door kunnen gaan. Maar, als je dus niets afspreekt
leidt de toetreding en uittreding tot ontbinding van de rechtspersoon.
o Oprichting is vormvrij, de personenvennootschap kan dus ook
stilzwijgend ontstaan
- Geen rechtspersoon dus, geen rechtspersoonlijkheid. De vennoten zijn
dan persoonlijke dragers van rechten en verplichtingen en die dragen ook
persoonlijk de verliezen. Het vermogen behoort toe aan de vennoten
persoonlijk, maar het is afgescheiden: schuldeisers kunnen een privéschuld
bijvoorbeeld niet verhalen op het afgescheiden vermogen, alleen het
persoonlijk vermogen
o Als een vennoot uittreedt, wordt zijn aandeel onttrokken aan de
vennootschap; het moet aan hem worden uitgekeerd of toegedeeld.
Een wisseling van vennoten heeft dan ook een gevolg voor de
continuïteit van de vennoten. Maar, hier kan je ook van afwijken
Wettelijke kenmerken
- Contractuele samenwerking min of meer duurzaam op voet van
gelijkheid. Duurzaam houdt in dat het een samenwerkingskarakter moet
hebben, het moet een soort duurovereenkomst zijn, en niet iets eenmaligs
waar je voordeel uit wilt halen. Op voet van gelijkheid betekent niet dat alle
vennoten dezelfde rechten en verplichtingen moet hebben. Er wordt hiermee
bedoeld dat er geen gezagsverhouding mag bestaan tussen vennoten, dus er
mag niet op elkaars instructies gehandeld worden, want anders is er sprake
van een arbeidsovereenkomst. Dit heeft gevolg voor loonbelasting etc.,
daarom is het zo belangrijk! De werkgever moet namelijk loonbelasting
overdragen. Feitelijke kwesties wordt naar gekeken: de vrijheid die je hebt
om je dag in te richten, vakantie opnemen, instructies uitvoeren, de manier
waarop het opgeschreven is, manier waarop uitvoering is gegeven aan wat
opgeschreven is
- Met inbreng door de vennoten 7A:1662 er moet een prestatie zijn
afgesproken die moet worden geleverd door de vennoten, die bijdraagt aan de
samenwerking en het succes van de vennoten. Inbreng is ‘iets’ dat aan de
gezamenlijke vennoten ter beschikking wordt gesteld als middel om het
vennootschapsdoel te bereiken.
o Geld
, o Arbeid/Goodwill: arbeid kan ingebracht worden in het kader van de
vennootschapsdoelstelling. Op grond van 7A:1684 zal het
tekortschieten hierin leiden tot ontbinding van de vennootschap.
o Inbreng van goederen: goed wordt aan vennoten overgedragen, er
moet een levering plaatsvinden. Het wordt dan gemeenschappelijke
gerechtigheid. Waardeverandering/risico is dan voor rekening van de
vennootschap. Stijgt de waarde, dan is dat goed voor de vennoten,
daalt het, dan is het juist nadelig. Titel koop is hier van toepassing
o Inbreng van economische eigendom: hier wordt het genot van een
goed ingebracht. De inbrengende vennoot blijft dan
eigenaar/rechthebbende in juridisch opzicht. Het goed kan gebruikt
worden t.b.v. de samenwerking. Waardeverandering/risico is voor de
vennootschap, alsof dat goed eigendom was van de gezamenlijke
vennoten.
o Inbreng zuiver genot: hier wordt ook genot ingebracht, alleen hier zijn
eventuele waardeverminderingen/risico voor de vennoot zelf.
Bepalingen huur zijn overeenkomstig van toepassing (7A:1622 lid 2).
Het goed moet ter beschikking worden gesteld (7:203), moet
onderhouden worden door hem (7:204 lid 2) en gebreken verhelpen
(7:206).
