Ioniserende is straling waarbij de energie zodanig is dat er bij interactie met elektronen, elektronen
uit de schrille gestoten kunnen worden. Je hebt hierbij direct ioniserende straling en indirecte
ioniserende straling. Directe ioniserende straling dan zorgt de primaire straling voor de meeste
ionisaties. Daarom heet het direct ioniserende straling (alfa en bèta straling). Bij indirecte
ioniserende straling (neutronen röntgenfotonen en gammastraling) die zorgen voor een ionisatie. Bij
die ionisatie komt een elektron vrij. Die elektron zorgt indirect voor de meeste ionisaties.
Alfa deeltje kan niet door papier heen. Een proton stop bij hout. X-ray en elektronen kunnen door
papier en hout, maar stoppen bij lood. Gamma straling stopt bij beton. Je kunt deeltjes straling dus
volledig afschermen. Met fotonen straling gaat dat nooit.
Ioniserende straling is straling waarvan aard en energie zodanig zijn dat bij interactie met materie
een of meer elektronen van hun atoom kunnen worden losgemaakt (ionisatie). Directe ioniserende
straling zijn alfa en bèta straling. Indirect ioniserende straling zijn neutronen, röntgen en gamma
straling. Geladen deeltjes zijn direct ioniserende straling, niet geladen deeltjes zijn indirect
ioniserende straling.
Deeltjes straling (corpusculaire straling). Maakt interactie met materie via botsingen/collisions (met
de elektronen rond de kern) en het coulombveld van de kern. Het gevolg van deze interacties. Gevolg
is afremmen (energie afgifte), excitatie, ionisatie, remstraling. Resultaat eindige reikwijdte.
Bij deeltjes straling kan een deeltje botsen met elektronen. Als die energie van het deeltje hoog
genoeg is, kan dat deeltje elektronen uit de schril schieten. Op deze manier kan die ioniseren. Het
kost energie om die elektronen uit de schril te schieten en om ze energie te geven, dus bij elke
botsing verliest het primaire deeltje energie en gaat die langzamer. Uiteindelijk staat die stil. Met de
juiste materiaal kun je dit proces laten stoppen.
Een geladen deeltje hoeft niet te botsen om zijn energie te verliezen. Bijvoorbeeld met een alpha
atoom. Die is negatief geladen (--). Als die langs twee elektronen vliegt die min zijn en daar dicht
genoeg langs vliegt, dan zuigt die twee elektronen mee. Hierdoor heb je een helium kern en een
ionisatie in het atoom waar twee elektronen weg zijn.
Fotonen hoeven niet te botsen om toch een wisselwerking te geven.
Wisselwerking in algemeenheid van stralingsdeeltjes met materie is op basis van afscherming (hoe
moet ik het afschermen en waarmee), detectie. dosimetrie (dosis) en effecten van straling. Zonder
wisselwerking is er geen radiodiagnostiek, radiotherapie etc.
Elektronen hebben een heel grillige baan. Dit kom doordat die door van alles en nog wat wordt aan
getrokken. Daarnaast weegt een eleketron
niks, dus kan die makkelijk verplaatst
worden. Na voldoende botsingen staat het
elektron uiteindelijk stil. Dracht: hoe ver
haalt een elektron het in een materie.
, Specifieke ionisatie = lineïeke ionisatie. Het aantal ionisaties dat die per weg lengte maakt. Het aantal
ionenparen dat per lengte-eenheid van de afgelegde weg door ioniserende straling in een medium
wordt gevormd. Hieronder staat een voorbeeld van een berekening.
Hierboven staat een grafiek met ionisaties en cm bij alfastraling. Dit zelfde verloop geld ook voor
protonen. Dit kan handig zijn bij radiotherapie. Je kunt heel nauwkeurig de dosis in een bepaald
orgaan regelen. Veel nauwkeuriger dan met fotonen. De apparaten zijn nog erg duur daardoor wordt
het nog niet gebruikt.
Je kan hier zien dat een hogere energie een langere weg heeft dan een lage energie.
Alfastraling komt binnen en veroorzaakt zoveel ionen. Naarmate de ionisatie vervolgd, neem de
snelheid van de alfadeeltjes af. Hierdoor kunnen er meer ionisaties plaatsvinden per cm. Tot op een
bepaald punt, daar staan de alfadeeltjes bijna stil. Een hogere energie geeft meer ionisaties in dieper
cm.
De reikwijdte van alfa straling moet je kennen. De reikwijdte in lucht is ongeveer 1 cm/MeV. De
reikwijdte in weefsel is 10 µm/MeV. Dus als je de energie van de alfastraling kent, kun je de
reikwijdte berekenen. Gemiddeld gaat alfastraling tussen de 10 en 15 cm lucht stoppen met
ionisaties. Dit betekent dus dat je 15 cm lucht nodig hebt, om alle alfastraling tegen te houden.
Daarnaast is de dode huid al dik genoeg om het af te schermen. De straling komt nooit in levende
cellen terecht. Echter moet je het niet inademen of opeten. Dan is alfastraling levensgevaarlijk.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isabelleflintrop. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.