Vennootschapsvermogen
- Vermogen in economische zin= alles wat de vennoten hebben ingebracht, plus
hetgeen zij gedurende het bestaan hebben verworven. Ook inbreng van
arbeid en genot!
- Vermogen in juridische zin= goederenrechtelijke gemeenschap: omvat slechts
vermogensbestanddelen die aan de vennoten gezamenlijk toebehoren
o Wordt beschouwd als gebonden vermogen, dat brengt mee dat een
vennoot niet over zijn aandeel in een goederenrechtelijke gemeenschap
kan beschikken en niet over zijn aandeel in een afzonderlijk goed
beschikken zonder instemming van alle vennoten
- Gericht op het behalen van materieel voordeel winst of besparing van
kosten valt hieronder. Meestal gaat het om winst, maar dat hoeft dus niet
altijd zo te zijn (7A:1655)
- Ter verdeling onder de deelnemers de winst of het voordeel moet
gezamenlijk zijn, wat moet worden verdeeld onder de deelnemers. Als er geen
recht is op een aandeel in het voordeel/winst, dan is er geen
personenvennootschap.
Soorten personenvennootschappen
1. Maatschap
De maatschap is de grondvorm van alle personenvennootschappen (7A:1655). Hij
heeft alle bovenstaande genoemde kenmerken. DE VOF en CV zijn van de maatschap
afgeleide vormen.
De totstandkoming geschiedt bij overeenkomst die ertoe strekt om met behulp van
ieders inbreng te gaan samenwerken ten einde gezamenlijk voordeel te behalen ter
verdeling. De samenwerking kan bestaan uit de uitoefening van een beroep of
bedrijf. De overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding (6:217),
waarbij de aard en inhoud vastgesteld of voldoende bepaalbaar moet zijn (6:227).
De overeenkomst komt vormvrij tot stand en eventueel uit een eerder contractuele
verhouding, waarbij de samenwerking op enig moment het karakter krijgt van een
,maatschapovereenkomst (HR Samenwerkende dierenartsen). De maatschap is een
wederkerige overeenkomst, afdeling 6.5.5. is van toepassing – met uitzondering van
art. 6:265 - 279 kan dus alelen ontbinden worden door de rechter dit te verzoeken
(7A:1684 lid 2).
Stille maatschap: vennoten werken wel samen, maar handelen niet onder
gemeenschappelijke naam. Het is voor derden niet duidelijk of zij een
gezamenlijke onderneming drijven
o Vrij beroep of bedrijf
Openbare maatschap: onder een gemeenschappelijke naam
o Uitoefening vrij beroep: advocaten, notarissen, artsen, architecten
o Vrije beroepsgroepen zijn meestal kenmerkend aan het vallen onder
een tuchtrechtelijk systeem vallen en dat zij een eigen
verantwoordelijkheid dragen voor de diensten die zij verlenen
Zodra het uitoefening van een bedrijf wordt, komen we uit bij een vennootschap
onder firma.
2. Vennootschap onder firma
Een VOF is een samenwerkingsvorm die voldoet aan alle kenmerken van een
maatschap, maar die betrekking heeft op de uitoefening van een bedrijf en onder
een gemeenschappelijke naam, ongeacht of partijen het als maatschap blijven
aanduiden (art. 16 WvK).
Op de VOF is de regeling van de maatschap van toepassing, m.u.v. de
regeling m.b.t. de externe verbondenheid (afdeling 3) + titel 3 WvK (art. 15
e.v.) wel van toepassing!
Bij een bedrijf staat winst op de voorgrond; bij een beroep staan persoonlijke
kwaliteiten op de voorgrond
De VOF is een vormvrije overeenkomst. Er is een akte vereist voor het aangaan
ervan (22 WvK).
3. Commanditaire vennootschap (stille vennootschap)
Deze voldoen aan alle kenmerken van de vennootschap onder firma + hebben ze
beherende vennoten en een of meer commanditaire vennoten (stille vennoten), die
niet worden ingeschreven in het handelsregister. Het verschil met de vof is dat dat
een of meer vennoten dus niet aansprakelijk zijn voor de schulden van de
vennootschap.
HR Koghee: De partijen die een vennootschapscontract aangaan, mogen de
vennootschap geen concurrentie aandoen, ook als er geen non-concurrentiebeding is
opgenomen. Dit wordt namelijk strijdig geacht met de verplichting van een vennoot
, om zich in te zetten voor het doel van de vennootschap en et de goede trouw welke
hij daarbij jegens de overige vennoten in acht behoort te nemen (HR). Dit geldt voor
de maatschap, VOF en CF.
Interne verhoudingen (de verhoudingen tussen de maten of vennoten onderling)
Bestuur van de vennootschap
Je moet onderscheid maken tussen beheren en beschikken. De hoofdregel is dat elke
vennoot bevoegd is tot beheershandelingen (7A:1676), behalve de stille vennoot.
Beheershandelingen zijn handelingen die behoren tot de normale uitoefening van het
beroep/bedrijf. Denk aan het aannemen van cliënten, het aanschaffen van een
computer, aanschaffen van medicijnen als arts. Handelingen die daarbuiten vallen,
zijn de beschikkingshandelingen, dit zijn handelingen die ingrijpend zijn en waartoe
ze dus alleen gezamenlijk bevoegd zijn. Denk aan de verkoop/aankoop van
kantoorpand, transacties t.a.v. registergoederen, starten van procedures, aangaan
geldleningen, sluiten vaststellingsovereenkomsten etc.
- Dit is regelend recht, dus je kan ook vastleggen voor welke handelingen
vennoten wel/niet mogen verrichten of alleen gezamenlijk mogen verrichten
- Zijn slechts enkele vennoten bevoegd tot het verrichten van
beheershandelingen (1673), dan mag ieder van hen alle beheershandelingen
verrichten (1674)
Als je handelt conform je bevoegdheid, dan komt de handeling voor rekening van de
personenvennootschap. Dus voor gemeenschappelijke rekening: de interne
bevoegdheid. Dit zegt niets over wie er extern verbonden is, dit is de vraag of de
wederpartij ook de andere maten kan aanspreken.
Aansprakelijkheid (extern) welke persoon/personene kan voor de schuld worden
aangesproken?
Verhaal (extern) op welke vermogens kan de crediteur zich verhalen?
Draagplicht (intern) voor rekening van wie/welke vermogens komt de schuld
uiteindelijk?
Recht op winst en verlies
Elke vennoot heeft recht op een aandeel in de winst. De hoofdregel is dat er naar
rato van ieders inbreng wordt verdeeld (evenredige verdeling), art. 7A:1670.
- Degene die arbeid heeft ingebracht wordt gelijkgesteld met degene die
laagste inbreng in kapitaal heeft ingebracht
- Dit is regelend recht, dan je kan altijd afwijken. Het enige wat niet kan is
iemand geheel wordt uitgesloten van de winst. Iedereen heeft dus recht op
winst!
Elk vennoot draagt ook bij in een verlies, naar rato van de inbreng (evenredige
verdeling). Ook dit is van regelend recht.
Vertegenwoordigingsbevoegdheid (extern)
Dit is de bevoegdheid om te handelen namens de maatschap of de vennootschap. Als
er vertegenwoordigingsbevoegd is gehandeld leidt dat tot aansprakelijkheid jegens
de wederpartij (externe aansprakelijkheid). De regels voor
vertegenwoordigingsbevoegdheid en aansprakelijkheid verschillen voor elk type
persoonsvorm: dus voor zowel de maatschap, VOF en commanditaire vennootschap
zijn deze verschillend.
- Maatschap: voor het nemen van een besluit over het functioneren van de
vennootschap is instemming van alle vennoten vereist. Alleen
vertegenwoordigingsbevoegd als er sprake is van een volmacht de